Economische Crisis SV
H1
Val Amerikaanse huizenmarkt 2007 brengt veel banken in problemen
- Te veel hypotheken met hoge risico’s, ook doorverkocht aan EU banken veel landen
krimpende economie
Economie
- Krimpende economie: minder goederen en diensten geproduceerd
- Recessie: als krimp minstens 2 kwartalen vasthoud
- Bbp: totale productie jaar = totale inkomen jaar
- Eurogebied/eurozone: alle landen die de euro gebruiken als betaalmiddel
Vermogensmarkt: geheel van vraag en aanbod van vermogen
- Vraagkant: iedereen die vermogen nodig heeft
- Aanbodkant: iedereen die vermogen aanbied
- Rente: prijs die tot stand komt door vraag aanbod
Gedwongen besparing: bijv. verplichte (pensioen)premie die betaald moet worden
Vrijwillige besparing: deel van het inkomen oppotten of sparen voor beleggen,
spaarrekening of (on)voorziene uitgaven
- Beleggen: afstand doen van je geld en koopkracht door aandelen/obligaties te kopen
en later hier inkomen van hebben
- Spaarquote: deel van het inkomen dat wordt gespaard
o Grote spaarquote door groei van welvaart in combinatie met vergrijzing
Deelmarkten vermogensmarkt:
- Tijdsduur
o Geldmarkt: kortlopende kredieten met looptijd tot 2 jaar
o Kapitaalmarkt: langlopende of permanente kredieten: huizen, grond, enz.,
hypotheken, obligaties, aandelen
Hypotheek: langdurige lening met onroerend goed als onderpand
Aandeel (effect): bewijs mede-eigendom nv/bv
Nv: aandelen vrij verhandelbaar
Bv: aandelen niet vrij verhandelbaar
Bedrijf winst dividend uitgekeerd aandeelhouders
Obligatie (effect): schuldbekentenis langdurige lening (vaste rente)
Eerstehands markt: bedrijven/overheid plaatst nieuwe
obligaties/aandelen
Tweedehands markt: bestaande effecten verhandelen
Positieve tijdsvoorkeur: belegger wilt beloning voor afstaan vermogen.
Hoe langer afstaan, hoe hoger beloning
Risico’s geld- en kapitaalmarkt
- Risico wanbetaling of debiteursrisico
o Geldgever let op kredietwaardigheid en reputatie
- Looptijd
o Hoe langer, hoe meer risico
, - Inflatie: stijging algemeen prijsniveau
o Rente en aflossingen verliezen koopkracht
o Reële rente en waarde van lening dalen
Geldillusie: mensen die geld niet op juiste waarde inschatten
Variabele rente: schommelt mee met marktrente
Selffulfilling prophecy: voorspelling die uitkomt omdat mensen zich
ernaar gaan gedragen
Zeepbel: als selffulfilling prophecy zolang aanhoudt dat prijzen niet
langer werkelijke waarde uitdrukken
Hypotheek en huis
- Speculatieve vraag: speculanten kopen panden die ze doorverkopen
- 100% hypotheek: hypotheek met gelijke waarde van het huis
- Overwaarde: waarde van huis hoger dan hypotheek
- Onderwaterhypotheek: waarde van huis lager dan hypotheek
Aandelenbeurs
- Beurskoers: prijs op de beurs op een bepaald moment (AEX, Amsterdam Exchange)
o Meer beleggers bij hogere koersen
- Rendement: totaal van opbrengsten in procenten heel bedrag
- Reële rendement: nominale rendement gecorrigeerd voor inflatie
- Risico-aversie: rol beleggers in aandelen (risicovoller) of obligaties (minder risico)
Eigen vermogen bedrijven
- Hefboomeffect: extra inkomen, bezittingen tegenover vermogens
- Vraag naar vermogen bedrijven eigen vermogen en/of vreemd vermogen
- Solvabiliteit: mate waarin een onderneming in staat is schulden terug te betalen
o Verhouding eigen vermogen en totale vermogen
o Solvabele ondernemingen: eigen vermogen vormt voldoende buffer om
schulden te kunnen betalen
Banken
- Bemiddelen tussen vraag en aanbod, zelf actief als vrager en aanbieder
- Oprichting: aantrekken vermogen aantrekken spaargeld
- Rentemarge: verschil ontvangen rente en betaalde rente (winstmarge)
- Geldschepping/creatie: banken verlenen krediet zonder dat daar een toename van
het eigen vermogen tegenover staat
- Liquiditeit: de mate waarin een bedrijf de kortlopende verplichtingen kan nakomen
- Centrale bank: nationale instelling die regelt oplegt aan financiële instellingen
- Europese centrale bank: houdt toezicht op centrale banken eurolanden
o Garantieregeling: gegarandeerde banktegoeden
o Liquiditeitstoezicht: banken moeten voldoende liquide middelen hebben om
aan directe verplichtingen te kunnen voldoen
o Solvabiliteitstoezicht: banken moeten voldoende eigen vermogen aanhouden
ten opzichte van de schulden
Hefboomwerking wordt beperkt
o Toezicht risicomanagement: banken verplicht tegenover leningen met hoger
risico voortaan hoger eigen vermogen aan te houden
o Toezicht beloningsstructuur
- AFM (autoriteit financiële markten) houdt toezicht op financiële markten: sparen,
beleggen, verzekeren en lenen
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller samhoogendoorn. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.73. You're not tied to anything after your purchase.