Gedrags- en persoonlijkheidsdiagnostiek bij volwassenen
Institution
Vrije Universiteit Brussel (VUB)
Samenvatting van het vak 'gedrags- en persoonlijkheidsdiagnostiek bij volwassenen', gedoceerd door professor Baetens aan de VUB.
Deze samenvatting is een samenwerking tussen 2 personen en werd gebaseerd op de hoorcolleges, de powerpoints en onze beide notities.
gedrags en persoonlijkheidsdiagnostiek bij volwassenen
vub
Written for
Vrije Universiteit Brussel (VUB)
Psychologie
Gedrags- en persoonlijkheidsdiagnostiek bij volwassenen
All documents for this subject (1)
2
reviews
By: EvieJ • 3 year ago
By: NiekeKwanten • 3 year ago
Seller
Follow
eadmas
Reviews received
Content preview
Gedrags- en persoonlijkheidsdiagnostiek bij volwassenen
Leerdoelen
Vakinhoudelijke competentie
o De student heeft kennis van en inzicht in klinische psychodiagnostiek bij
volwassenen.
o De student kan op een wetenschappelijk onderbouwde wijze uitvoering geven aan
het psychodiagnostisch proces (van intake tot rapportage) en psychodiagnostiek van
klinische casussen in hun totaliteit beoordelen.
Meer specifiek:
o Student verwerft voldoende kennis zodat deze inzicht heeft op de voorwaarde voor
kwaliteitsvolle diagnostiek, waarbij rekening wordt gehouden met een evidence-
based benadering, een hypothese toetsend model, en een deontologische kadering
o Aan de hand van casussen op papier kan de student klinische grondvragen
(onderkenning, verklaring, predictie, indicatie) formuleren en beantwoorden.
Hierbij kan de student:
o Een typisch ontwikkelingsverloop van psychologisch functioneren en disfunctioneren
op verschillende domeinen (biologisch, psychologisch, sociaal) beschrijven.
o Hypothesen (onderkenning, verklaring, predictie en indicatie) formuleren.
o Betrouwbare en valide instrumenten selecteren en toetsingscriteria opstellen om de
hypothesen te toetsen.
o Testresultaten interpreteren.
o Hypothesen evalueren in het licht van de testresultaten.
o Het integratieve samenspel van psychologisch (dis)functioneren verschillende
domeinen (biologisch, psychologisch, sociaal) beschrijven.
o Het resultaat van het psychodiagnostisch proces integratief schriftelijk weergeven in
een geïntegreerd besluit en dit mondeling toelichten aan een cliëntsysteem.
1
,Hoofdstuk 1: inleiding
1. Psychodiagnostiek
1.1. Definitie
In het dagelijks leven gaan we het gedrag van mensen observeren, begrijpen en op basis
hiervan gedrag proberen voorspellen. Dit gebeurt vaak onbewust, intuïtief en niet-
systematisch, gekleurd door onze eigen emoties en stereotiepen. In de psychodiagnostiek
gaan we gedrag, gedachten en emoties systematisch analyseren met als doel te begrijpen en
te voorspellen.
Klinische psychodiagnostiek = “de oordeelsvorming aangaande psychische disfuncties of
gedragsmoeilijkheden en sterktes, waarbij de benadering van het probleem op de
wetenschappelijke psychologie gebaseerd is en waarbij het essentieel is de persoon (of het
systeem) zodanig te begrijpen dat uit de structurering van diens probleem relevante
aanwijzingen voor de therapie voortvloeien. Deze oordeelsvorming is een procesmatig
gebeuren dat plaatsvindt en evolueert in de interactie tussen cliënt en klinisch psycholoog.”
(Houben, 1986)
Psychologische diagnostiek = vertrekt van waarneembaar gedrag om uitspraken te kunnen
doen over niet-waarneembaar gedrag. Psychologische diagnostiek is gefundeerd op een
wetenschappelijke basis en heeft de mogelijkheid om menselijk gedrag, kenmerken en
capaciteiten te vertalen in een aantal andere gedragingen dat maakt dat men deze
beschrijvingen kan vergelijken met andere personen en groepen van personen.
1.2. Perspectieven
Dé diagnostiek bestaat niet. Diagnostiek en wat normaliteit en abnormaliteit betekenen,
hangt af van de verschillende invalshoeken die elkaar min of meer aanvullen zoals
1) De statistische benadering
2) De psychosociale benadering
3) De wettelijke benadering
4) De persoonlijke benadering
o Nomothetische diagnostiek vs. Exploratieve diagnostiek
- Normatieve diagnostiek = diagnostiek obv gestandaardiseerde instrumenten. De
codering is onafhankelijk van de beoordelaar en bestaat uit scores. Voordelen
hiervan zijn de objectiviteit, betrouwbaarheid, validiteit en efficiëntie.
- Exploratieve diagnostiek = diagnostiek obv niet-gestandaardiseerde bevraging. De
diagnostiek is afhankelijk van het interpretatiekader van de beoordelaar die een
zo compleet mogelijke beschrijving geeft. Voordelen hiervan zijn de exploratie,
flexibiliteit en inhoudelijke vrijheid.
2
,1.2.1. De statistische benadering
Statistische normaliteit ~ statistische norm
De statistische benadering is gebaseerd op de gauscurve (= normaalverdeling). We kijken
hierbij naar de cut-offs, de 2 standaardafwijkingen boven en onder het gemiddelde, om te
bepalen wanneer er van de normgroepen afgeweken wordt.
1.2.2. De psychosociale benadering
Psychosociale normaliteit ~ norm in de maatschappij
o Normaal = sociaal aanvaardbaar
o Abnormaal = sociaal onaanvaardbaar
Een nadeel van deze benadering is dat ze afhankelijk is van normen en waarden, tijd en
cultuur.
1.2.3. De wettelijke benadering
Wettelijke normaliteit ~ oordelingsvermogen
o Normaal = toerekeningsvatbaar
o Abnormaal = ontoerekeningsvatbaar
Een nadeel hiervan is het vaststellen van de betrouwbaarheid en het feit dat dit vaak
onbevredigend is voor een groot deel van de maatschappij (voelt aan alsof de schuld niet
wordt toegekend). De opvattingen over oorzaak en behandeling hiervan zijn biologisch,
psychologisch en sociaal.
1.2.4. De persoonlijke benadering
Persoonlijke normaliteit ~ de subjectieve ervaring
o Normaal = geen of klein ongemak
o Abnormaal = persoonlijk lijden
Nadelen van deze benadering zijn dat ze ideosyncratisch is en er kans bestaat op
misperceptie en overdrijving.
1.3. De pijlers van kwalitatieve psychodiagnostiek
Kwalitatieve psychodiagnostiek kent 6 pijlers:
1) Evidence-based
2) Hypothesegenererend en -toetsend
3) Vraaggestuurd en handelingsgericht
4) Gebaseerd op een kritisch-reflectieve houding als practitioner-scientist
5) Een ontmoeting tussen de cliënt, zijn/haar context en de diagnosticus
6) Ethisch en gebaseerd op de deontologische code van de psychodiagnosticus
3
, 1.3.1. Evidence-based
Evidence-based handelen = het oordeelkundig en gewetensvol gebruik maken van de best
beschikbare wetenschappelijke kennis bij beslissingen omtrent de cliënt of zorgverlening aan
deze cliënt. Hierbij wordt naast wetenschappelijke evidentie ook rekening gehouden met de
klinische bruikbaarheid van wetenschappelijke kennis, de unieke problemen en sterktes van
de cliënt, zijn/haar noden, rechten en voorkeuren.
1.3.2. Hypothesegenererend en -toetsend
Psychodiagnostiek wordt gekaderd binnen de diagnostische cyclus. Binnen de diagnostische
cyclus wordt er vertrokken vanuit een hypothese-genererend en -toetsend
empirisch/hermeneutisch model, waardoor we ons als diagnosticus beschermen voor
oordeelsfouten.
1.3.3. Vraaggestuurd en handelingsgericht
Kwaliteitsvolle psychodiagnostiek vertrekt steeds vanuit individuele hulpvragen van de
cliënt, diens context en de vragen van de aanvragers. Psychodiagnostiek is per definitie
handelingsgericht of beslissingsgericht én, in een klinische setting, therapiegericht.
1.3.4. Gebaseerd op een kritisch-reflectieve houding als practitioner-scientist
Het is belangrijk om steeds een evenwicht te zoeken tussen klinische expertise en evidence-
based praktijk met een kritisch-reflectieve attitude.
1.3.5. Een ontmoeting tussen cliënt, zijn/haar context en diagnosticus
Psychodiagnostiek vindt plaats in de intermediaire ruimte tussen de cliënt, zijn/haar context
en de diagnosticus. Psychodiagnostiek is procesgericht én cliëntgericht. We gaan samen met
de cliënt het proces doorlopen om diens emoties samen te begrijpen.
1.3.6. Ethisch en gebaseerd op de deontologische code van de psychodiagnosticus
Psychodiagnostiek is per definitie ethisch en gebaseerd op de deontologische regelgeving:
de plichten van de clinicus en de rechten van de cliënt (zoals bijvoorbeeld het inzage- en
correctierecht van het verslag), maar ook de grenzen van het beroepsgeheim.
2. Diagnostische cyclus
De empirische cyclus (ontwikkeld door De Groot):
1) Observatie
= verzamelen van gegevens
2) Inductie
= formuleren van hypothesen
-> vereist theoretische kennis van de psychopathologie
3) Deductie
= toetsbare voorspellingen afleiden
4) Toetsen
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller eadmas. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.57. You're not tied to anything after your purchase.