100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Probleem 3 IFR $3.44   Add to cart

Summary

Samenvatting Probleem 3 IFR

 5 views  1 purchase
  • Course
  • Institution

Uitwerkingen Inleiding fiscaal recht probleem 3

Preview 2 out of 6  pages

  • May 16, 2021
  • 6
  • 2020/2021
  • Summary
avatar-seller
Probleem 3

Economische levensduur = de levensduur gelet op technologische ontwikkelingen op dat terrein
Boekwaarde = aanschaffingswaarde van een bezitting, minus de afschrijvingen en schulden
Fiscale reserves = bedragen die opzij kunnen worden gelegd en afgetrokken mogen worden van de winst

1. Wanneer ben je een ondernemer?

Inkomstenbelasting

Onderneming
En onderneming is een duurzame organisatie van kapitaal en arbeid met als doel in het economische verkeer winst te
behalen. De verkoop met een incidenteel karakter en verkoop in de privésfeer is dus geen onderneming. Het
winstoogmerk moet ook voldoen aan de subjectieve toets: ‘redelijkerwijs voordeel kunnen verwachten’. Anders zouden
‘ondernemingen’ die verlies verwachten te maken van belastingaftrek kunnen genieten. In de rechtspraak zijn een aantal
‘hulpfactoren’ gegeven om erachter te komen of sprake is van een onderneming:
- Men loopt specifieke ondernemingsrisico’s
- Het aantal opdrachtgevers of afnemers
- De bekendheid naar buiten
- De omvang van de netto voordelen ten opzichte van overige inkomen
- Meer arbeid verrichten dan bij normaal vermogensbeheer
- Een hoger (beoogd) rendement behalen, dan bij een normaal vermogensbeheer te verwachten is
- De aard van de werkzaamheden
- De omvang van de investeringen

Ondernemer
Een ondernemer is de belastingplichtige die een onderneming runt en zich gebonden heeft aan verbintenissen met deze
onderneming (art. 3.4 IB). In de praktijk is het niet moeilijk om te zien wie ondernemer is. Om als ondernemer aangemerkt
te worden moet men aan het urencriterium voldoen: gedurende een kalenderjaar moet de ondernemer minimaal 1225
uur aan zijn onderneming besteden (art. 3.6 lid 1 IB).

Medegerechtigde
Degene bij wie de beloning vooral afhankelijk is van het resultaat van de onderneming wordt ook belast (art. 3.3 IB). Dit
zijn:
- Personen die medegerechtigd zijn tot het vermogen van een onderneming
- Personen die een geldlening aan de ondernemer hebben verstrekt. Deze geldlening moet de volgende kenmerken
hebben:
o De geldlening heeft een karakter van eigen vermogen, of
o De vergoeding van deze geldlening is afhankelijk van de winst uit onderneming
Wanneer in de tekst van de bepaling waarin een faciliteitgeregeld is de belastingplichtige staat, geld deze faciliteit voor
zowel medegerechtigden als ondernemers, die al dan niet voldoen aan het urencriterium voldoen.

Omzetbelasting
Alleen een ondernemer (art. 7 OB) kan btw in rekening brengen en heeft recht op aftrek van voorbelastingen. Een
ondernemer is ieder die een bedrijf zelfstandig uitoefent.

Ieder
Onder het begrip ieder vallen natuurlijke personen en rechtspersonen. Ook samenwerkingen zonder rechtspersoonlijkheid
worden aangemerkt als ondernemer. Anders dan bij de inkomstenbelasting waarbij gekeken wordt naar individuele
ondernemers, wordt bij de omzetbelasting naar de eenheid gekeken. Hierdoor kunnen ook bijvoorbeeld verenigingen als
ondernemers worden gezien.

Bedrijf
Een bedrijf is een organisatie van kapitaal en arbeid die gericht is om zo duurzaam mogelijk in het maatschappelijke
ruilverkeer behoeftes te bevredigen. Hierbij hoeft geen winst beoogd te zijn. Dit begrip is dus ook anders binnen de
inkomstenbelasting, omdat daar juist over de winst wordt geheven. De omzetbelasting beoogt omzet te belasten, of er
nou winst is of niet. In de OB wordt ook een zelfstandig uitgeoefend beroep aangemerkt als bedrijf (art. 7 lid 2 OB). Onder
kapitaal kan worden verstaan alle materiele voorzieningen die nodig zijn voor het drijven van een zelfstandige

, economische activiteit. Er wordt arbeid verricht wanneer een vermogensbestanddeel zelfstandig wordt geëxploiteerd om
opbrengsten ervan te krijgen.

Zelfstandig
Van zelfstandigheid is sprake wanneer een persoon activiteiten uitvoert voor eigen rekening en eigen verantwoording.
Een persoon die ondergeschikt is zal dus nooit als ondernemer worden beschouwd.

Wanneer een prestatie om niet wordt uitgevoerd is geen sprake van ondernemerschap. Deze prestaties worden namelijk
niet in het economische verkeer verricht. Dit geld ook voor prestaties die in de EU verboden zijn zoals drugshandel en de
handel in vals geld. Sommige verboden handelingen worden echter wel belast, omdat zij concurreren met legale
exploitatievormen.


2. Wat kan fiscaal aangemerkt worden als winst?

De winst uit een onderneming wordt belast in Box 1 (art. 3.1 e.v. IB). Het belastbare winst uit inkomen wordt genoten
door zelfstandige ondernemers, vrije beroepsoefenaren, maten in een maatschap, firmanten in een vennootschap onder
firma en medegerechtigde tot het vermogen van een onderneming.

Totale winst (art. 3.8 IB) = winst gedurende het bestaan van de onderneming
De totaalwinst wordt als volgt berekend:
+ Vermogen van de onderneming
+ Onttrekkingen = overbrenging van ondernemingsvermogen naar privévermogen
- Kapitaalstortingen = overbrenging van privévermogen naar ondernemingsvermogen
- Beginvermogen van de onderneming

Vermogensetikettering
Een ondernemer kan zelf kiezen of hij/zij gebruik maakt van het ondernemingsvermogen of het privévermogen om
resultaat te behalen, mits dit redelijk blijft. Dit heet vermogensetikettering. Hierbij kunnen drie soorten vermogen worden
onderscheiden:
- Verplicht ondernemingsvermogen = het vermogensbestanddeel wordt (vrijwel) uitsluitend ten behoeve van
onderneming gebruikt
- Verplicht privévermogen = het vermogensbestanddeel wordt (vrijwel) niet voor de onderneming gebruikt
- Keuzevermogen = het vermogensbestanddeel dat zowel zakelijk als privé wordt gebruikt
Wanneer een ondernemer een roerend of onroerend gebruikt voor zijn of haar onderneming maar ook voor privégebruik,
wordt de waarde forfaitair vastgesteld (art. 3.19 en 3.20 IB). Wanneer een woon-winkelpand kan worden gesplitst moet
dit gebeuren en moeten beide delen een verschillend vermogensetiket krijgen.

Jaarwinst (art. 3.25 IB) = de basis van de jaarlijkse heffing van inkomstenbelasting
De jaarwinst kan op twee manieren berekend worden:
1. Opbrengsten verminderd met zakelijke kosten (goed koopmansgebruik)
2. Fiscaal eindvermogen min fiscaal beginvermogen (art. 3.26 t/m 3. 39 IB) + privéonttrekkingen min privéstortingen
(art. 3.19 en 3.20 IB) (wettelijke regels)

De jaarwinst wordt vooral bepaald door de toerekening van de opbrengsten en de kosten aan de jaren volgens goed
koopmansgebruik en door de waarderingsregels. Goed koopmanschap betekend dat de boekhouding op een algemeen
geaccepteerde manier gedaan wordt en dus naar waarheid is ingevuld. De ondernemer kan zelf de winst bepalen, zolang
dit algemeen aanvaardbaar is en niet in strijd met de wet. Wanneer een methode gekozen is, kan niet snel van methode
veranderd worden. De Hoge Raad ziet het begrip goed koopmansgebruik als een dynamisch begrip en het verandert dus
steeds. Om goed koopmansgebruik beter te begrijpen zijn er een aantal beginselen bij dit begrip:
- Realiteitszin = de feiten zijn gebaseerd op de waarheid
- Voorzichtigheid = de ondernemer moet zijn winst voorzichtig inschatten
- Eenvoud = het systeem moet uitvoerbaar zijn en passen bij de onderneming
- Realisatiebeginsel = de opbrengst kan tot winst worden berekend wanneer een vordering is ontstaan en een
prestatie is geleverd
- Matchingbeginsel = kosten die aan opbrengsten zijn toe te rekenen, worden in aanmerking genomen in het jaar
waarin de opbrengsten tot die winst zijn gerekend

Ook de wetgever heeft een aantal wettelijke regels opgenomen voor de berekening van winst in art. 3.26 t/m 3.30a IB.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller bodriesen. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.44. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

73314 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$3.44  1x  sold
  • (0)
  Add to cart