Vijf eeuwen opvoeden in Nederland. Idee en praktijk 1500-2000
Hoofdstuk 1: Humanisme, Hervorming en Verlichting
1.1 Renaissance en Humanisme
Renaissance (wedergeboorte) ontstond in de Italiaanse steden van de vijftiende eeuw.
In de beeldende kunst is de Renaissance een stroming waarin de waardering van de natuur en vooral
van de mens prominent aanwezig zijn.
De renaissance was een brede culturele vernieuwingsbeweging.
Het vijftiende en zestiende-eeuwse Humanisme maakte deel uit van deze beweging.
Humanisme: een intellectuele stroming, vooral op wijsgerig en literair gebied.
Het humanisme heeft zich ontwikkeld tot een fundament van de moderne culturele traditie. Deze
traditie wordt gekenmerkt door een hoge waardering van de mens en zijn mogelijkheden.
Ontwikkeling en opvoeding zijn centrale categorieën in het humanistisch denken.
Erasmus, Montaigne en Vives zijn zestiende-eeuwse humanisten.
Erasmus: een van de invloedrijkste humanisten in die periode (1469-1536), die bovendien een
uitgesproken aandacht had voor opvoeding en onderwijs. Belangrijkste leuze van Erasmus:
verdraagzaamheid.
Het onderwijs was voor Erasmus zo belangrijk dat het uit handen zou moeten worden genomen van
de kerk en moest worden overgedragen aan de wereldlijke overheid.
Traktaat over opvoeding en onderwijs: hierin schreef Erasmus dat de eerste stap bij het leren de
liefde voor de onderwijzer is.
Erasmus geloofde dat de mens van nature tot het goede geneigd was, dat kinderen al op jonge
leeftijd aan studie konden worden gewend, maar dat de mens zonder vorming slechter was dan een
dier.
Filosofische bezinning sloeg Erasmus hoger aan dan het leren door schade en schande.
Montaigne (1533-1592): zijn humanisme betekende vooral verzet tegen dogma’s en intellectuele
afhankelijkheid. Voor hem kwam het aan op zelfstandig leren oordelen.
Vives (1492-1540): anders dan de meeste humanisten had hij oog voor de opvoeding van meisjes en
voor de dagelijkse noden van de gewone bevolking.
Vives gedachten over opvoeding en onderwijs lopen in veel opzichten parallel aan die van Erasmus.
Toch vinden wij bij hem ook nieuwe ideeën die in zekere zin naar de toekomst verwezen. Zo zag hij
scherp de noodzaak van de inductieve methode in het proces van kennisverwerving. Hij had speciale
belangstelling voor verstandelijk gehandicapte, doofstomme en blinde kinderen. Het speciaal
onderwijs gaat daarom mede op Vives terug.
1.2 Hervorming
Na de Renaissance en het Humanisme is de Hervorming of Reformatie een beweging met vergaande
gevolgen voor de pedagogiek.
Volgens de calvinistische leer was de mens uit zichzelf tot niets in staat. Hij was volledig afhankelijk
van de Goddelijke genade en alleen in het geloof lag zijn redding.
Essentieel in de Hervorming is de sterke nadruk op de menselijke zondigheid.
Calvinist Marnix van Sint Aldegonde (1540-1598) wilde aansluiten bij het bevattingsvermogen van
zijn adellijke pupillen en bij hun eigen ondervinding. Opvallend is zijn kindgerichtheid.
1.3 Pedagogisch realisme en piëtisme in de zeventiende eeuw
In de Nederlandse geschiedenis staat de zeventiende eeuw bekend als de Gouden Eeuw.
Pedagogisch realisme: keerde zich tegen de eenzijdige aandacht voor de taal ten gunste van
zaakkennis.
Piëtisme: sloeg eenvoudige vroomheid hoger aan dan geleerdheid.
Het empirisme: zocht alle kennis te funderen in de zintuiglijke waarneming.
Volgens de Engelse filosoof Francis Bacon (1561-1626), die we als een vroege vertegenwoordiger van
het empirisme mogen beschouwen, was ware wetenschap pas mogelijk door de inductie, dit wil
zeggen door generalisatie op grond van veelvuldige waarneming.
1
, De gerichtheid op de zintuiglijk waarneembare natuur is ook een kenmerk van het pedagogisch
realisme.
Volgens het rationalisme van de Fransman René Descartes (1596-1650) was daarentegen niet de
zintuiglijke waarneming, maar de rede de meest betrouwbare bron van kennis.
Voor opvoeding en onderwijs leidde het rationalisme tot accentuering van de formele scholing door
training van het verstand.
Overeenkomst empirisme en rationalisme: de mens wordt van nature in staat geacht om te komen
tot zekere, wetenschappelijke kennis, die niet in strijd kan zijn met de fundamentele
geloofswaarheden. Volgens beide opvattingen staat traditie en vooroordeel de menselijke
vooruitgang in de weg.
de eerste grote systematicus in de westerse pedagogiek was de Tsjech Kan Amos Comenius (1592-
1670): hij achtte kennis van de wereld om zich heen, zaakkennis, voor kinderen van primair belang.
Comenius was een van de grondleggers van het platenboek en daarmee van het gebruik van
illustraties in het onderwijs. Essentieel in Comenius pedagogiek is het begrip pansofie (al-wijsheid).
Deze wijsheid is het doel van de opvoeding. De pansofie biedt inzicht in de universele
ordeningsbeginselen waarvan de gehele werkelijkheid is doortrokken.
Comenius wilde voor kinderen uit alle standen hetzelfde onderwijs.
Kenmerkend voor zijn gedachtegoed zijn de indringende vergelijkingen tussen het opvoedingsproces
en processen die elders in de natuur voorkomen.
Comenius had een hoge opvatting van de kindertijd. Ook hield hij rekening met de beperkte
vermogens van kinderen. Zo waarschuwde hij voor overlading.
John Locke (1632-1704): verdedigde ook een natuurlijke pedagogiek, zij het op een geheel andere
wijze, zonder pansofische pretenties.
Zijn bekendste opvoedkundige werk is zijn Some Thoughts COncerning Education (1693), een
bundeling van brieven over de opvoeding van een toekomstige landedelman.
Zijn overtuiging was dat de mens vooral door ervaring en dus ook door opvoeding wordt gevormd
(van nature is de mens een onbeschreven blad).
Opvoeding volgens een natuurlijk methode wil bij Locke verschillende dingen zeggen:
1. Een tamelijk ongedwongen stijl van met kinderen omgaan.
2. Kinderen laten wennen aan een natuurlijke levenswijze in de zin dat ze veel in de buitenlucht
vertoefden en niet te warme of knellende kleding moesten dragen.
3. Het kind behandelen als kind en als individu.
Francois Fénélon (1651-1715): wilde meisjes doelmatig voorbereiden op hun toekomstige taken:
opvoeden en het huishouden. Fénélon hechtte veel waarde aan de opvoeding van kleuters. Voor
kleuters stelde hij spelend leren voorop.
Het Piëtisme: een beweging waarin persoonlijke vroomheid centraal stond. Niet alleen moest het
geloof gezuiverd worden, ook het leven zelf. De piëtistische geloofsbeleving ging veelal gepaard met
sociale bewogenheid, die vooral in de negentiende eeuw tot filantropische initiatieven ten bate van
de armen zouden leiden. In Nederland organiseerde het piëtisme zich in de Nadere Reformatie
waarin de klemtoon lag op de praktijk van het alledaagse leven, op meditatie en persoonlijke
godservaring.
Het piëtisme had grote pedagogische betekenis omdat het zich vooral richtte op het christelijk
gezinsleven. Dat leidde tot adviezen aan ouders over de opvoeding van hun kinderen.
De bekendste vertegenwoordiger van de piëtistische pedagogiek was de Duitse lutheraan August
Hermann Francke (1663-1727): de eigen wil is een slechte leidraad. Van groot belang is volgens hem
dat de natuurlijke eigenwilligheid gebroken wordt. Francke verbond vroomheid met een nieuwe
vorm van vlijt, in de achttiende eeuw aangeduid als ‘industriositeit’.
1.4 de Verlichting en de achttiende eeuw
in de achttiende-eeuwse pedagogiek domineerde een intellectuele stroming die bekend is geworden
als de Verlichting. Uitgangpunt van deze stroming was de overtuiging dat de menselijke rede het
uiteindelijke criterium is bij het zoeken naar waarheid. Verlichte denkers toonden een grote aversie
tegen vooroordelen, bijgeloof en tegen het geloof in autoriteiten.
2
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Lilian0309. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.96. You're not tied to anything after your purchase.