100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Probleem 1 ISR $3.38   Add to cart

Summary

Samenvatting Probleem 1 ISR

1 review
 2 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Uitwerkingen inleiding strafrecht probleem 1

Preview 2 out of 5  pages

  • May 16, 2021
  • 5
  • 2020/2021
  • Summary

1  review

review-writer-avatar

By: alexanderloudon • 2 year ago

avatar-seller
Probleem 1

1. Wanneer is iemand een verdachte?

Onschuldpresumtie = de verdachte wordt als onschuldig gezien totdat het tegendeel is bewezen

Art. 27 Sv bepaalt wie als verdachte kan worden aangemerkt:
Lid 1: Als verdachte wordt, voordat de vervolging is aangevangen, aangemerkt als degene te wiens
aanzien uit feiten of omstandigheden een redelijk vermoeden van schuld aan een strafbaar feit
voortvloeit.
Lid 2: Daarna wordt als verdachte aangemerkt degene tegen wie de vervolging is gericht.

Lid 1 is een materieel criterium, op grond van inhoudelijke overwegingen moet worden beoordeeld
of iemand als verdachte kan worden aangemerkt.
Lid 2 is een formeel criterium, die gericht is op een proces.

Er moet dus sprake zijn van een redelijk vermoeden dat de persoon een strafbaar feit heeft gepleegd.
Deze vermoeden moeten voortkomen uit omstandigheden of feiten. Het vermoeden kan eerder
ontstaan dan dat er daadwerkelijk een verdachte kan worden aangewezen. Het vermoeden kan
bijvoorbeeld ontstaan wanneer iemand aangifte doet van een gestolen auto, wanneer uiteindelijk
iemand in deze gestolen auto rijdt, kan er een redelijk vermoeden ontstaan dat hij deze auto heeft
gestolen. Ook kan het vermoeden en wanneer iemand verdachte wordt op hetzelfde moment vallen,
bijvoorbeeld als iemand op heterdaad wordt betrapt.

Om onderscheid te maken tussen verdachte en niet-verdachte in een situatie zijn het Hollende
kleurling arrest en het Stormsteeg arrest van belang.

Hollende kleurling-arrest

Feiten
Twee agenten surveilleren in de buurt van de Warmoesstraat in het centrum van Amsterdam. Zij zien een getinte
man uit de richting van een café rennen die bekend staat om drugshandel. De man houdt zijn linkerhand op zijn
jaszak. Hierdoor denken de agenten dat de man drugs bij zich heeft en houden de man staande. De man wil zich
niet legitimeren en de agenten willen hem fouilleren. De man verzet zich en er valt vervolgens een zakje heroine
op de grond. De man wordt vervolgd voor heroinebezit (strafbaar volgens de Opiumwet) en weerspannigheid (art.
180 Sr).

Rechtsvraag
Is de man terecht voor deze aanklachten vervolgd?

Oordeel
Voor weerspannigheid is vereist dat iemand zich met geweld verzet tegen een ambtenaar die rechtmatig een
handeling toepast. In dit geval gaat het om de fouillering waartegen de man zich verzette. De fouillering moet
rechtmatig zijn, hiervoor wordt art. 56 Sv erbij gepakt. Deze zegt dat fouilleren alleen mag wanneer er ernstige
bezwaren (zwaardere graad van verdenking) zijn. Eerst moest dus na worden gegaan of de man wel verdachte
was in de zin van art. 27 Sv. Hierin oordeelt de rechter van niet, het enige wat de agenten hadden waargenomen
is dat de man uit de richting kwam rennen van een café waar drugs werd gehandeld, dit levert op zichzelf geen
grond voor verdenking op, en dus ook niet op ernstige bezwaren. Het fouilleren van de man was dus
onrechtmatig, waardoor er geen sprake kan zijn van weerspannigheid in de zin van art. 180 Sr.

, Stormsteeg-arrest

Feiten:
Er liep een man door de Stormsteeg in Amsterdam, met zijn handen stevig in zijn zak, hij schrok bij het zien van de
agenten, en rende vervolgens weg. De Stormsteeg staat bekend als een plaats waar veel drugs werd gehandeld en
gebruikt.

Rechtsvraag:
Mocht de verdachte gefouilleerd worden?

Oordeel van de Hoge Raad:
De Hoge Raad oordeelde dat er onder deze omstandigheden sprake was van ernstige bezwaren en dat op grond
hiervan de verdachte mocht worden gefouilleerd?



Verschillen arresten
In het Hollende kleurling-arrest ging het om een man die kwam aanrennen uit de richting van een
café dat bekend stond vanwege drugshandel en in het Stormsteeg-arrest was de man nog niet aan
het rennen en leidde zijn plotselinge beweging en schrikreactie tot een verdenking. Ook stond de
Stormsteeg bekend als een straat waar drugshandel aanwezig was. Hieruit blijkt dus dat er per
omstandigheid gekeken moet worden of aan de verdachte-criterium van art. 27 lid 1 Sv is voldaan.


2. Hoe is een strafbepaling opgebouwd?

Formeel strafrecht = strafprocesrecht
Materieel strafrecht = welk gedrag strafbaar is
Sanctierecht = de voorwaarden waaronder bepaalde straffen mogen worden opgelegd en ten uitvoer
mogen gelegd
Commuun strafrecht = het strafrecht dat in de wetboeken is opgenomen
Bijzonder strafrecht = strafbepalingen in andere wetten

Een strafbepaling bestaat uit:
- Een delictsomschrijving = welk ongewenst gedrag de wetgever strafbaar heeft willen stellen
- Een kwalificatie-aanduiding = hoe het gedrag in juridisch opzicht moet worden benoemd
- Een strafbedreiging = wat voor soort straf hierbij kan worden opgelegd en wat het maximum
is


3. Wanneer is een zaak een strafbaar feit?

Een strafbaar feit is een menselijke gedraging die valt binnen de grenzen van een delictsomschrijving,
die wederrechtelijk is en aan schuld te wijten. Er zijn vier componenten (vierlagenmodel) die
cumulatieve voorwaarden zijn waaraan moet zijn voldaan voordat iemand gestraft kan worden.

Bestanddelen
Een bestanddeel van een strafbepaling zijn de bestanddelen die je kunt terugvinden in de wettekst.
De onderdelen van de delictsomschrijving zijn dus bestanddelen. Er moet aan alle bestanddelen
worden voldaan om de delictsomschrijving te vervullen. De officier van justitie moet alle
bestanddelen in de tenlastelegging opnemen.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller bodriesen. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.38. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

79976 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$3.38
  • (1)
  Add to cart