Dit is een nette en complete samenvatting van het boek vorming van het vak maatschappijwetenschappen. Deze samenvatting is te gebruiken in het vierde, vijfde en zesde leerjaar van het VWO. Er komen verschillende onderwerpen aan bod: socialisatie, identiteit, cultuur, ideologie et cetera. Met deze s...
Paragraaf 1.1 het begrip cultuur
Cultuur: onder een cultuur verstaan we het geheel van voorstellingen, uitdrukkingsvormen,
opvattingen, waarden en normen die mensen als lid van een groep van een samenleving hebben
verworven.
- Voorstellingen: hoe mensen de wereld voor zich zien.
- Uitdrukkingsvormen: hoe mensen hun karakter willen laten zien door bijvoorbeeld hun
kleding, taal en gedrag.
- Opvattingen: hoe je over dingen denkt.
- Waarden: wat je belangrijk vindt in het leven.
- Normen: de regels om je aan de waarden te houden.
Materieel: materieel is geld en zaken als kunstobjecten wat je kunt zien en aanraken.
Immaterieel: taal, waarden en normen.
Culturen zijn altijd relatief (blijft niet hetzelfde), waarom?
1. Ze zijn tijd en plaats gebonden
- Wat vroeger normaal was, vinden we nu abnormaal.
2. Ze veranderen onder invloed van wijzigende omstandigheden.
- Nieuwe wetten veranderen de cultuur
Drie dimensies van de cultuur:
1. Ideale dimensie
- Dit zijn de elementen die niet tastbaar zijn: waarden, ideeën over de mens en samenleving en
levensbeschouwelijke opvattingen.
2. Normerende dimensie
- Op grond van de ideeën ontstaan er gewoontes. Hierop worden normen, wetten en
strafbepalingen vastgesteld.
3. Materiële dimensie
- In de kleding, kunst en gebouwen worden de ideeën en normen over wat mooi, functioneel
enz. belichaamt.
Functies van de cultuur:
1. De cultuur geeft richting aan het denken en doen en laten van mensen.
- Wij in de westerse wereld zijn voor de gelijke kansen van mensen.
- In India zijn er geen gelijke kansen voor mensen.
2. Cultuur is betekenis gevend. Je leert een betekenis te geven aan bepaalde verdragingen en
verschijnselen van de cultuur.
- Iets oranjes dragen op Koningsdag.
3. Cultuur werkt identificerend. Mensen vinden het prettig om bij een bepaalde cultuur of
groep te horen en daarbij de behorende normen en waarden te aanvaren.
4. Cultuur legt beperkingen aan op het gedrag:
1. Deviant gedrag; het gedrag van de mensen is afwijkend van de heersende cultuur. ->
sociale controle; het middel waarmee mensen of groepen mensen in de maatschappij
andere mensen zo onder druk zetten dat ze zich aan de algemene geldende normen
houden.
Paragraaf 1.2 cultuurgroepen
Subcultuur: subcultuur is een cultuur die in bepaalde opzichten afwijkt van de overheersende
cultuur, maar op vele punten ingepast is in de overheersende cultuur.
, - Ajax supporters, de mensen die in Staphorst wonen. (eigen normen en waarden, gewoontes
en regels)
- Mensen van de universiteit hebben andere normen dan mensen die een minde hoge
opleiding hebben gedaan.
- Diverse godsdiensten
- Jongeren (straattaal en kleding)
Verschillen in de subcultuur van de stad en van het platteland:
1. Mensen uit dorpen komen elkaar vaker tegen dan mensen in de stad.
2. Dorpelingen kennen elkaar meestal van gezicht, stedelingen niet.
3. Dorpelingen letten er meer op dat iedereen zich aan de normen houdt (sociale controle).
4. Op het platteland helpen de mensen elkaar meer.
5. In de stad is het leven meer anoniem en dienen de mensen voor zichzelf op te komen.
Dominante cultuur: de overheersende cultuur in een samenleving. Wat daarvan afwijkt is een
subcultuur.
Tegen- of contracultuur: culturen die zich verzetten tegenover de overheersende cultuur.
Een cultuur is normatief van aard: dat wil zeggen dat de leden van een
samenleving/gemeenschap/groepering zich behoren te gedragen krachtens hun lidmaatschap
volgens de voorschriften van hun (sub)cultuur.
Multiculturele samenleving: dit is een samenleving waarin vele verschillende culturen naast elkaar
bestaan.
- In Nederland zijn er veel verschillende culturen zoals Turken en Marokkanen.
Asielzoekers: mensen die een land ontvluchten om te ontkomen aan oorlog of vervolging en die asiel
aanvragen in een land.
Autochtoon: inwoner van Nederland die hier zijn oorsprong/wortels heeft liggen.
Allochtoon: een persoon waarvan tenminste 1 ouder in het buitenland geboren is of een persoon die
op grond van zijn ras of andere opzichtbare kenmerken zich onderscheidt van de oorspronkelijke
bewoners van een land.
Paragraaf 1.3 Jongerenculturen
Jongeren vormen vaak een subcultuur, 3 redenen:
1. Welvaart nam toe (geen zakgeld meer)
2. Er ontstaat een wij-gevoel onder jongeren
3. Om je tegen ouderen ‘af te zetten’
Generatieconflict = Jongeren verschillen van mening met oudere generaties
Paragraaf 1.4 waarden en normen
Waarden: onder waarden verstaan we de basisopvattingen, principes waar iemand belang aan hecht
(trouw, waarheid en netheid).
- Rechtvaardigheid en verantwoordelijkheid voor het milieu, eerlijkheid, leven en dood.
Waarden van een samenleving blijken uit:
1. Uitspraken en boodschappen van politici, opvoeders en geestelijke leiders.
2. De grondwet en de daaraan gekoppelde wetten.
Normen: normen zijn geschreven en ongeschreven gedragsregels die aangeven wat er verwacht
wordt in een bepaalde situatie. Normen zijn verwachtingen waarvan het gedrag van mensen wordt
afgemeten.
- Eerlijkheid is een waarde en de norm daarbij is niet stelen.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller femkekunz. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.49. You're not tied to anything after your purchase.