Marketing hoofdstuk 1 marketing en marketingconcept
Marketing: Is alle activiteiten verricht door ruilsubjecten, die erop gericht zijn om
ruiltransacties te bevorderen, te vergemakkelijken en te bespoedigen.
Markt: Is het geheel van omstandigheden waaronder gevraagde en aangeboden
hoeveelheden van een bepaald goed of dienst tegen een bepaalde prijs worden verkocht.
Concrete markt: Is een plaats waar verschillende aanbieders producten aanbieden aan een
aantal vragers. Dit is een plek waar u heen kunt gaan bijvoorbeeld de wekelijkse markt in
een dorp. Zoals het woord concreet al zegt is deze markt zicht en tastbaar.
Abstracte markt: Wanneer men geen echt contact met elkaar hoeft te hebben om een
product van eigenaar te doen verwisselen. Bij een abstracte markt kunt u denken aan een
niet zichtbare markt zoals bijvoorbeeld de handel in aandelen.
Businessmarkt: Goederen of diensten leveren tussen bedrijven. (zakelijk)
Consumentenmarkt: Goederen of diensten leveren aan de consument.
Marketingconcept: De wijze waarop invulling kan worden gegeven aan de
marktbenadering, waarbij ervan uitgegaan wordt dat ruiltransacties het best tot stand komen
door de behoeften van de afnemers als uitgangspunt te nemen bij de activiteiten van de
organisatie.
Demarketing: Activiteiten die worden ondernomen door een of meer aanbiedende
marktpartijen en die er op zijn gericht de vraag naar een bepaald product of dienst terug te
dringen.
Interne marketing: Marketing die interen in een bedrijf word gebruikt bijvoorbeeld
communicatie tussen collega’s en de baas.
Micromarketing: Intern in het bedrijf
Mesomarketing: Extern maar zelfde branche en samenwerkende partijen
Macromarketing: Extern vanuit de maatschappij
*Hoofdstuk 2 meer uitleg over
Bartering: Ruilen
,Productoriëntatie: Het uitgangspunt dat ruiltransacties het best tot stand komen door veel
aandacht te besteden aan kwaliteitsverbeteringen van het product. Deze oriëntatie wordt
gekenmerkt door een grote mate van interne gerichtheid.
Verkopersmarkt: Markt waarop de vraag groter was dan het aanbod en de aanbieders of
verkopers het voor het zeggen hadden, ten koste van de klanten. Schaarse producten.
Kopersmarkt: Markt waarop het aanbod groter is dan de vraag waardoor kopers sterker
staan dan verkopers. Agressieve verkooptechnieken om producten aan de man te brengen
zijn het resultaat.
Verkooporiëntatie: Het uitgangspunt dat ruiltransacties het best tot stand komen door de
nadruk te leggen op communicatie- en distributie-inspanningen.
Klantgerichtheid: Het gericht zijn op de klant; het afgestemd, het toegespitst zijn op de
behoeften van de klant.
Maatschappelijke marketing oriëntatie: Aanvulling op het marketingconcept waarbij ook
rekening gehouden wordt met neveneffecten van de ruilprocessen op langere termijn.
Maatschappelijk verantwoord ondernemen (mvo): Ondernemen waarbij het
bestaansrecht niet alleen gezien wordt in het kader van het maken van winst of
winstmaximalisatie, maar als een samenspel van economische, ecologische en sociale
factoren.
Marketinginstrument: Middel dat kan worden ingezet bij het bevorderen, vergemakkelijken
en bespoedigen van ruiltransacties.
Vier p’s: Prijs, product, plaats en promotie.
Marketingmix: De combinatie en afstemming van de door een organisatie gehanteerde
marketinginstrumenten die gericht zijn op één of meer doelgroepen binnen een bepaalde
markt.
Doelgroep: Verzameling (potentiële) afnemers waarop de organisatie zich richt en waarvoor
zij specifieke marketingactiviteiten onderneemt.
Productattributen: Eigenschap of kenmerk van een product, zowel in materiële (tastbare)
als in immateriële (niet-tastbare) zin (productkenmerk, producteigenschap, product feature).
LEREN!
ß
,4 C’S: Het gaat nu om de vier C’s: Customer’s Solution, Cost to Customer, Convenience en
Communication.
Soorten marketing
Relatiemarketing: Is een vorm van marketing die de nadruk legt op klantbehoud en
klanttevredenheid, in plaats van de focus te leggen op verkooptransacties. (lange termijn)
Transactiemarketing: Ook wel traditionele, klassieke of massamarketing genoemd. Zoveel
mogelijk geld verdienen. (korte termijn)
Consumentenmarketing: Marketingactiviteiten van de producent gericht op de consument.
Detailhandelsmarketing: Marketingactiviteiten van de detaillist gericht op de consument.
Groothandels / detaillistenmarketing: Marketingactiviteiten van de groothandel gericht op
de detailhandel.
Handelsmarketing: Marketingactiviteiten van de producent gericht op de detaillist.
Commerciële marketing: Marketingactiviteiten met als doel winst maken.
, Marketing hoofdstuk 2 marketingomgeving
Soorten omgevingsfactoren
Er zijn 3 soorten omgevingsfactoren, dit zijn micro- meso- en macro- omgevingsfactoren.
1. Micro-omgevingsfactoren
Alle variabelen die vanuit de organisatie zelf komen en het marketingbeleid kunnen
beïnvloeden. “Interne omgevingsfactoren”
2. Meso-omgevingsfactoren: Voor het beleid van een organisatie relevante onbeheersbare
en beperkt beïnvloedbare “externe omgevingsfactoren” die hun oorsprong vinden in de
bedrijfstak of branche waartoe de organisatie behoort.
3. Macro-omgevingsfactoren Voor een individuele organisatie relevante “externe
omgevingsfactoren” en onbeheersbare invloeden vanuit de maatschappij.
Conclusie:
Micro= intern in het bedrijf
Meso= extern maar zelfde branche en samenwerkende partijen
Macro= extern vanuit de maatschappij
Micro- omgevingsfactoren
Ondernemingsfuncties:
Meerwaarde: Je spreekt van
meerwaarde als het product voor de afnemers meer waard is dan wat het gekost heeft
Sub optimalisatie: Als je niet klantgericht werkt en de verschillende afdelingen elkaar
belemmeren en dit ten koste gaat van het resultaat
Meso- omgevingsfactoren
Marktpartijen: Alle personen en instellingen binnen de bedrijfskolom die zich bezig houden
met het product van oerproducent naar eindgebruiker.
Belangengroepen(stakeholders): De groepen of personen die belang hebben bij hhet
reilen en zeilen van een onderneming, en die hier ook invloed op uitoefenen. Denk
bijvoorbeeld aan de overheid of inversteerders
Publieksgroepen: Dit zijn groepen uit het algemeen publiek van wie de organisatie de
organisatie afhankelijk is en die zijn gevormd door interesse voor een aan de organisatie
gerelateerd thema. Denk hierbij aan milieuorganisaties, omwonenden en journalisten
Public relaties: Dit is voor het belang van belangrijke relaties met de dergelijke groepen
Just-in-time-levering: Dbeoogt levering van de benodigde producten van de juiste kwaliteit
in de juiste hoeveelheid op het juiste moment
Concurrent: Aanbieder die zich op dezelfde groep potentiele afnemers richt
Merkconcurrentie: Concurrentie tussen merken van een bepaald product, bijv suv`s
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller StudentCEDBC. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $9.70. You're not tied to anything after your purchase.