100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting management accounting 2 HF 10 t/m 18, geen hf 13 $5.35   Add to cart

Summary

Samenvatting management accounting 2 HF 10 t/m 18, geen hf 13

 31 views  4 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

Samenvatting van alle hoofdstukken voor het tentamen van management accounting 2. Hoofdstuk 10 t/m 18, met uitzondering van 13.

Preview 3 out of 17  pages

  • No
  • 10, 11, 12, 14, 15, 16, 17, 18
  • May 16, 2021
  • 17
  • 2020/2021
  • Summary
avatar-seller
Management accounting 2
Hoofdstuk 10
10.1 De doelstelling van de beslisser

In een onderneming speelt zich een transformatieproces af: in algemene termen geformuleerd
worden ‘inputs’ omgezet in ‘outputs’. De inputs worden aangeschaft op de inkoopmarkt en de
outputs worden verkocht op de verkoopmarkt. Er wordt geïnvesteerd in productiemiddelen omdat
er wordt verwacht dat ze leiden tot waardecreatie.

Bedrijfswaarde/ indirecte opbrengstwaarde: de waarde van de productiemiddelen afgeleid uit de
waarde van de ermee te vervaardigen en te verkopen goederen of diensten. Niet met zekerheid vast
te stellen.

Directe opbrengstwaarde: de netto-opbrengst van de productiemiddelen als zij door de onderneming
verkocht worden in plaats van voor voortgezette bedrijfsuitoefening gebruikt te worden. Afhankelijk
van:

 Is er een koper die de verschillende productiemiddelen in een ondernemingsverband
bijeenhoudt, of moeten ze los van elkaar verkocht worden?
 Is er sprake van courante productiemiddelen of betreft het uiterst gespecialiseerd materieel
dat slechts voor enkele bedrijven interessant is?
 Dient de verkoop van de onderneming op zeer korte termijn zijn beslag te krijgen of heeft
men tijd om rustig naar een koper te zoeken?
 Is er in de bedrijfstak sprake van een tekort aan productiecapaciteit of juist van
overcapaciteit?

Netto-opbrengstwaarde: het bedrag waartegen het productiemiddel naar verwachting verkocht kan
worden onder aftrek van nog te maken kosten.

Bounded rationality: de geestelijke vermogens van de mensen zijn beperkt. Hij of zij kan niet aan
alles tegelijk denken en is niet in staat alle consequenties van een beslissing te overzien.

10.2 Onzekerheid en risicohouding

States of nature: omgevingsvariabelen. Ze omvatten alle buiten de macht van de onderneming
liggende factoren die bepalend zijn voor het al of niet succesvol zijn van alle beslissingen.

Risicohouding:

Risicoafkeer: onzekerheid wordt negatief gewaardeerd.

Risicovoorkeur: onzekerheid wordt positief gewaardeerd.

10.3 Beslissingsondersteunende technieken

Om een beslisser te kunnen ondersteunen, is het noodzakelijk dat er minimaal de volgende
informatie beschikbaar is:

 Er is bekend welke omstandigheden van invloed zijn op de uitkomst van de beslissing en welk
verband gelegd kan worden tussen die omstandigheden en de financiële uitkomst van de
beslissing.

,  Er is bekend wat de best mogelijke uitkomst van de beslissing is en wat de slecht mogelijk
uitkomst is.

Het hangt van de gradatie van het risico af, welke beslissingsondersteunende technieken ingezet
kunnen worden. Daarbij de volgende situaties te onderscheiden:

 Er kan geen kansverdeling worden opgesteld met betrekking tot de states of nature.
 Op basis van ervaring of intuïtie van de beslisser kan er een waarschijnlijkheidsverdeling
opgesteld worden ten aanzien van de states of nature. (subjectieve kansen)
 Op basis van theoretische of empirische uitgangspunten kan er een kansverdeling opgesteld
worden met betrekking tot de states of nature. (objectieve kansen)

Als er geen kansverdeling mogelijk is zijn de volgende methodes toepasbaar:

 Maximax: bedoeld voor de optimistische beslisser, iemand met risicovoorkeur. Er wordt
gekeken na de best mogelijke uitkomst van een alternatief en vervolgend wordt het
alternatief met de best mogelijke uitkomst gekozen.
 Maximin: bedoeld voor de pessimist, de risicoafkeurige beslisser. Hij brengt eerst in kaart
wat de slechts mogelijke uitkomst van een alternatief is en kiest vervolgend het alternatief
met de beste slechtst mogelijke uitkomst.
 Maximaxregret: gebaseerd op de spijt die een beslisser achteraf kan hebben van een keuze
voor een alternatief dat later het verkeerde alternatief blijkt te zijn. De beslisser kiest het
alternatief waarbij de mogelijke spijt het geringst is.

Door de beschikbaarheid van een kansverdeling kunnen we twee grootheden berekenen:

1. Verwachte waarde: dit is de maatstaf voor de opbrengst die uit een beslissing voortvloeit.
Alle mogelijke uitkomsten worden vermenigvuldigd met de kans dat ze zich zullen voordoen;
de uitkomsten worden opgeteld. De verwachte waarde geeft de centrale tendentie aan.
2. Standaarddeviatie: dit is de maatstaf voor het risico. De standaarddeviatie geeft aan in
hoeverre de mogelijke uitkomsten afwijken van de verwachte waarde. Voor elke mogelijke
uitkomst wordt de afwijking ten opzichte van de verwachte waarde bepaald. Deze afwijking
wordt gekwadrateerd, om te voorkomen dat positieve en negatieve afwijkingen elkaar
compenseren. Vervolgens wordt vermenigvuldigd met de kans op de betreffende uitkomst.
Alle aldus verkregen bedragen worden opgeteld en van de uitkomst wordt de wortel
genomen.

Iso-nutscurven: lijnen die combinaties weergegeven van verwachte waarde en risico die hetzelfde
nut opleveren. Hoe meer naar rechts hoe hoger het nut.

Zekerheidsequivalenten: de snijpunten van de iso-nutscurven met de horizontale as. De waarde met
zekerheid verkregen, die hetzelfde nut oplevert als andere mogelijke uitkomsten waaraan
onzekerheid kleeft.

Objectieve kansverdeling: gaat om empirische kansen, die gebaseerd zijn op waarnemingen uit het
verleden. Gaat om routinematige beslissingen, want alleen daarvoor zijn waarnemingen in
voldoende mate voorhanden. Bovendien moeten de historische waarnemingen representatief zijn
voor de toekomst, alleen dan kunnen ze gebruikt worden bij het opstellen van een kansverdeling.

Normale verdeling: de verdeling die bij een grafische voorstelling een perfect klokvormig model
geeft. Kan volkomen beschreven worden door een gemiddelde en standaarddeviatie.

, Hoofdstuk 11
11.1 Investeringsbeslissingen

Investeringsproject: het totaal van de met elkaar samenhangende investeringen in vaste en vlottende
activa.

Investeringsbeslissingen kenmerken zich door hun lange termijn karakter. Een investeringsbeslissing
is een keuze om vermogen aan te wenden voor een bepaald doel. Vermogen is niet onbeperkt
beschikbaar en brengt kosten met zich mee. Er is sprake van een of/of beslissing en daarmee gaan
per definitie opportunity cost gepaard.

Selectiemethode; de selectiemethode die ingezet kunnen worden om een keuze te maken uit
alternatieve investeringsprojecten kunnen worden onderscheiden in methoden die gebaseerd zijn op
een winstbedrag en methoden die zijn gebaseerd op een kasstroom. Bij de methoden die een
kasstroom als uitgangspunt nemen, kan een nadere onderverdeling gemaakt worden naar de mate
waarin ze rekening houden met tijdvoorkeur.

Tijdvoorkeur: houdt in dat aan een euro die nu wordt ontvangen, een hogere waarde wordt
toegerekend dan aan een euro die pas over een jaar binnen zal komen.

Cost voor de beat uitgaat: er dient geld gestoken te worden in een project dat pas later geld zal
opleveren.

11.2 Gemiddelde boekhoudkundige rentabiliteit

Rentabiliteit kan algemeen geformuleerd worden gedefinieerd als de verhouding tussen de
opbrengst en het geïnvesteerde vermogen dat de opbrengst mogelijk heeft gemaakt.

Operationele winst / bedrijfsresultaat: de winst zonder dat er rekening gehouden is met de
financieringskosten van het project.

De gemiddelde boekhoudkundige rentabiliteit houdt geen rekening met tijdvoorkeur: een winst
gebaseerde selectiemaatstaf houdt immers geen rekening met feitelijke kasstromen. Het
investeringsbedrag wordt door middel van de afschrijvingen uitgesmeerd over de gebruiksjaren.

11.3 Terugverdienperiode

Er zal gerekend moeten worden in ontvangsten en uitgaven.

Terugverdienperiode / pay back period houdt rekening met de tijdvoorkeur, door investeringsuitgave
enerzijds en de netto-ontvangsten die daaruit voortvloeien anderzijds tegenover elkaar te zetten. De
terugverdienperiode is dan de periode waarbinnen de investeringsuitgave weer in de vorm van
netto-ontvangsten is terugverdiend.

Bezwaren tegen deze methode:

1. De timing van de ontvangsten innen de terugverdienperiode wordt niet meegewogen.
2. Met de ontvangsten na de terugverdienperiode wordt geen rekening gehouden.

11.4 Nettocontantewaardemethode

Een euro die nu geïnvesteerd wordt, weegt voor een ondernemer ‘zwaarder’ dan een euro die over
een jaar als gevolg van de investering ontvangen wordt.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ninavanelburg. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.35. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67474 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.35  4x  sold
  • (0)
  Add to cart