Thema 5 Regeling en waarneming
Basisstof 3: Het zenuwstelsel
Het zenuwstelsel bestaat uit het centrale zenuwstelsel en het perifere zenuwstelsel.
Centrale zenuwstelsel —> bestaat uit de grote hersenen, kleine hersenen, hersenstam en
ruggenmerg.
Perifere zenuwstelsel —> bestaat uit zenuwen. De zenuwen verbinden het centrale zenuwstelsel
met alle delen van het lichaam.
Je kunt het zenuwstelsel ook indelen op grond van de functie: animale zenuwstelsel en het
autonome/vegetatieve zenuwstelsel.
Animale zenuwstelsel —> regelt bewuste reacties en de houding en beweging van het lichaam.
Autonome/vegetatieve zenuwstelsel —> regelt de werking van inwendige organen (bijv de
hartslagfrequentie, vertering, nierwerking etc).
Een prikkel is een invloed uit het milieu op een organisme.
Voorbeelden hiervan zijn lichtstralen en geuren.
Onder invloed van prikkels ontstaan in zintuigcellen impulsen.
Deze impulsen worden door zenuwen naar je hersenen geleid.
Daar worden de impulsen verwerkt. De hersenen reageren door
impulsen af te geven. Deze gaan bijv naar spieren of klieren.
Dus:
Prikkel - impuls - via zenuw naar hersenen - impuls van
hersenen naar spieren of klieren.
Zintuigen worden receptoren genoemd —> ze vangen prikkels
op en zetten deze om in impulsen.
Neuronen geleiden impulsen en worden conductoren genoemd.
Spieren reageren op impulsen door samen te trekken of te
ontspannen. Klieren reageren op impulsen door stoffen af te
scheiden Ze worden effectoren genoemd.
Neuronen
Het zenuwstelsel bestaat uit neuronen (zenuwcellen) en gliacellen.
Gliacellen:
- kunnen zich delen
- Zorgen voor de stevigheid van zenuwweefsel
- Beschermen en voeden neuronen
- Handhaven de homeostase van de weefselvloeistof die de neuronen omgeeft.
Neuronen:
- geleiden impulsen
- Geven signaalmoleculen af (neurotransmitters)
Is opgebouwd uit een cellichaam met uitlopers. In het cellichaam bevinden zich de kern en het
grootste deel van het cytoplasma met mitochondriën, ribosomen en endoplasmatisch reticulum.
Neuronen kunnen impulsen ontvangen en doorgeven. Een uitloper die impulsen ontvangt en naar
het cellichaam toe geleidt, heet een dendriet. Een uitloper die impulsen van het cellichaam af
geleidt, heet een axon.
De uiteinden van dendrieten en axonen zijn meestal sterk vertakt. Hierdoor kan een neuron
contact hebben met veel andere cellen.
Pagina 1
, Axonen:
- Meeste zijn omgeven door een
myelineschede. Een uitloper zonder
myelineschede noemen we
ongemyeleiniseerd.
↪︎ een myelineschede bestaat uit de
Cellen van Schwann. Tussen twee
cellen zit een kleine onderbreking een
insnoering.
- De vertakkingen van een axon
eindigen in synapsen.
↪︎ hier worden impulsen van de ene
cel naar de andere cel doorgegeven.
- Wanneer een impuls aankomt in
het uiteinde van een axons,
versmelten blaasjes met
neurotransmitters in het uiteinde
van dit axon met het
celmembraan.
Er zijn drie typen neuronen:
- Sensorische neuronen
(gevoelszenuwcellen) geleiden
impulsen van receptoren naar het
centrale zenuwstelsel. Een
sensorische neuron heeft een
lange dendriet en een korte axon.
- Schakelneuronen (schakelcellen)
geleiden impulsen binnen het
centrale zenuwstelsel. Ze
ontvangen impulsen van de
sensorische en geven door aan
motorische neuronen.
- Motorische neuronen
(bewegingszenuwcellen) geleiden
impulsen van het centrale
zenuwstelsel naar spieren en
klieren. Een motorisch neuron
heeft meerdere korte dendrieten en
een lang axon.
Zenuwen
De uitlopers van sensorische en motorische neuronen liggen bij elkaar in zenuwen. De
myelineschede isoleert uitlopers in een zenuw van elkaar. Om een zenuw ligt een laag
bindweefsel: deze zorgt voor bescherming.
Er zijn drie typen zenuwen:
- Een gevoelszenuw bevat alleen uitlopers van sensorische neuronen. (Bijv oogzenuw)
- Een bewegingszenuw bevat alleen uitlopers van motorische neuronen.
- Een gemengde zenuw bevat zowel uitlopers van sensorische neuronen als van motorische
neuronen. (Bijv zenuwen die armen of benen verbinden met het ruggenmerg)
Alle organen zijn voorzien van uiteinden van zenuwcellen, dit heet innervatie.
Pagina 2
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller fleurkievit1. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.88. You're not tied to anything after your purchase.