Dit is een samenvatting op basis van de cursus die werd uitgegeven door professor Moonen. Ik heb me voor deze samenvatting volledig gebaseerd op de cursus, aangezien er in de lessen niet zo veel aanvulling was met uitzondering van de actualiteit die de prof er bij betrok.
,Inleiding
1. Recht en publiekrecht
Het recht is een middel om de samenleving te ordenen en vorm te geven.
Het recht vormt een systematisch en logisch opgebouwd geheel van overkoepelende
principes en specifieke regels, die een onderlinge samenhang vertonen en elkaar niet
tegenspreken à recht = ‘systeem’
De overheid is in staat om de afdwinging van een regel te garanderen: ze kan je dus
verplichten de regel na te leven, desnoods door dwang of sancties.
Recht is een onderdeel van de maatschappij en weerspiegelt die in grote mate. Recht is net
een poging van de mens om de maatschappij te vatten door er orde en voorspelbaarheid in
te brengen op de manier die gemeenschappelijk het beste lijkt.
Recht is een rationeel opgebouwd geheel van precies afgelijnde begrippen en normen
waaraan van overheidswege opgelegde, minstens van overheidswege erkende, sancties
kleven, die langs instellingen kunnen worden afgedwongen en waarvan de bedoeling is de
orde in de samenleving te organiseren, te handhaven of te herstellen.
Recht wordt ingedeeld in 2 grote groepen: publiekrecht en privaatrecht
- Publiekrecht: regelt de situatie van de overheid en de relaties tussen de overheid en
de burger
- Privaatrecht: regelt de situatie van de individuele burger en zijn relaties met andere
burgers
2. De kernboodschap
“België is een meergelaagde, democratische rechtsstaat in Europa.”
1
,DEEL I: België, zijn burgers en hun rechten
3. Wat is de Belgische staat
In het privaatrecht spreken we bijvoorbeeld over de ‘staat van de persoon’ waarmee we de
kenmerken bedoelen die de positie van een mens in de samenleving juridisch afbakenen.
De staat is de basisentiteit waarbinnen het nationale publiekrecht vorm krijgt.
3.1 Constitutieve bestanddelen van de staat
In het internationaal recht is een ‘staat’ een rechtssubject dat aan enkele specifieke
kenmerken voldoet.
3.1.1 Een permanente bevolking
Elke staat oefent alleszins gezag uit over een min of meer vaste groep van personen. Ze
kunnen ook samen burger zijn van dezelfde staat, ook al verschillen ze op veel vlakken van
elkaar. Ze delen dan de nationaliteit van die staat. Personen kunnen soms ook 2
nationaliteiten (bipatriditeit) hebben, of helemaal geen (apatriditeit).
België heeft een permanente bevolking
3.1.2 Een afgebakend gebied
Elke staat oefent gezag uit over een afgebakend territoriaal gebied en deze
gezagsuitoefening is in beginsel exclusief. Het grondgebied van een staat omvat de
landoppervlakte binnen zijn grenzen. De ondergrond en de binnenwateren horen daarbij.
Kuststaten oefenen ook gezag uit over de territoriale zee. Voor de kuststaten zijn er dan ook
enkele bijhorende rechten over de exclusieve economische zone en het continentaal plat.
Ook heeft elke staat rechten over het luchtruim dat onderworpen is aan internationale
verdragen.
3.1.3 Een overheid
Een overheid is een entiteit die in staat is om wetten te maken, te besturen en recht te
spreken.
De bevolking aanvaardt het gezag van de overheid omdat zij daaraan deelnemen. In andere
staten zullen afwijkende legitimeringen van toepassing zijn, zoals (andere) politieke of
religieuze ideologieën.
3.1.4 Erkenning?
Een nieuwe staat kan onstaan door:
- Secessie (afscheiding): waarbij een bepaalde bevolking zich met een bepaald
grondgebied afscheidt van een bestaande staat en een eigen overheid inricht.
2
, - Fusie: afzonderlijke staten beslissen om samen één nieuwe staat te worden/op te
richten
- Dismembratio: het uiteenvallen van één staat in verschillende staten
- Annexatie (vroeger): een staat hield op met bestaan door annexatie
De Belgische Staat is in 1830 ontstaan door afscheiding van het Verenigd Koninkrijk der
Nederlanden door een revolutie à “monsterverbond” à “Voorlopig Bewind” riep op 4
oktober 1830 de Belgische onafhankelijkheid uit
In november volgden verkiezingen, waarbij het Nationaal Congres werd verkozen. De grote
Europese mogendheden kwamen over de situatie bijeen op de Conferentie van Londen en
erkenden de Belgische onafhankelijkheid. Op 21 juli 1831 legde Leopold I de eed af als eerste
koning der Belgen.
Een erkenning is de rechtshandeling waarbij een andere staat het bestaan van een (nieuwe)
staat bevestigt. De (nieuwe) staat verwerft daardoor in de ogen van de bestaande staat
internationale rechtspersoonlijkheid. Daardoor kunnen beide met elkaar rechtsbetrekkingen
aanknopen. Een erkenning is eenzijdig en niet verplicht en kan expliciet of impliciet zijn.
Een erkenning is niet vrijblijvend. Ze heeft retroactieve (terugwerkende) werking en kan dus
ook niet worden ongedaan gemaakt.
In beginsel erkennen staten andere staten, niet de regeringen van die staten. Een nieuwe
regering of regeringsvorm betekent dan ook niet dat er een nieuwe erkenning moet
gebeuren.
De Nederlanden erkenden de Belgische onafhankelijkheid pas in 1839 met het Verdrag der
XXIV artikelen, ook bekend als het Verdrag van Londen. De definitieve grenzen van België
werden vastgesteld in het Verdrag van Maastricht in 1843.
3.2Gevolgen van de kwalificatie als staat
3.2.1 Rechtspersoonlijkheid
België beschikt over rechtspersoonlijkheid. Het is een rechtssubject naar internationaal
recht. Dat betekent dat de Belgische staat in het rechtsverkeer als een afzonderlijk
bestaande entiteit beschouwd wordt.
3.2.2 Soevereiniteit
De interne soevereiniteit betekent dat de Belgische staat het recht heeft om zijn eigen
rechtsordening te bepalen.
De externe soevereiniteit betekent dat ze het recht heeft om ongestoord te functioneren,
zonder inmenging van andere staten.
Staten kunnen hun soevereiniteit ook overdragen aan supranationale instellingen. België
heeft dat gedaan obv art. 34 Gw.
Staten kunnen de uitoefening van hun soevereiniteit ook binnen de eigen structuren
toewijzen aan andere dan de nationale overheid, bijvoorbeeld door het opzetten van
federale structuren. Ook dit is in België gebeurd.
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller tifanyjacobs. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $11.15. You're not tied to anything after your purchase.