100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Binding Actua samenvatting maatschappijwetenschappen VWO $7.49
Add to cart

Summary

Binding Actua samenvatting maatschappijwetenschappen VWO

5 reviews
 98 views  7 purchases
  • Course
  • Level

Dit is een samenvatting van het hele boek binding. Dit boek wordt behandeld in de vierde, vijfde en zesde klas van het VWO. Het is een nette en uitgebreide samenvatting.

Preview 3 out of 25  pages

  • May 13, 2021
  • 25
  • 2020/2021
  • Summary
  • Secondary school
  • 6

5  reviews

review-writer-avatar

By: milouhuysman • 2 year ago

review-writer-avatar

By: somc105272 • 2 year ago

review-writer-avatar

By: daniquedejong1 • 2 year ago

review-writer-avatar

By: noudrippens1 • 2 year ago

review-writer-avatar

By: lemvaessen • 2 year ago

avatar-seller
Samenvatting hoofdstuk 1 Binding MAW

Paragraaf 1.1 Binding tussen mensen

Bindingen: die verwijzen naar de relatie en onderlinge afhankelijkheden tussen mensen in een gezin
of familie, tussen leden van een groep, in de maatschappij en op het niveau van de staat.

- Bindingen zijn er op verschillende niveaus en we onderscheiden ze op mate van intensiteit.
- Wij-gevoel is in een groep te vinden.
- Bindingen zorgen voor duidelijkheid.
- Je maakt zelf bindingen met mensen om je heen, maar niet met de hele wereld.
- Als de binding sterker wordt gaan mensen elkaar vertrouwen.
- Wanneer mensen geen bindingen hebben nemen ze niet meer deel aan maatschappelijke
activiteiten.

Mensen hebben bindingen met mensen uit Europa op macroniveau: in samenleving, nationaal of
internationaal.
Mensen hebben bindingen met eigen groep dit noem je mesoniveau: groep, organisatie (je
klasgenoten)
Mensen hebben interdependenties: wederzijdse afhankelijkheid.
Je hebt soorten onafhankelijkheden namelijk economische en politieke bindingen.

Ideaaltypische bindingen:

1. Economische bindingen: afhankelijkheden die te maken hebben met de productie en
distributie van schaarse goederen.
- Schaarse goederen zijn kleding, onderdak en voedsel.
- Jonge kinderen, zieken en ouderen worden financieel gesteund, omdat die niet in
eigen onderhoud kunnen voorzien.
2. Politieke bindingen: afhankelijkheden die te maken hebben met de politieke macht die
mensen hebben, dat wil zeggen ze kunnen fysieke dwang op andere mensen uitoefenen en
met het feit dat er collectief zaken geregeld moeten zijn onder andere de verdeling van
collectieve goederen.
- Mensen hebben bescherming nodig hier hebben ze elkaar bij nodig en hiervoor zijn
er geweldsmiddelen.
- De politie gebruikt de geweldsmiddelen bij conflicten: een situatie waarin
individuen, groepen en of staten elkaar tegenwerken om de eigen doelen te
bereiken.
- Dit gebeurd met out-groups: een zij-groep.
3. Affectieve bindingen: afhankelijkheden die te maken hebben met positieve en negatieve
gevoelens van mensen voor elkaar.
- Mensen hebben behoefte aan genegenheid, steun en liefde.
- Mensen bieden elkaar emotionele steun of ook wel affectie. ( vrienden)
4. Cognitieve bindingen: afhankelijkheden die te maken hebben met het feit dat mensen van
en aan elkaar leren.
- Mensen ontwikkelen kennis, dragen die aan elkaar over of houden die voor elkaar
verborgen.

, - Door bijvoorbeeld leraren of je ouders.
- Resultaat van langdurig leerproces is socialisatie: het levenslange proces van
overdracht en verwerving van de cultuur van de groep(en) en de samenleving waar
mensen toe behoren. Het proces bestaat uit opvoeding, opleiding en andere vormen
van omgang met anderen.

Bij de vierdeling in bindingen gaat het om een ideaaltypische indeling. Dan zou je 1 binding hebben
met iemand. Oftewel er zal altijd een mengvorm zijn. Iedere relatie bevat meer bindingen.

Nooit ideaaltypisch: in werkelijkheid is het bijna nooit alleen 1 van deze bindingen. Ze overlappen
elkaar.

De verweving is duidelijk geworden door sociale ongelijkheid: een situatie waarin verschillen tussen
mensen in al dan niet aangeboren kenmerken, consequenties hebben voor hun maatschappelijke
positie en leiden tot een ongelijke verdeling van schaarse en hooggewaardeerde zaken en een
ongelijke waardering en behandeling.

- Hier is verschil in bijvoorbeeld bezit en inkomen.

Paragraaf 1.2 bindingen en paradigma’s
Aankijken tegen binding vanuit de verschillende paradigma’s:

Functionalisme paradigma
- Verklaring van de samenleving als een systeem (net als het menselijk lichaam -> elk
onderdeel heeft zijn eigen functie).
- Samenlevingen ontwikkelen functies om te kunnen voortbestaan (de verschillende
beroepen, sociale instituties zoals het huwelijk, het koningshuis, politieke instituties zoals het
rechtssysteem, de grondwet).
- De samenleving is een sociaal systeem, dat gericht is op consensus (overeenstemming)
harmonie en orde. Zo blijft het systeem bestaan.

Het systeem verandert door veranderingen in de omgeving. Het systeem zal zich geleidelijk
aanpassen aan de omstandigheden totdat het evenwicht en de harmonie zijn hersteld.

2 zaken voor het herstel van het evenwicht:
- Gemeenschappelijke normen en waarden
- Sociale instituties.

Kritiek op het functionalisme paradigma:
- Grote nadruk op het systeem kan ten koste gaan van het individu.
- Veel aandacht voor het voortbestaan van het systeem en wat daar voor nodig is, maar
minder voor hoe het systeem ophoudt te bestaan.
Voorbeeld: de veranderde positie van de vrouw na WO2.

Het functionalisme paradigma ten aanzien van binding

, - Onderlinge betrokkenheid en verbondenheid zijn functies die bijdragen aan harmonie en die
het sociale systeem in stand houden.
- Functionalisten richten zich daarom op vragen zoals wat houdt een samenleving bij elkaar?
Hoe ontstaat sociale cohesie? Hoe kan die zwakker of sterker worden?

Cultuurelementen in de maatschappij (Durkheim):
- Universals: cultuurelementen die door alle leden van de samenleving worden gedeeld.
- Specialities: cultuurelementen die typerend zijn voor de leden van bepaalde groeperingen
binnen de samenleving zoals levensbeschouwelijke groeperingen, beroepsgroepen of
landstreken.
- Alternatives: cultuurelementen die iedereen vrij kan kiezen of tie er aan mee wil doen.

Consensus <-> dissensus. Durkheim noemt dissensus anomie: normloosheid; afwezigheid van die
normen die de individuele belangen van mensen aan banden legt. Te veel anomie is slechte sociale
cohesie.

Durkheim deed onderzoek naar arbeidsdeling: in de traditionele samenleving is er mechanische
solidariteit (mensen verrichten ongeveer gelijke activiteiten). De nadruk lag op conformisme (het zich
aanpassen aan een traditionele cultuur van een bestaande samenleving; hierdoor gaat men de
gebruiken en gewoonten van die samenleving overnemen). Ook was er een sterke sociale controle
(middel waarmee de maatschappij of groepen in de maatschappij de mensen zo onder druk zetten
dat ze zich aan algemeen geldende regels houden. Dit voorkwam deviant gedrag.

Moderne samenleving: organische solidariteit (vergaande arbeidsdeling, waarbij mensen taken
hebben die sterk van elkaar verschillen – de zogenaamde taakdifferentiatie die om individualiteit
vraagt – maar men voelt zich toch sterk met elkaar verbonden).

Conflict paradigma
- De samenleving kan verklaard worden vanuit conflicten tussen groepen (bijv. Christelijk vs.
Onchristelijk).
- Verschillen tussen groepen bestaan op het niveau van normen en waarden en ongelijke
toegang tot macht, geld, kennis en sociale privileges -> sociale ongelijkheid.
- Er is geen overeenstemming tussen normen en waarden en als die er is, is die opgelegd door
de dominante maatschappelijke groepering (die dominant kon worden door de meeste
toegang tot kapitaal, kennis, macht, privileges).

Het conflictparadigma ten aanzien van binding
- Conflictwetenschappers doen onderzoek naar de afwezigheid van sociale cohesie.
Bijvoorbeeld naar conflicten bij de integratie van minderheden (andere normen en waarden).
- Voor sociale cohesie heb je een groep nodig. Conflictwetenschappers bestuderen dan fase 1
en 2 van groepsvorming: wie hoort erbij en wie wordt er buitengesloten?

Sociaal constructivisme paradigma
- De samenleving is dat wat we met elkaar hebben afgesproken/geconstrueerd. Wat we met
elkaar ervaren (rijk = amazing).

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller femkekunz. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $7.49. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

53068 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$7.49  7x  sold
  • (5)
Add to cart
Added