Interpersoonlijke communicatie
Cues & signals
De term cue komt uit de wereld van regisseurs. Het zijn dingen die je doet die een acteur een seintje geven dat
het tijd is om iets te doen. Een cue is dus iets waar je als ontvanger op reageert. Een signal is iets wat gezegd of
gedaan wordt, en wat bedoeld is om informatie te geven aan de ontvanger.
Cue is dus eerder vanuit het ontvangerperspectief, signal is eerder vanuit het zenderperspectief.
Defining communication
Lasswell creëerde één van de eerste en meest invloedrijkste communicatiemodellen. Het is een zeer oud
model, er zijn dus een aantal bedenkingen bij:
- Het model gaat ervan uit dat de communicatie maar in één richting gaat. Er wordt niet over feedback
van de ontvanger gesproken. Communicatie is bidirectioneel of multidirectioneel, niet unidirectioneel.
- Termen zoals ‘channel’ en ‘medium’ zijn vrij vaag. Als je face to face spreekt tegen elkaar, is er dan ook
sprake van een kanaal? Dit zijn dus vage termen waar je niet veel mee aanvangt
- Het effect is meer dan enkel feedback.
- Er ligt geen focus op hoe en waarom we communiceren. Wat zijn nu juist de cues en de signals? Hoe
komt het dat de mens ook het meest ontwikkeld is op het vlak van communicatie? Op deze twee
vragen gaan we ons focussen in deze cursus.
- Het model ziet communicatie echt als een informatietransfer. Hij heeft het model ontwikkeld in een
periode waarin de moderne massamedia nog niet bestond of nog niet optimaal werkte. Er was dus
twijfel of de informatie van de zender wel hetzelfde overkwam bij de ontvanger. We kunnen het hem
dus niet kwalijk nemen dat het model er zo uit ziet. Maar met de jaren is het duidelijk geworden dat
ons brein niet puur een informatieverwerker is. Het brein kan je nog beschouwen als de
informatieverwerker maar de menselijke geest is veel meer een betekenisverwerker, en eigenlijk moet
het brein ook als een betekenisverwerker gezien worden.
Is the brain an information processor?
Bij deze afbeelding denk je aan de Mona Lisa. Bij de tweede afbeelding denk je hier ook aan. Er worden dus
twee totaal verschillende sets van informatie gegeven maar toch geven wij er dezelfde betekenis aan, ons brein
ziet er twee keer hetzelfde in.
Bij het tweede voorbeeld zien we een foto van acteur Brad Pitt. Ook deze afbeeldingen verwerken we als iets
van betekenis, niet van informatie. Bij elke foto herkennen wij Brad Pitt.
Wat er in ons brein gebeurt is dat we op basis van verschillende informatie, dezelfde betekenissen kunnen
herkennen.
Christof Koch – fMRI
Hij projecteerde foto’s van celebrities en keek wat er gebeurde in de hersenen bij het zien van die foto’s. Hij zag
dat bij elke celebrity een andere set van neuronen actief werden. Elke celebrity had dus zijn of haar eigen setje
neuronen.
1
,De verschillende foto’s van Halle Berry doen telkens hetzelfde gebied in de hersenen oplichten. Zijn conclusie
was dat exacte informatie er niet echt toe doet, zolang de betekenis van Halle Berry herkenbaar was, ging
hetzelfde gebied in de hersenen oplichten. Dit wil zeggen dat zij een bepaalde betekenis heeft in onze hersenen
en dat die betekenis belangrijker is dan de informatie.
Het brein is dus een betekenisverwerker, geen informatieverwerker. Maar hoe wordt betekenis gecreëerd?
op zoek naar een definitie voor communicatie die focust op betekenis
Dit boek vertrekt vh uitgangspunt dat ook non-verbaal gedrag communicatie is. In dit boek beschrijven ze
communicatie als volgt: human communication is the process of one person stimulating meaning in the mind of
another person (or persons) by means of verbal and/or nonverbal messages. Deze definitie bevat dus
verschillende componenten en geeft aan welke de grote delen van deze cursus zijn.
De focus ligt op cues & signals
Cues is communicatie bekijken vanuit het perspectief van de ontvanger. Signalen zijn de tekens die de zender
creëert om betekenis te stimuleren in het hoofd vd ontvanger, dit is dus communicatie bekeken vanuit het
perspectief van de zender.
Waarom een cursus interpersoonlijke communicatie in een opleiding
die focust op massamediale communicatie?
- Massamediale comm bouwt eigenlijk verder op interpersoonlijke processen. Je kunt je afvragen of
massamediale comm veel meer is dan gemedieerde interpersoonlijke comm.
- De effecten van massamediale comm ondergaan een hoge impact als je kleine aanpassingen gaat
doen aan de interpersoonlijke comm. Het uiteindelijke effect van massamediale comm kan je pas
begrijpen als je aandacht hebt voor de interpersoonlijke comm die binnen zo’n massamedium
plaatsneemt.
Mmc largerly boils down to IPC
Hier een aantal voorbeelden waarbij je je kunt afvragen of het nu massamediale comm is of ipc. Massamediale
comm wordt dus niet altijd zo ervaren.
Er is ook zoiets als persoonlijke verkoop. Reclame die speciaal voor jou gemaakt is kan aangevoeld worden als
ipc terwijl het eigenlijk massamediale comm is. Wanneer je Friends kijkt bijvoorbeeld krijg je het gevoel van ipc
dankzij de personages en de setting van de meubels enzovoort. Ook nieuwslezer Wim De Vilder probeert ons
persoonlijk aan te spreken door in de camera te kijken. Hierdoor krijgen we het gevoel dat hij tegen ons
spreekt.
Ipc also impacts mmc effects
Toegepast op reclame:
Reclame moet de aandacht trekken van mensen.
Gezichten zijn heel belangrijk, gezichten trekken aan. We zullen meer aandacht hebben voor reclame met een
gezicht dan zonder.
Ad-likeability komt neer op het leuk vinden van de advertentie. Deze blijkt een belangrijke voorspeller te zijn
van de uiteindelijke advertentiewerking, het effect ervan. Als je kleine non-verbale elementen, non-verbale
interpersoonlijke cues in advertenties steekt heeft dit dan ook een effect op de ad-likeability.
2
, Faces in ads attract attention
Voor veel producten heb je geen gezicht nodig om te tonen hoe het werkt, maar in hun advertenties wordt er
wel heel vaak een gezicht gebruikt. Denk bijvoorbeeld aan gezichten op reclame voor parfum.
Om te onderzoeken wat mensen aanspreekt in een advertentie kunnen we gebruik maken van eye-tracking.
Een eye-tracker volgt je ogen en kijkt naar wat je kijkt op het scherm.
Wanneer mensen in een experiment 4 foto’s kregen (waarvan 3 zonder gezicht) was er op de heatmap te zien
dat de meeste aandacht naar de foto ging met het gezicht op. Een heatmap geeft weer waar het meest naar
gekeken wordt.
Nonverbal IPC has an impact on ad-likeability
Wat maakt nu dat we een advertentie goed of slecht vinden? Hoge/lage ad-likeability.
Een emotionally competent stimuli = men steekt een stimulus in een advertentie die in staat is om emoties,
gevoelens in het brein vd consument op te roepen. Typische voorbeelden zijn mooie mensen, mooie muziek,
mooie landschappen… Het doel hiervan is om een eerste bewuste gevoelsreactie te creëren. Het is dan de
bedoeling dat de ad-likeability dan ook brand-likeability wordt.
Emotionally competent stimuli
Kerst is iets wat bij veel mensen emoties oproept. De kerstman is dan ook een emotionele competente
stimulus die Coca-Cola uitgevonden heeft. De kerstman die we nu denken is dikker en de lichaamsbouw van
iemand laat ons bepaalde karakteristieken toekennen aan hen. De man waarop de kerstman gebaseerd is, Saint
Nicholas, is een magere man, dit geeft de indruk dat hij kil en streng is. Men heeft met de kerstman een sterke
link gemaakt tussen die emotionele competente stimulus (de kerstman zelf) en hun product. Hij heeft ongeveer
dezelfde kleuren als een coca colaflesje. Vervolgens is de keuze van kerstman ook goed, door de kerstman te
koppelen aan coca cola gaan mensen ook in de winter een frisse cola willen drinken.
Simples ECS: e.g. attractive models in ads
De meeste merken gebruiken simpelere emotionele competente stimuli zoals sexy mensen.
A little experiment
Als je zou moeten kiezen tussen al deze foto’s welke ad waarschijnlijk de hoogste ad-likeability zou krijgen
kiezen we altijd voor de meest aantrekkelijke optie. Hier liggen processen aan de basis waarvan we ons dikwijls
niet bewust zijn. Als je bijvoorbeeld moet kiezen tussen een vrouw met een zandloperfiguur en een vrouw
zonder, zullen de meeste mensen voor het zandloperfiguur kiezen omdat dit een teken is voor vruchtbaarheid.
Maar bij het kiezen van de meest aantrekkelijke afbeelding zal je hier niet uitgebreid over nadenken. Dit
gebeurt dus onbewust.
In deze cursus gaan we zowel intentionele als niet-intentionele communicatie bekijken.
Conclusie: ipc is essentieel in een opleiding die vooral focust op massamediale comm.
3
, Chapter 1 - Introduction: communication and the hidden motives
underlying our behavior
A. Conscious and unconscious processes in the brain
From unconscious to conscious…and back again
Kuhn heeft met zijn boek duidelijk gemaakt dat wetenschap niet zozeer evolueert maar dat er revolutionaire
stappen zijn in de wetenschap. Die stappen noemt hij paradigm shifts.
Een paradigma is een bepaalde manier van naar de wereld te kijken. Een paradigma shift is dus een
verandering in de manier waarop je naar de wereld kijkt.
In de menswetenschappen gingen Skinner en Watson uit van dit stimulusmodel. Ze stellen een
onderzoeksobject bloot aan een stimulus en bekijken dan wat de respons hierop is. Wat er hiertussen gebeurt
is niet belangrijk, kunnen we niet weten en houden we dus buiten beschouwing. We kunnen precies meten wat
de stimulus is en wat die respons is.
Jung en Freud zijn wetenschappers uit de dieptepsychologie of psychoanalyse. Dieptepsychologen focussen
zich dan wel op de black box uit het stimulusmodel. Maar nadien bleek dit nonsens.
Rond de jaren 60 komt er een nieuw paradigma in de sociale wetenschappen: het cognitieve paradigma, the
cognitive revolution. De focus ligt op mentale processen zoals conatieve, cognitieve en affectieve processen.
Ons gedrag is niet puur een reactie op een stimulus, wij geven een betekenis aan een stimulus en dit bepaalt
uiteindelijk ons gedrag. Er werd aangenomen dat het brein een informatieverwerker is, en met de opkomst van
de computer kon die informatieverwerker ook op een manier nagebootst worden.
Depth psychology
Er is Freud met zijn Es, Ich en Über-Ich systeem.
Jung zei dat er een collectief onbewust systeem is die allerlei soorten archetypes bevatten. Jung heeft enorm
veel materiaal verzameld waardoor zijn theorie langer heeft overleefd dan de ideeën van Freud.
Deze twee psychologen zijn dus weinig wetenschappelijk te werk gegaan.
The cognitive paradigm (SSSM): the brain is a computer
Het brein als een informatieverwerker.
SSSM = standard social science model. Standard slaat niet op het model, het is geen standaardmodel maar het
is een model over standard social science.
In de psychologie vinden we dan de theory of planned behavior of the theory of reasoned action terug. In de
communicatiewetenschappen is er the information model.
Modellen die hier dan een beetje van afwijken zijn degene op dia 21. We zien dus dat er stilaan een paradigma
shift kan komen. In de comwet gaan we eerder naar het transactionele model. Hierbij probeert een zender een
betekenis te stimuleren in het hoofd van de ontvanger.
In de psychologie is het dual systems theory. Deze zegt dat er in ons brein 2 processing systems zijn: systeem 1
en systeem 2. Systeem 1 kan je zien als het klassieke systeem dat ze bedoelden bij het cognitieve paradigma.
Systeem 1 is eerder het emotionele. Systeem 1 is geen minderwaardig broertje van systeem 2, het is een
krachtig systeem.
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller comwet01. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.89. You're not tied to anything after your purchase.