100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
College aantekeningen Analyse 1 (SOW-PWB1200) Discovering Statistiscs Using IBM SPSS, ISBN: 9781526419521 $5.83
Add to cart

Class notes

College aantekeningen Analyse 1 (SOW-PWB1200) Discovering Statistiscs Using IBM SPSS, ISBN: 9781526419521

 20 views  0 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

Alle college aantekeningen van Analyse 1 (SOW-PWB1200) Discovering Statistiscs Using IBM SPSS, ISBN: 9521, pre-master Pedagogische Wetenschappen Radboud University.

Preview 4 out of 105  pages

  • May 17, 2021
  • 105
  • 2020/2021
  • Class notes
  • Leontien de kwaadsteniet
  • All classes
avatar-seller
Hoorcollege 1: introductie analyse 1 1 september 2020

Waarom statistiek in opleiding PWO?
• Academisch denkniveau: kritisch omgaan met gegevens en informatie
• Opleiden tot scientist practitioner: verbinden wetenschap en praktijk
• Behandeling kiezen o.b.v. onderzoeks- en testgegevens
• (Beleids)adviezen geven o.b.v. wetenschappelijke literatuur (bijv. SLO)
• Zelf (praktijk)onderzoek doen

Statistiek in het onderzoeksproces:




In welk fase van het onderzoek maak je gebruik van statistiek?
Conceptualiseren – inrichten – uitvoeren → allemaal maar het meeste in de uitvoeringsfase

Statistiek in conceptualiseringsfase:
• Vraagstelling/hypotheses (gericht op toetsen): is deze vraag echt te onderzoeken?
• Feiten versus mening
• Concreet genoeg?

Statistiek in de onderzoeksopzet:
• Wie: steekproefgrootte, kwaliteit steekproef (aselect, representatief)
• Wat: welke meetingsinstrumenten (soort en kwaliteit)
• Wanneer: eenmalig/meerdere meetmomenten
• Hoe: keuze van analysemethoden (bv. welke vragenlijst kies je? Baseer op validiteit en
betrouwbaarheid)

Statistiek in de uitvoeringsfase:
• Ordenen en presenteren gegevens in samenvattende getallen, tabellen, grafieken en figuren:
beschrijvende (‘descriptieve’) statistiek
• Bepalen van relaties tussen concepten onderling en achterhalen in hoeverre gegevens
overeenkomen met de theoretische verwachtingen

Analyse 1: vooral beschrijven
Analyse 2: toetsen, principes leren en leren uitvoeren
➔ Vooral kwantitatief onderzoek

Inhoud analyse 1:
Beschrijven van data
• 1 variabele
• Relatie tussen 2 variabelen
• Visuele weergaven
Uitleg principe van toetsing a.d.h.v.:
• Kansverdelingen
• Z-toets voor 1 gemiddelde

Leren gebruiken van SPSS



1

,Cursushandleiding Analyse 1:
Brightspace: cursushandleiding
1. Doelstellingen cursus
2. Benodigdheden: studieboek, computerprogramma SPSS (downloaden op surfspot),
rekenmachine, Grasple (oefenplatform)
3. Voorlopig rooster
4. Werkwijze/onderwijsvormen
5. Literatuur per week
6. Informatie toetsing

Bijeenkomsten:
• Hoorcolleges op locatie + livestream (dinsdag fysiek)
• Vragenuurtjes online
• Brightspace per week: leerdoelen, dia’s bijeenkomsten, verdiepingsopdrachten (op papier die
dieper op de stof ingaan), link naar weblecture

Hoe cursus met succes afronden?
Tentamen (online) en VSO (om te kijken of je het computerprogramma snapt):
• Hoorcolleges, Grasple, verdiepingsopgaven, studieboek, discussieforum, vragenuur (op
vrijdag), voorbeeldvragen VSO, oefententamen (van eerdere jaren)

Grasple:
• Online oefenplatform: korte herhaling van de stof, oefenen
• Verdiepingsopdrachten op Brightspace zijn moeilijker en lijken meer op het tentamen; Grasple
bereidt hierop voor

Eerst Grasple doen en daarna die verdiepingsopdrachten

Terminologie:
• Variabele: een gemeten grootheid die kan variëren (Field: 1.6.1) (bv. leeftijd)
• Constante: zelfde waarde
• Onderzoekseenheid (case): eenheid waarbij de variabele gemeten wordt (vraag)
• Score: waarde van een onderzoekseenheid op een variabele (antwoord)
• Datamatrix: voorbeeld van gegevens uit een steekproef onder middelbare scholieren

Bv. kind | geslacht | zelfwaardering | schooltype | glazen alcohol
; dit zijn vijf verschillende variabelen

Soorten variabelen:
• Afhankelijke variabele: gevolg, de te verklaren variabele, uitkomst
• Onafhankelijk variabele: oorzaak, verklaring voor (invloed op) de afhankelijke variabele,
predictor
Psychische problemen ouders → internaliserende problemen kinderen

Variabelen: causaliteit?
1. Psychische problemen ouders → internaliserende problemen kinderen
2. Internaliserende problemen kinderen → psychische problemen ouders
3. Derde variabele; psychische problemen ouders →  internaliserende problemen kinderen;
oorlogssituatie is de oorzaak van beide

Complexer: meer predictoren
Psychische problemen ouders → & negatieve levensgebeurtenissen → internaliseren problemen
kinderen

Complexer: moderatie
Psychische problemen ouders → internaliserende problemen kinderen → de last die zij ervaren kan
afhankelijk zijn van sociale steun vrienden/familie = de moderator
• Een modererende variabele verzwakt of versterkt het verband tussen twee andere variabelen




2

,Complexer: mediatie
Psychische problemen ouders → kwaliteit van opvoeding → internaliserende problemen kinderen →
kwaliteit van opvoeding = mediator
• Een mediërende variabele kan (deels) het verband tussen twee andere variabelen verklaren


Variabelen: discreet versus continu (Field 1.6.2) de plek
• Discrete variabele: kan slechts een bepaald aantal waarden aannemen. Bijv: aantal fouten,
aantal mensen, prijs van een product. Geen kommagetal; afgerond getal
• Continue variabele: tussen twee gegeven waarden ligt altijd een derde; scores zijn altijd
afgeronde getallen (een benadering van de feitelijke score). Bijv: reactiesnelheid, lengte

Variabelen: meetniveaus (Field 1.6.2)
• Nominaal: waarden geven categorieën aan (geen volgorde). Gaat over groepen. Bijv:
geslacht, experimentele conditie, etniciteit
• Ordinaal: oplopende categorieën (waarden geven volgorde aan), intervallen hoeven niet
gelijk te zijn. Gaat over groepen, maar over subgroepen binnen een groep. Bijv: SES klasse,
opleidingsniveau
• Interval: waarden geven volgorde aan, bovendien hebben gelijke intervallen tussen waarden
dezelfde betekenis. Dit komt het meeste voor. Bijv: graden Celcius, cito scores, IQ-score. Het
is meer dan alleen een ordening; we kunnen er iets mee.
• Ratio: waarden geven volgorde aan, gelijke intervallen tussen de waarden hebben dezelfde
betekenis en absoluut nulpunt. Bijv. aantal mensen, lengte, gewicht (het kan 0 zijn en dit heeft
een betekenis). Maakt het mogelijk te zeggen “A is 2x zo lang als B”

Schema meetniveaus:
• Meetniveau bepaalt o.a. statistische analysemogelijkheden
• Onderscheid interval- en ratio meetniveau meestal niet van belang. (SPSS: beide
meetniveaus aan)

Variabelen: categorisch versus kwantitatief
• Categorische (kwalitatieve) variabelen
• Kwantitatieve variabelen

Wat is het meetniveau van een citoscore? → Interval; het heeft een volgorde (geen groepen)
Een onderzoeker wil weten hoe motivatie uitstelgedrag voorspelt. Wat is de onafhankelijke variabele?
→ Motivatie
Je haalt een 9 op je analyse 1 tentamen. Is je cijfer discreet of continu? → Discreet

Gegevens ordenen/samenvatten met frequentieverdelingen
Doorlopend voorbeeld: “gezin met karakter”
• Kinderen van Ouders met Psychiatrische en/of verslavings-Problemen (KOPP)
• Vergeleken met andere kinderen: KOPP verhoogde kans om zelf ook problemen te
ontwikkelen
• Preventie: bijv. KOPP-groepen voor jongeren

Vraagstellingen KOPP
1. Welke gezinsfactoren zijn risico- en beschermende factoren bij de ontwikkeling van
problemen bij KOPP?
2. Zijn er verschillen in de rol van die factoren tussen KOPP en controle gezinnen?

Onderzoeksopzet KOPP
• Vragenlijstonderzoek: 3 meetmomenten; 1 jaar tussen de meetmomenten
• Vragenlijstboekje: (+- 1 uur) ingevuld door; ouder met problemen en kind

Variabelen KOPP
• Algemeen: geslacht, leeftijd, opleidingsniveau (ouder en kind) etc.
• Informatie van problemen ouders: alcoholgebruik
• Gezinsfactoren



3

, • Informatie kinderen

Zo veel gegevens...
Voorbeeld: leeftijd eerste 20 kinderen in KOPP-groep:
16, 12, 15, 11, 12, 13, 14, 15, 14, 12, 13 etc.
= Kunnen we overzichtelijk maken in een frequentieverdeling

• Absolute frequentie: (fi) het aantal keer dat een bepaalde waarde (Xi) voorkomt

• Relatieve frequentieverdeling; proportie of percentage van maken. Bv 5 procent vd kinderen
heeft leeftijd van 12 jaar

Berekeningen:
1. Proportie: Pi = fi / N (N is aantal kinderen)
2. Percentage: fi / N * 100

• Cumulatieve frequenties; bv hoeveel kinderen <13 jaar
• Cumulatieve relatieve frequentie

Absoluut of relatief?
Absoluut is handig wanneer:
• Je informatie wilt geven over exacte hoeveelheden
• Minder kans op misleiding (vergelijk: 25% van N=4 vs 25% van N=1000)
Relatief is handig wanneer:
• Je scores wilt vergelijken van groepen met ongelijke groepsgrootte

Met cumulatieve relatieve frequenties kun je de relatieve positie van iemand weergeven

Percentielen:
• Percentiel P van een score X: het percentage onderzoekselementen/waarnemingen/cases dat
een score lager dan of gelijk aan X
• Score X die bij een percentiel P hoort: de score X, waarbij een bepaald percentiel hoort
• Aflezen in frequentietabel: kijken bij cumulatief percentage

Varianten percentielscores:
• Decielscore D1, D2, D3 etc. (=P10, P20, P30, enz.)
• Kwartielscore Q1, Q2, Q3, Q4 (=P25, P50 (=mediaan), P75, P100)

Frequentieverdelingen in SPSS:
Twee voorbeelden;
• Leeftijd eerste 20 KOPP kinderen

Percentiel naar beneden afronden; statistisch gezien moet dit

SPPS-output: percentielen
Bij welke score ligt percentiel 75?
• Ofwel, gegeven is P=75, bepaal X
• P75 = 4

Volgende lessen:
• Vrijdag vragenuur: maak modules in Grasple, maak verdiepingsopdrachten, stel vragen in
discussieforum, nog dingen onduidelijk: vragenvuur
• Volgende week: centrummaten, spreidingsmaten

Oefenmodules Grasple:
De variantie is de standaarddeviatie in het kwadraat = standaarddeviatie is 7 cm, dan is variantie 7
kwadraat = 49




4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller liliandegraaf73. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.83. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

48072 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 15 years now

Start selling
$5.83
  • (0)
Add to cart
Added