100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Probleem 1 IFR $3.44   Add to cart

Summary

Samenvatting Probleem 1 IFR

 2 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Uitwerkingen Inleiding fiscaal recht probleem 1

Preview 1 out of 4  pages

  • May 16, 2021
  • 4
  • 2020/2021
  • Summary
avatar-seller
Probleem 1

1. Wat is de betekenis van voorheffing, belastingplichtige, inhoudingsplichtige en heffingskortingen?

Belastingplichtige
Een belastingplichtige is een natuurlijk persoon die een bepaald inkomen genereerd (bijvoorbeeld een werknemer).
Wanneer een belastingplichtige belastbaar inkomen genereerd, ontstaat materiele belastingschuld. Deze materiele
belastingschuld wordt bekend aan het einde van het kalenderjaar. Wanneer deze materiele belastingschuld
geformaliseerd is, ontstaat de verplichting inkomensbelasting te betalen. Formalisering kan onder andere gebeuren door
een aanslag. Men is belastingplichtig wanneer (art. 2.1 IB):
a. Men in Nederland woont
b. Men van een Nederlands inkomen geniet

Inhoudingsplichtige = Iemand die belasting inhoudt op het loon van de werknemer. Degene zal op aangifte een bedrag
afdragen om de belastingschuld van de belastingplichtige te verminderen (bijvoorbeeld een werkgever).

Voorheffing (art. 9.2 IB) = het aftrekken van belasting over een kortere termijn dan een kalenderjaar (bijvoorbeeld
loonbelasting).

Loonbelasting = belastingen zo veel mogelijk betalen bij het ontvangen van de inkomsten. Bij loonbelasting wordt de
belasting al bij de bron geïnd (directe belasting, art. 1 LB).

Heffingskorting = er wordt rekening gehouden met de persoonlijke omstandigheden van de belastingplichtige. Deze
heffingskortingen bestaan uit een algemene heffingskorting (art 8.10 IB) en kortingen afhankelijk van persoonlijke situaties
(art 8.11-20 IB).


2. Welke rol speelt een aanslag in de belastingaangifte procedure?

Bij aanslagbelastingen wordt de materiele belastingschuld door de inspecteur geformaliseerd door middel van een
aanslag. Dit gebeurt bijvoorbeeld bij inkomstenbelasting. De inspecteur kan van een aangifte afwijken en heeft zelfs geen
aangifte nodig om dit op te leggen (art. 11 AWR). De inspecteur heeft drie jaar om de aanslag op te leggen, wanneer
uitstel voor aangifte wordt aangevraagd, komt het uitstel hierbij. Wanneer het na deze termijn wordt opgelegd is de
aanslag vernietigbaar. Wanneer de inspecteur nieuwe feiten ontdekt die hem nog niet bekend was op het moment van
het opleggen van de aanslag, kan hij een navordering opleggen (art. 16 AWR). Wanneer de belastingplichtige echter te
kwader trouw is heeft de inspecteur geen nieuw feit nodig, dit is ook het geval in andere gevallen vermeld in art. 16 lid 2.
De termijn voor een naheffing is vijf jaar plus eventueel uitstel.

Bij aangiftebelastingen kan de belastingplichtige zelf aangifte doen en het verschuldigde bedrag betalen, of de
inhoudingsplichtige kan aangifte doen en een bedrag afdragen om de belastingschuld van de belastingplichtige te
verminderen. In dit systeem zijn er in principe geen aanslagen. Maar wanneer achteraf blijkt dat er nog iets betaald moet
worden, kan de inspecteur een naheffingsaanslag opleggen. Bij naheffingen geld het vereist van een nieuw feit niet,
omdat op dit punt de inspecteur zijn eerste standpunt inneemt. Ook kan de inspecteur de belastingplichtige verplichten
aangifte te doen met een uitnodiging daartoe (art. 6 AWR jo. art. 8 lid 1 AWR).


3. Hoe werkt beroep en bezwaar in het belastingrecht?

Bezwaar
Volgens art. 8:1 Awb kan een belanghebbende beroep instellen bij de rechtbank, nadat degene bezwaar heeft gemaakt
(art. 7:1 lid 1 Awb). In art. 26 AWR is bepaald dat tegen een besluit genomen over de belastingwet alleen beroep kan
worden ingesteld wanneer het gaat om:
- Een belastingaanslag en de verrekening van voorlopige aanslagen en voorheffingen
- Voor bezwaar vatbare beschikkingen
- De voldoening of afdracht op aangifte of de inhouding door een inhoudingsplichtige van een bedrag als belasting

Massaal bezwaar is ook mogelijk volgens art. 25a AWR. Hierbij worden meerdere bezwaren over een bepaalde
rechtsvraag gebundeld. De bezwaartermijn (art. 22j AWR) en het horen van belanghebbende (art. 25 AWR) wijken af van
het de normale procedures in het Awb.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller bodriesen. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.44. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

73314 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$3.44
  • (0)
  Add to cart