[Dutch summary] Samenvatting kennistoets onderwijskunde 1B aan de hand van toetsmatrijs. Gebruik gemaakt van literatuur:
- Geerts, W., & Van Kralingen, R. (2016). Handboek voor leraren. Bussum: Coutinho. [H1, 9.3, 10,11]
- Van der Wal, J., & De Wilde, J. (2017). Identiteitsontwikkeling en leerli...
Er zijn 4 beroepscontexten, de vier situaties waarin je leerkracht bent:
met de klas
met je collega’s/ mededocenten
met je schoolomgeving. Bijvoorbeeld ouders.
met jezelf. Bijvoorbeeld als je je zelf tegenkomt in je eigen ontwikkeling als docent
De student herkent de verschillende beroepsrollen.
Interpersoonlijk
Pedagogisch
Vakinhoudelijk en didactisch
Organisatorisch
De student kan de coping stijlen in eigen woorden uitleggen en weet welke stijl bij zijn leergedrag
past.
Copingstijl: de specifieke manier waarop een persoon geneigd is te reageren op een moeilijke
situatie of probleem waarvoor hij zich gesteld ziet.
1. Overlevers (leren door doen, streven geen doel na)
2. Probleemoplossers (bezig om te lesgeven te verbeteren, leren gesloten en reproductief, zijn niet
erg communicatief, proberen problemen op te lossen met praktische kennis uit de lessen of uit het
verleden. Vinden niet dat ze gemotiveerd worden door de opleiders van het instituut)
3. Verbeteraars (leren gesloten betekenisgericht en zijn bezig hun lesgeven stap voor stap te
verbeteren. Laten zich vooral leiden door anderen, vertrouw niet op zichzelf en hun handelen
wordt, waarderen opleiders)
4. Ontwikkelaars (onafhankelijk van opleiders, vertrouwen op eigen kunnen en willen graag
verbeteren en hun basiskennis ontwikkelen. Kritischer dan verbeteraars)
De student weet wat het doel is van reflectie en kan het stappenplan voor betekenisgerichte
reflectie toelichten in eigen woorden.
Reflectie: Stilstaan bij ervaringen en daar lering uit trekken.
Doel: door systematisch te reflecteren op je werk, Word je visie op je eigen lesgeven helderder en
kun je jezelf tegenover anderen verantwoorden. Je leer took dat het niet zozeer gaat omdat je het
beste kunt doen, maar vooral dat je bepaalde onderwijssituaties beter gaat begrijpen.
Hoe kwam het dat de situatie lastig werd? – betekenisgerichte reflectie
1. Handelen: de situatie zelf, het lesgeven.
2. Terugblikken: wat is er precies gebeurd? Een
situatie vanaf meerdere kanten bekijken. Zich
inleven in de leerling. Empathie.
3. Bewustwording van essentiële aspecten: wat
was er belangrijk? (de essentie). Waar kwamen
bepaalde gedragingen vandaan? Logica van het
gevoel. Waarom waren er meningsverschillen?
4. Alternatieven ontwikkelen voor de aanpak en
daaruit kiezen: wat kan de volgende keer beter?
Wat neem ik mij voor? Verschillende aanpakken.
5. Uitproberen in de nieuwe situatie: als je je aanpak held hebt, kun je die gaan uitproberen. Dit is
eigenlijk ook weer stap één.
,De student kan het ui-model toelichten in eigen woorden.
Kernkwaliteiten en het ui-model (Korthagen). Het model kan je helpen je kernkwaliteiten te
ontdekken. Jouw wezen heeft net al een ui verschillende lagen die je in je reflecties kunt afpellen,
totdat je bij je kernkwaliteiten komt (p.376)
De student kan een juiste omschrijving geven van de begrippen; levensloop, jeugdland, adolescentie,
pubertijd, sturm und drang en forever-young-cultuur.
levensloop: de levensloop van mensen bestaat uit verschillende fasen die een vaste volgorde
hebben en onderling samenhang vertonen.
jeugdland: Eerste keer in de geschiedenis dat de elite de ruimte kregen om volwassen te worden.
Culturele puberteit kon aanwezig zijn, voor die tijd moest je gewoon werken. Aparte fase van
uitgestelde volwassenheid.
adolescentie: De ontwikkelingsfase tussen de kindertijd en de volwassenheid, die loopt van
ongeveer 12 tot ongeveer 22 jaar. Er treden voorspelbare fysieke, neurologische en psychologische
verandering op.
pubertijd: super tijd een oude recensie Zijn beide begrippen die historisch gezien vooral verwijzen
naar kenmerken van de lichamelijke ontwikkeling tot volwassenheid.
strum und drang (Hall): Een beschrijving van de adolescentie als fase van emotionele labiliteit,
spanning en beroering. Dit voorkomend uit de biologische veranderingen in het begin van de
adolescentie (de puberteit)
forever-young-culture: Jong is de norm; ‘je bent zo oud als je jezelf voelt.’
De student kan de relatie tussen leeftijd en gedrag uitleggen in eigen woorden.
Kinderen beginnen zich steeds volwassener te gedragen ten opzichten van hun leeftijd. Ouders
nemen soms eerder doel aan van vriend dan als ouder. Meer vrijheid. Dit komt allemaal doordat
jongeren steeds jonger worden blootgesteld aan de volwassen wereld.
De student kan de kenmerken van het nature-nurture debat benoemen en kan een eigen mening
creëren binnen deze discussie.
Verklaring voor verschil in ontwikkeling:
1. Nature: aangeboren eigenschappen (genetisch)
2. Nurture: aangeleerde eigenschappen (omgeving)
3. Historische factor: context waarin je opgroeit
4. Bijzonderheden uit levensgeschiedenis: toevallige gebeurtenissen of heftige trauma’s
, De student kan het begrip persoonlijkheid uitleggen.
Persoonlijkheid: uniek patroon gedragskenmerken, wat is typerend voor iemand. Dit patroon
bepaalt hoe je je gedraagt en hoe je denkt. Ontstaat uit het spel van nature x nurture.
Freud (1856-1939)
Persoonlijkheid ontwikkelt zich in de eerste zes levensjaren, essentiële veranderingen zijn daarna
niet meer mogelijk.
Erikson (1902-1983)
Persoonlijkheid kan zich gedurende het hele leven ontwikkelen
De student kan de vier aspecten van het gevoel van identiteit omschrijven, herkennen en gebruiken.
Identiteit: het vaste in je persoonlijkheid. Dit is de belangrijkste taak voor adolescenten. Er zijn
vieraspecten voor het gevoel van identiteit:
1. Besef van continuïteit= (leren je in iedere situatie te handhaven) Je bent geen speelbal van de
omgeving. Je maakt als adolescent veel veranderingen mee om je heen. Concreet speelt het besef
van continuïteit voor de adolescent een rol bij de vraag: “Wie ben ik nu eigenlijk echt, gezien de veel
rollen die ik speel en al die dingen die ik wil en vindt?” Als je hiermee leert omgaan leidt het tot een
gevoel dat je voor jezelf dezelfde persoon blijft -> continuïteit.
2. Besef van herkenning en erkenning= (jouw omgeving herkent en erkent jou als uniek persoon
met een persoonlijke levensstijl.) Heeft te maken met de invloed van de sociale omgeving op de
identiteitsontwikkeling. Gebeurt dit niet dan kan dit het gevoel van continuïteit in gevaar brengen.
3. Besef van innerlijke vrijheid in afhankelijkheid= (wat zijn je (on)mogelijkheden) Bij het besef van
vrijheid gaat het om de innerlijke vrijheid die je kunt ervaren. Het is de ruimte die je in de hoofd
creëert, ondanks alle beperkingen. Dat besef kan alleen ontstaan als je je eigen beperkingen n
mogelijkheden in relatie tot de wereld accepteert.
4. Besef van een zinvolle toekomst= (doelen en idealen hebben) Adolescentie is een
overgangsperiode tussen kindertijd en volwassenheid. Je kan doelen en idealen aan de wereld van
volwassenen gaan ontlenen en hieruit motivatie halen.
De student kan het levensloopschema van Erikson in eigen woorden uitleggen.
Erikson onderkent achter opeenvolgende fasen van de ontwikkeling binnen de levensloop. Binnen
elke fase herhaalt zich steeds het zelfde proces waarin het individu een ontwikkelingstaak krijgt die
te maken heeft met biologische, psychologische, of sociale veranderingen (ontwikkelingscrisis). Elke
fase levert uiteindelijk een bouwsteen van de identiteit van het individu.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller vvanderhorst00. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.28. You're not tied to anything after your purchase.