Diagnostiek In De Klinische Psychologie (200300176)
Summary
Samenvatting voor het vak: Diagnostiek in de klinische psychologie - UU -
177 views 18 purchases
Course
Diagnostiek In De Klinische Psychologie (200300176)
Institution
Universiteit Utrecht (UU)
Book
Psychologische diagnostiek in de gezondheidszorg
Samenvatting voor het vak: Diagnostiek in de klinische psychologie - UU - . Van de volgende hoofdstukken: 1,2,3,4,5,6,7,8,9,11. Er zijn op sommige plekken ook plaatjes toegevoegd om bijvoorbeeld testen visueel te maken. Begrippen zijn dikgedrukt of schuingedrukt.
Diagnostiek In De Klinische Psychologie (200300176)
All documents for this subject (34)
Seller
Follow
mirjamb23
Reviews received
Content preview
Samenvatting voor het vak: Diagnostiek in de klinische psychologie - UU - 200300176
Psychologische diagnostiek in de gezondheidszorg 4e druk
Hoofdstukken: 1,2,3,4,5,6,7,8,9,11
Hoofdstuk 1: Het diagnostisch proces
Hoofdstuk 2: Kwaliteit van diagnostiek
Hoofdstuk 3: Het gesprek
Hoofdstuk 4: Gedragsobservatie
Hoofdstuk 5: Indirecte methoden
Hoofdstuk 6: Intelligentie en intelligentietests
Hoofdstuk 7: Neuropsychologische vragen en methoden
Hoofdstuk 8: Persoonlijkheidsvragenlijsten
Hoofdstuk 9: Vragenlijsten voor het meten van probleemgebieden
Hoofdstuk 11: Ethische aspecten en rapportage van diagnostiek
Hoofdstuk 1: Het diagnostisch proces
1.1 Inleiding
Grondige diagnostiek van de problemen en klachten van de cliënt is een voorwaarde voor
adequate hulpverlening.
Klinische diagnostiek is een professionele activiteit die steunt op drie elementen:
1. Theorievorming over de problemen/ klachten en problematische gedragingen
2. Operationalisatie en metingen van bovenstaande
3. Toepassing van relevante diagnostische methoden
^ De kwaliteit is afhankelijk van conceptueel en empirisch onderzoek. Dit betekent dat
hypothesen over gedragingen/cognities/emoties geformuleerd worden op basis van een theorie.
Vervolgens wordt het geoperationaliseerd, gemeten en getoetst in een diagnostisch proces.
1.2 Stappen van het diagnostisch proces
1. Doorverwijzing van de cliënt naar de diagnosticus, in sommige gevallen is er echter sprake
van een directe vraag van de cliënt aan de diagnosticus.
2. Diagnosticus analyseert de hulpvraag (cliënt) en aanvraag (verwijzer). Deze kunnen
hetzelfde zijn of verschillend.
,3. Kennismakingsgesprek → diagnosticus formuleert vragen die opduiken tijdens het gesprek.
4. Opstellen diagnostisch scenario bevat een voorlopige theorie over de cliënt; er wordt
beschreven wat de problemen zijn van de cliënt en
hoe ze verklaard kunnen worden.
5. Theorie toetsen, d.m.v. 5 stappen:
a. Voorlopige theorie omzetten in concrete
hypothesen
b. Een specifiek onderzoeksinstrument kiezen om
de geformuleerde hypothesen te ondersteunen
of te verwerpen
c. Voorspellingen doen op basis van resultaten of
uitkomsten van instrumentarium, dit is van
belang omdat op deze manier op voorhand
duidelijk is wanneer de hypothesen aanvaard of
verworpen zullen worden.
d. Instrumenten worden afgenomen en verwerkt
e. Hypothesen aanvaarden of verwerpen o.b.v.
verkregen resultaten.
Bovenstaande proces kan ook schematisch worden
weergegeven, zie hiernaast.
1.3 Vijf basisvragen in de klinische psychodiagnostiek
De meeste vragen kunnen herleid worden tot vijf basisvragen:
1. Onderkenning: wat zijn de problemen, wat lukt er nog en wat gaat er mis.
2. Verklaring: waarom zijn bepaalde problemen er en wat houdt ze instand.
3. Predictie: hoe zullen de problemen van de cliënt zich in de toekomst verder
ontwikkelen.
4. Indicatie: hoe kunnen de problemen verholpen worden
5. Evaluatie: zijn de problemen voldoende verholpen als gevolg van de interventie?
1.3.1 Onderkenning
Om zich te krijgen op het probleem van de cliënt brengt de diagnosticus zowel de klachten als
de adequate gedragingen van de cliënt en/of zijn omgeving in beeld.
Onderkenning bevat:
1. Inventarisatie en beschrijving
2. Ordening en categorisering in disfunctionele gedragsclusters/stoornissen
3. Inschatting van het probleemgedrag
Dit kan plaatsvinden door te vergelijken met:
1. Een vooraf bepaalde standaard (criteriumgericht meten)
, 2. Een representatieve vergelijkingsgroep (normgericht meten)
3. Met het individu zelf; bv. Op een eerder moment (ipsatief meten)
Classificatie = het klinische beeld wordt ondergebracht bij een type problemen. Kan worden
uitgevoerd volgens een alles-of-niets of meer-of-minder principe.
● Nadeel: leidt tot ‘labeling’, deze is beperkt en geeft vaak aanleiding tot het vaststellen van
comorbiditeit.
● Voordeel: makkelijke communicatie tussen deskundigen.
Denk aan DSM-categorieën:
● Alles-of-niets: cliënt wordt ingedeeld in een categorie (wel of niet OCD)
● Meer-of-minder: cliënt krijgt een profiel van scores op een aantal dimensies
(persoonlijkheid)
Diagnostische formulering = het individu staat met zijn unieke klinische beeld centraal.
● Nadeel: empirische ondersteuning kan ontbreken
● Voordeel: uniciteit van individu door beschrijving van cliënt en zijn context. Dit helpt bij
therapieplanning.
Denk aan holistische theorie: hierin staan functionele, theoretische geëxpliciteerde relaties
tussen probleemgedragingen onderling en in context centraal.
1.3.2 Verklaring
Een verklaring geeft antwoorden op de vraag waarom er een probleem is.
Verklaring bevat:
1. Het (deel)probleem
2. Condities die het optreden van het probleem verklaren
3. De relatie tussen A en B in termen van ‘omdat’ en ‘doordat’
Verklaringen kunnen ingevuld worden volgens:
1. Locus: de persoon of situatie.
a. Persoonsgerichte verklaringen: de verklaringsfactor ligt in de persoon zelf, dus
gedrag dat los van context bekijken.
b. Situatiegerichte verklaringen: de verklaringsfactor ligt bij de context, deze
gebeurtenissen kunnen voorafgaan aan het te verklaren gedrag of erop volgen.
2. Aard van controle:
a. Oorzaak ⇒ door voorafgaande condities bepaald, deze verklaren gedrag
b. Reden ⇒ door een vrijwillige of intentionele keuze bepaald, deze maken gedrag
begrijpelijk.
Voorbeeld: wanneer iemand uit de boom valt bij het plukken van appels, dan is de
oorzaak zwaartekracht en de reden de roekeloosheid bij het plukken.
Oorzaak en reden vormen een continuüm.
3. Synchrone en diachrone verklaringscondities:
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller mirjamb23. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.90. You're not tied to anything after your purchase.