In dit document worden paragraaf 2,3,4,5,8,9 en 10 samengevat van hoofdstuk 2 van het boek buiteNLand voor 3 vwo. De samengevatte paragraven zijn de theorie paragraven uit het boek. De samenvatting is voornamelijk geschreven aan de hand van begrippen en voorbeelden.
Het heelal bestaat uit veel sterren met daaronder de zon.
Zon= (net als alle sterren) gloeiendhete gasbol die energie produceert. Plantenen draaien
om de zon heen, dit zijn koude bollen die verwarmd en verlicht worden door de zon. De
planeten die het dichtste bij de zon staan, bestaan uit vast gesteente. Andere bestaan uit
gas.
Overeenkomsten tussen de Aarde, Venus en Mars:
1. Ongeveer even groot
2. Bestaan uit hetzelfde materiaal
3. Vergelijkbare opbouw
4. Staan vrij dicht op de zon
Er zijn ook verschillen: Op aarde zijn er veel organismen en is het land bedekt met planten.
Dit kan niet op de andere planten door hun korst:
Þ Aarde: de aarde bestaat uit oceaanboden en continenten. Omdat oceaanboden
bestaat uit basalt (dat heel zwaar is) ligt dit veel lager. De continenten bestaan uit
lichtere gesteente als graniet en sedimentgesteente.
Organische sedimentgesteente: alle gesteente die ontstaan uit de overblijfselen van planten
en dieren. Overal op aarde komt dit gesteente voor.
Tijdens het leven van heel erg veel klakdieren en planten werd er CO2 opgenomen uit de
atmosfeer. Hierdoor is de samenstelling van de atmosfeer veranderd. Grote hoeveelheden
CO2 zitten door de vorming van gesteente opgeslagen in de aardkorst. Omdat er nu zoveel
organisch sedimentgesteente is, denk men dat de atmosfeer vroeger grotendeels uit CO2
bestond.
Hoe de aarde ontstond (het begin):
1. Alles op aarde was heet en gesmolten.
2. De aarde koelt langzaam en de aardkern, aardmantel, en aardkorst worden gevormd.
3. Door een enorme vulkanische activiteit komt er waterdamp en CO2 in de atmosfeer.
4. Tijdens het afkoelen condenseerde een groot deel van de waterdamp tot water.
5. Langzaam werden omstandigheden geschikt voor levende organismen.
Aantekeningen: Aantekeningen:
De aarde bestaat uit 3 soorten gesteente: Verwering: het kapotgaan van de buitenkant
1. Basalt (oceaan) van de aardkorst onder invloed van natuurlijke
2. Graniet (land) processen die te maken hebben of zijn
3. Sedimentgesteente (kan fossielen beïnvloed door het weer en klimaat.
bevatten) Erosie: het verslijten van het
verweringsmateriaal en de ondergrond tijdens
het transport van het verweringsmateriaal
, Paragraaf 3 het gezicht van de aarde verandert
Uit 4 verschillende moment opname blijkt dat continenten, klimaten en het leven
voortdurend veranderen.
De 4 moment opname:
Þ 620 miljoen jaar gelden, het precambrium:
• Continenten hebben een heel andere vorm en ligging
• De dampkring bevat meer CO2 en minder zuurstof dan nu
• Er is geen ozonlaag, dus schadelijke ultraviolette straling kan de aarde bereiken.
Hierdoor is alleen leven onderwater mogelijk.
• Organismen bevatten nog geen harde delen (dus er zijn ook geen fossielen uit deze
tijd)
Þ 270 miljoen jaar gelden, het perm:
• In de zeeën wonen veel vissen, weekdieren en dieren met schelpen zoals trilobieten
• Het landoppervlak is begroeid met planten en bomen, zo kwam er ook meer zuurstof
in de lucht
• Naast planten zijn er ook reptielen op het land.
• Alle continenten vormen een groot “super continent” dat Pangaea wordt genoemd.
Doordat het zo’n groot continent is, is het heel droog en ontstaat er een
woestijnklimaat.
Þ 100 miljoen jaar gelden, het krijt:
• Continenten liggen los van elkaar.
• Het is warm en de zeespiegel staat 300 meter hoger dan nu.
• In zee leven verschillende diersoorten zoals ammonieten en inktvissen
• Klaksteentjes van algen hopen zich op, op de boden van de zee en vormen dikke
pakketten klaksteen.
• Dinosaurussen zijn op het land
• Er ontstaan planten met bloemen voor op het land.
Þ 18 000 jaar geleden, het Kwartair:
• Contineten hebben hun huidige positie bereikt
• Een grote ijskap bedekt noord-Europa een Noord-Amerika.
• De zeespiegel staat 100 meter lager dan tegenwoordig
• Ten zuiden van het landijs (de toendra’s) lopen mammoeten en sabeltandtijgers. Dit
kunnen we zien aan fossielen die zijn gevonden op de bodem van de zee, en
grottekeningen.
Je ziet dat door de jaren heen de plaats van continenten veranderen, en ook hun vorm en
omvang veranderen. Nu gaat men er van uit de continenten steeds groter worden. Ze
nemen de plek in van oceanen doordat continenten botsen tegen stukken oceaanbodem en
er zo gebergte ontstaat.
-250 miljoen jaar
Pangea
Continenten vooral naar elkaar toe Continenten vooral van elkaar af
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller hansjevanzuydam. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.58. You're not tied to anything after your purchase.