Boek: Praktijkgericht onderzoek (opzetten, uitvoeren, analyseren en rapporteren)
Hoofdstuk 1: Onderzoeksperspectieven en methoden
1.1 Wat is onderzoek?
Er wordt van goed onderzoek gesproken als er sprake is van de volgende vijf voorwaarden of
kenmerken (o.a. Butter & Verhagen, 2014):
1. Betrouwbaarheid -> mate waarin het onderzoek precies en nauwkeurig is;
2. Validiteit -> de mate waarin de resultaten van een onderzoek geldig zijn en er daadwerkelijk
gemeten wordt wat de onderzoeker wilde meten;
3. Repliceerbaarheid -> in welke mate is het onderzoek herhaalbaar;
4. Objectiviteit -> onderzoek moet onafhankelijk van de opvattingen van de onderzoeker
worden uitgevoerd;
5. Ethisch verantwoord -> de uitvoering van het onderzoek mag in geen enkel opzicht schadelijk
zijn voor de betrokkenen bij het onderzoek.
Een onderzoeker moet netjes werken -> hij moet elke stap in het onderzoeksproces kunnen
verantwoorden.
Fundamenteel onderzoek = in eerste instantie gericht op het verkrijgen van (meer)
theoretisch inzicht, om op die manier meer kennis te verkrijgen en/of theorievorming te
verbeteren rond een bepaald thema. Fundamenteel onderzoek voegt iets toe aan de kennis.
Praktijkgericht onderzoek heeft als doel de praktijk verbeteren. Praktijkgericht onderzoek
lost een vraag of probleem op.
Aan de hand van goed onderzoek en het op de juiste wijze doorlopen en onderbouwen van
elke stap in de onderzoekscyclus kun je met meer zekerheid iets concluderen en adviseren
over de feromonen of het gedrag dat je bestudeert.
1.2 Verschillende onderzoeksperspectieven, methoden en technieken
Een perspectief is een manier van kijken.
De onderzoeksvraag moet zo specifiek mogelijk worden geformuleerd, omdat je dan het
beste kan bepalen welk perspectief (economisch, psychologisch of technisch) het beste
aansluit.
1.2.1 Verschillende perspectieven en stromingen
het doel van het specifieke onderzoek bepaalt welk perspectief, welke stroming en welke
specifieke onderzoeksmethode er gekozen moeten worden. Dit alles moet in elkaar
verlengde liggen en onderling consistent zijn.
Historisch gezien zijn er twee brede wetenschapsfilosofische perspectieven op onderzoek te
onderscheiden (Van den Bersselaar, 2003):
1. Inductie -> op grond van specifieke waarnemingen tot een algemene theorie komen.
2. Deductie -> op grond van een algemene theorie tot een specifieke verwachting of
veronderstelling (hypothese) komen. In deductief onderzoek je de theorie door de
hypothese te toetsen; als de hypothese niet ondersteund wordt, moet je de theorie
verwerpen.
Ook kunnen er twee wetenschapsfilosofische stromingen onderscheiden worden die wat
specifieker zijn dan de twee hoofdperspectieven (inductie & deductie) (Bersselaar, 2003):
1. Empirisch-analytische (positivistische) stroming -> in deze stroming, die haar oorsprong
heeft in de natuurwetenschappen, staat het verzamelen van feiten op basis van
zintuigelijke waarnemingen centraal. Deze methode wordt vaak toegepast in deductief
onderzoek;
2. Interpretatieve (fenomenologische en hermeneutische) stroming -> in deze stroming
gaat de onderzoeker niet af op de door onderzoek vastgestelde feiten, maar bestudeert
hij eerder de ervaringen van mensen. Deze methode wordt vooral toegepast in
inductieve onderzoeken.
De principes van inductie en deductie worden beide (op verschillende momenten) toegepast
in de empirische cyclus.
,Tabel 1.1
Empirisch-analytische stroming Interpretatieve stroming
(positivisme) (fenomenologisch en
hermeneutisch)
Visie op de wereld Wereld is extern en objectief Wereld is sociaal
geconstrueerd en subjectief
Wat wordt er gemeten? Objectieve, kwantitatieve Subjectieve (interpretatie van)
feiten meningen
Onderzoeksvoorbeeld Een vragenlijststudie naar de Twintig interviews met
tevredenheid en motivatie van sleutelfiguren binnen
de medewerkers van organisatie Y over hun
organisatie X; de onderzoeker motivatie om bij deze
analyseert de verkregen organisatie te blijven werken;
vragenlijstdata om zijn de onderzoeker analyseert de
hypothesen rond tevredenheid interviews en zoekt naar
en motivatie te toetsen verschillen en patronen om tot
conclusies (of proposities) rond
motivatie te komen
1.2.2 Verschillende methoden en technieken
Kwantitatieve onderzoeksmethode -> dit is onderzoek gericht op beschrijven of toetsen, dat
in meetbare eenheden of getallen is uit te drukken.
Kwalitatieve onderzoeksmethode -> dit is vaker exploratief onderzoek waarin rijke,
diepgaande informatie verzameld wordt.
Vaak gebruiken empirisch-analytisch (positivistisch) opgeleide onderzoekers een
kwantitatieve onderzoeksaanpak, terwijl interpretatief opgeleide onderzoekers vaker een
kwalitatieve onderzoeksaanpak gebruiken.
De keuze voor een bepaald ontwerp of bepaalde methode moet afhangen van de
onderzoeksvraag en (hiermee samenhangend) welke data je wilt gaan verzamelen.
Een onderzoekstechniek die dikwijls in kwantitatief onderzoek wordt gebruikt, is de
surveymethode, ook wel enquête- of vragenlijstonderzoek genoemd.
Onderzoeken die van zowel kwantitatieve als kwalitatieve methoden of technieken
gebruikmaken, worden mixed-method-onderzoeken genoemd.
Onderzoek die of meerdere kwantitatieve of verschillende kwalitatieve technieken
gebruiken, worden multi-method-onderzoeken genoemd (dus geen mix van kwalitatieve en
kwantitatieve dataverzameling).
!Zie figuur 1.1 op bladzijde 18
Ook verschillende onderzoekstechnieken in de mate waarin ze algemeen of specifiek zijn.
Etnografie: bestudeert de cultuur en manier van leven van een bepaalde samenleving op
beschrijvende wijze.
Vignetstudies zijn studies waarin onderzoekers casus (vignetten) voorleggen waarin ze een
situatie schetsen aan de hand van bepaalde kenmerken. Deze kenmerken variëren per
vignet. De ondervraagden moeten vervolgens hun waardering geven voor alle voorgelegde
situaties of vignetten.
Tabel 1.2
Wetenschapsfilosofisch Positivisme (empirisch- Interpretivisme
perspectief analytisch) (fenomenologisch/hermeneutisch)
Veelgebruikte Kwantitatief Kwalitatief
onderzoeksmethode
Passende Deskresearch Deskresearch
onderzoekstechnieken Vragenlijstonderzoek Interviewstudies
(surveys) Focusgroepen
, Secundaire data Casestudies
Casestudies Experiment
Experiment Observatie
(Computer) simulatie
Een veelvoorkomende onderzoekstechniek binnen praktijkgericht onderzoek is deskresearch.
Hierbij verzamelt de onderzoeker informatie over de te onderzoeken onderwerpen.
In het kort kan over experimenten gezegd worden dat deze worden uitgevoerd om te
achterhalen of een bepaalde variabele invloed uitoefent op een andere variabele en zo ja,
hoe groot die invloed dan is.
Bij een experiment wordt systematisch variatie aangebracht in de onafhankelijke variabele
(manipulatie).
Randomiseren is het aselect toewijzen van onderzoekseenheden aan groepen en het toeval
laten bepalen welke groep de experimentele en welke de controlegroep wordt.
Veldexperimenten zijn experimenten die in een echte (werk) omgeving plaatsvinden.
Bij een quasi-experiment is er wel sprake van een experimentele groep en een
controlegroep, maar deze indeling is niet door de onderzoeker tot stand gekomen.
Een verschil tussen een casestudy en een experiment is dat het onderzoek bij de eerste zo
veel mogelijk in de natuurlijke omgeving en bij de tweede zo veel mogelijk geïsoleerd
plaatsvindt. Een ander verschil is dat in het experiment het experiment het aantal variabelen
dat de onderzoeker onderzoekt zeer beperkt is, terwijl in een casestudy het aantal variabelen
uitgebreid is, soms zelfs meer dan het aantal onderzoekseenheden.
Bij een casestudy verzamelt de onderzoeker (kwalitatieve en/of kwantitatieve) data van een
of meerdere ‘cases’ om deze te kunnen beschrijven.
Hoofdstuk 2: De empirische en praktijkgerichte onderzoekscyclus
2.1 De empirische/theoriegestuurde cyclus
Empirische cyclus -> is als richtlijn voor (theorie gestuurd) onderzoek opgesteld. De volgende
onderzoeksfases volgen elkaar hierin op: waarnemen, proberen en evalueren van het
resultaat.
Volgens Korzilius (2000) zijn er vijf fasen te onderscheiden in de empirische cyclus:
1. Observatie -> in deze fase wordt het object van onderzoek verkent om tot de eerste
verwachtingen rond het object te komen;
2. Theorie bestuderen en hypothese(n) opstellen -> relevante literatuur wordt bestudeert
om zodoende algemene verwachtingen of hypothesen te kunnen formuleren waarmee
het kennisprobleem kan worden opgelost;
3. Voorspellingen doen -> de hypothesen worden SMART geformuleerd;
4. Onderzoeksdata verzamelen -> in deze fase wordt data verzamelt;
5. Evaluatie -> in deze fase wordt bepaald of het onderzoek goed is verlopen en of het
kennisprobleem is opgelost.
!Zie figuur 2.1 op bladzijde 26
2.2 De cyclus voor praktijkgericht onderzoek
Cyclus van praktijkgericht onderzoek: het oplossen van een concreet probleem staat
centraal, maar wel aan de hand van wetenschappelijk onderzoek.
2.2.1 Toelichting bij de fasen van praktijkgericht onderzoek
!Zie figuur 2.2. op bladzijde 29
De cyclus van praktijkgericht onderzoek:
1. Fase 1: Probleemdefinitie opstellen -> het achterhalen van het ‘echte’ probleem is een
belangrijk onderdeel van deze eerste fase;
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Lilian0309. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.95. You're not tied to anything after your purchase.