100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
MB Samenvatting Periode 4 leerjaar 1 $8.13   Add to cart

Summary

MB Samenvatting Periode 4 leerjaar 1

 12 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Bevat alle colleges, werkcolleges en uitwerkingen van zelfstudietaken. Bevat alle informatie om een goed punt te halen voor je tentamen

Preview 4 out of 38  pages

  • May 13, 2021
  • 38
  • 2020/2021
  • Summary
avatar-seller
MV Samenvatting periode 4
1.4zMV1a mammacarcinoom




Vetweefsel maakt het grootste gedeelte van de borst uit en ligt subcutaan, tussen het klierweefsel
en bindweefsel in. Tussen de lobuli wordt een wisselende hoeveelheid vet aangetroffen. De omvang
van de borsten is genetisch bepaald en hangt voornamelijk af van het percentage vet ten opzichte
van het overige borstweefsel. Het vetweefsel varieert naarmate het lichaamsgewicht toe- of
afneemt. De hoeveelheid klierweefsel blijft ‘constant’ tot de menopauze, en neemt daarna
geleidelijk af (involutie). Op het mammogram wordt vet, omdat het de meeste stralen doorlaat,
donkerder afgebeeld dan klier- en bindweefsel.

De ligamenten van Cooper zorgen dat de borst mooi in vorm blijft. Ze zijn verbonden met het
sleutelbeen en lopen om de gehele borst tot in de dermis van de huid. Als er een mammacarcinoom
zit, kan dit tegen de ligamenten aandrukken waardoor de mamma of de tepel zich kan intrekken.

Het hormoon oestrogeen speelt een belangrijke rol bij de ontwikkeling van de borsten in de
puberteit.

Melk wordt gemaakt in de melkklieren in de borsten van een vrouw en wordt uitgescheiden via de
tepel. Hierbij spelen de hormonen oestrogeen, progesteron en prolactine een rol bij de productie en
oxytocine zorgt voor de afgifte van melk. Het toeschietreflex is het mechanisme waarbij
moedermelk vanuit de tepel gestuwd wordt onder invloed van het hormoon oxytocine.

Ductale cellen zijn cellen in de melkgangen en lobulaire cellen zijn cellen in de melkklieren.

Bij een patiënt met mammacarcinoom is het belangrijk voor de TNM-classificatie dat de lymfeklieren
in de oksel worden onderzocht. De lymfogene metastasering in meestal ipsilateraal (ipsi=hetzelfde
dus het is de plaatsaanduiding van een lichaamsonderdeel dat in vergelijking met een gelijkaardig
lichaamsonderdeel aan dezelfde kant ligt) en gebeurt voor een groot deel naar de axillaire (oksel)
klieren. Deze axillaire klieren worden onderverdeeld in 3 levels (I, II en III). Voor de prognose kan het
level waar lymfogene metastasen worden gevonden verschil maken.




1.4cMV1 pathologie van de mamma

,Het klierweefsel is epitheelweefsel wat bestaat uit lobulaire en ductale cellen.
De meeste klieren van de borst liggen in de oksel → axillaire klieren




Diagnostiek:
- Dit gebeurt op de mammapoli (multidisciplinaire benadering). Ze zijn of doorgestuurd via de
huisarts of via een bevolkingsonderzoek
- Hierna is er een anamnese en lichamelijke onderzoek (meestal niet veel klachten vanuit het
bevolkingsonderzoek)
- Daarna is er beeldvorming: mammografie, echografie, MRI
- Pathologie wordt aangegeven met de wijzers van een klok, dan zeggen ze, de afwijking zit op
1 uur, dan gaat het om de kleine wijzer
- Pathologisch onderzoek is het maligne of benigne
- Voor stadiering is er vervolgonderzoek nodig
- Bloedonderzoek is belangrijk bij erfelijke verdenking

Beeldvormende diagnostiek
- Mammogram: de borst wordt tussen 2 platen gelegd waarna er een röntgenfoto wordt
gemaakt, er zijn veel ontwikkelingen waardoor het onderzoek steeds beter wordt. Er is een
kleine kans dat borstkanker niet geconstateerd wordt met een mammografie. Bij oudere
vrouwen is deze kans kleiner dan bij jongere vrouwen.
- Echografie mamma: wordt aansluitend gemaakt na de mammografie
- MRI mammae: is uitgebreider en duurder onderzoek maar de sensitiviteit en specificiteit is
heel groot.
Normale afbeelding van de mamma:




Er wordt ook wel eens gebruik gemaakt van een mammografie met contrastvloeistof. Hierbij worden
de klieren duidelijker afgebeeld:

,Ook wordt er gebruik gemaakt van tomosynthese bij een mammografie. Er worden dan meerdere
afbeeldingen gemaakt waarna je dus plakjes van de borst kunt zien. Het geeft een beter
betrouwbaarheid van het onderzoek.

Mammografie wordt dus gedaan bij bevolkingsonderzoeken bij vrouwen ouder dan 50 jaar. Het
heeft een goede specificiteit en een goede sensitiviteit maar het geeft geen 100% garantie. Ductale
afwijkingen zijn beter te zien dan lobulaire afwijkingen.

Hierna wordt er een echografie gemaakt om vocht van weefsel te kunnen onderscheiden. Vocht is
meestal benigne terwijl een weefsel afwijking maligne is.




Ook zijn er 3D afbeeldingen die gemaakt kunnen worden waarbij dingen ingetekend kunnen worden.
MRI is het beste onderzoek waar een afwijking het beste zichtbaar op is.

Na al deze onderzoeken wordt er een BI-RADS classificatie aan de afwijking gegeven. Het is een
internationaal systeem:




Benigne afwijkingen mamma:

, - Fibroadenoom: bindweefselknobbeltje; meest voorkomende benigne afwijking met een piek
incidentie tussen 25 en 40 jaar. Er zijn geen palpabele afwijkingen. Diagnostiek wordt gedaan
door mammogram/echografie/dikke naald biopsie/(MRI). Er is geen therapie voor, het wordt
soms chirurgisch verwijderd. Het is scherp begrensd.
- Cyste: blaasje gevuld met vocht, soms komt het in combinatie voor met een maligne tumor.
Met een punctie kan het vocht weg gehaald worden. Het komt het meest voor bij vrouwen in
de perimenopauze.
- Mastopathie: pijnlijke borsten. Is rond de puberteit en perimenopauzaal. Symptomen:
gespannen gevoel, zeer pijnlijk, palpabele afwijking. Het knobbeltje is niet kwaadaardig dus
het hoeft niet weg. De pijn kan verminderd worden door het dragen van een stevige sport bh
of het gebruiken van de pil.
- Mastitis: komt niet vaak voor, wel bij vrouwen die borstvoeding geven. Borst ontsteking.
Symptomen: dolor, tumor, rubor, calor. Het kan behandeld worden met pijnstilling en
antibiotica.

Maligne afwijkingen:
- Mammacarcinoom; stervormige afwijkingen, verkalkingen, grote processen in de mamma:
Epidemiologie: 14.000 vrouwen per jaar en 100 mannen per jaar. 1.900 vrouwen per jaar krijgen een
carcinoom in situ (het voorstadium van een tumor). De kans op het krijgen van een
mammacarcinoom is 12-13%. Elke 2 jaar wordt een vrouw tussen de 50-75 opgeroepen voor een
bevolkingsonderzoek. De overlevingskans is vrij groot. Als er uitzaaiingen hematoom zijn, is er een
verslechtering van de prognose. De mortaliteit is hetzelfde gebleven door de jaren heen maar de
incidentie is ook toegenomen.

Pathogenese: Je hebt twee belangrijke vormen van een mammacarcinoom namelijk het ductale en
lobulaire carcinoom. Ductaal gaat uit van melkgangen (invasief ductaal mammacarcinoom). Lobulair
gaat uit van melkklieren (invasief lobulair mammacarcinoom). Carcinoom in situ: voorstadium van
een carcinoom: ductaal (DCIS), lobulair (LCIS).

Ethiologie: oorzaken van mammacarcinoom.
Risicofactoren:
- Geslacht
- Leeftijd
- Belaste familie anamnese
- Erfelijke aanleg (5-10%)
o BRCA 1 en BRCA 2 gen (autosomaal dominant)
o 60-80% kans op mammacarcinoom
o Kans op ovariumcarcinoom
o Kans op prostaatcarcinoom
▪ Je kan je vanaf je 25e laten testen, ook kan je preventief de borsten of
eierstokken laten verwijderen als je gen drager bent.
- Vrouwelijke geslachtshormonen: stimuleren de groei van tumoren. Meisjes worden nu
eerder ongesteld terwijl vrouwen juist later kinderen krijgen. Hierdoor hebben ze langer te
maken met deze hormonen.
o Vroege menarche
o Late menopauze
o Geen of late zwangerschap
o Geen of korte lactatie
o Anticonceptiepil/hormoonpreparaten.
▪ De kans om borstkanker te krijgen, kun je verlagen door veel zwanger te zijn
en veel borstvoeding te geven omdat in die tijd de hormonen laag zijn.
- Thoraxbestraling bij <40 jaar

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller meikeboerekamp. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $8.13. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

75632 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$8.13
  • (0)
  Add to cart