Nederlands samenvatting ‘Taaldidactiek’.
De ontwikkeling van geletterdheid van vier tot zeven jaar.
Prealfabetische fase = herkennen van woorden op basis van visuele kenmerken, zoals plaatjes. Als de
afzonderlijke letters worden nog niet herkend, zit het kind nog in de volledig alfabetische fase. Bij de
partieel alfabetische fase worden woorden geprobeerd te ontcijferen op basis van (onvolledige)
kennis van de klanktekenkoppeling.
Invented spelling = kinderen schrijven woorden met hun eigen spelling. indianenpak wordt
indujaanupak.
Bij de ontwikkeling van geletterdheid zijn de aspecten ‘produceren van geschreven taal’ en ‘het
kunnen navertellen van verhalen of het spelen met klanken zijn er onderdelen van’.
De ontwikkeling van geletterdheid vindt plaats binnen verschillende activiteiten, zoals bijvoorbeeld
wanneer een kind in de huishoek haar poppen voorleest.
Aan de basis van doelgerichte activiteiten ligt dat de leerkracht de ontwikkelingsfases van
beginnende geletterdheid kent en de daarmee verbonden leerlijnen. Ze weet de leerkracht welke
activiteit ze aan welke leerling kan geven.
Lezen en schrijven heb je nodig om te leren communiceren. Zonder lezen en schrijven mis je een
heleboel informatie.
Als je van de basisschool komt met een te laag leesniveau en je oefent daarna niet meer in het lezen,
zal je vaardigheid afnemen en ben je analfabeet. Hierdoor ben je uitgesloten van veel activiteiten
van de sociale groep waartoe je behoort. Analfabeten zijn vaak handig in het verbergen van hun
handicap, maar moeten daar veel energie in steken.
Bij functioneel analfabeet wordt onderscheid gemaakt in autochtone analfabeten, die door een
stoornis als dyslexie of slecht onderwijs nooit goed hebben leren lezen, en allochtone analfabeten
voor wie hetzelfde kan gelden, maar waar het ook mogelijk is dat zij op latere leeftijd naar Nederland
zijn gekomen.
Een belangrijke theorie om te kunnen begrijpen wat lezen is het fonologisch coherentiemodel, dat
bij de connectionistische theorieën hoort. Hier wordt ervan uitgegaan dat ons geheugen is
opgebouwd uit kleine deeltjes (beeld, geluid) die met elkaar verbonden zijn.
Bij het fonologisch coherentiemodel wordt ervan uitgegaan dat iedereen de beschikking heeft over
een mentaal woordenboek dat is opgebouwd als een uitgebreid netwerk.
Hierbij zijn verschillende letterknopen met elkaar verbonden;
1. Grafeem- of letterknopen (grafeem = letters of lettercombinaties)
2. Foneem- of klankknopen
3. Semantische of betekenisknopen
Dit netwerk is voor iedereen anders; afhankelijk van het aantal letters en woorden waarvan de
visuele code is opgeslagen, van het aantal klanken(structuren) en het aantal woordbetekenissen.
Ook de verbindingen ertussen zijn belangrijk; ook tussen de punten is er verbinding.
- Klankknopen en letterknopen
- Klanken/klankstructuren
- Letters/woordrepresentaties
Bij het leren van de relaties tussen klanken en letters is automatisering belangrijk. De letters moeten
woorden gaan vormen. Zo worden lettercombinaties herkend, wat de koppeling aan
klank(structuren) vergemakkelijkt. Als het niet snel in je geheugen zit, zul je een spellende, langzame
lezer blijven.
, Ook de semantische knopen spelen een rol bij geletterdheid. Het is makkelijker als de kinderen
begrijpen wat ze lezen, daarbij is een betekenisvolle context en aansprekende tekst belangrijk.
De basis van beginnende geletterdheid wordt gevormd door mondelinge taalontwikkeling en
woordenschat. Een grote woordenschat is belangrijk voor het leren lezen. Verschillen in
woordenschat kunnen al voorschools ontstaan, die kunnen later effect hebben op het begrijpend
lezen en het leren in het algemeen.
Beginnende geletterdheid is voor ieder kind anders. Dat heeft te maken met de omgeving van het
kind. De rol van de ouders is cruciaal.
Verschillen in geletterdheid hangen ook samen met de individuele belangstelling van kinderen zelf.
Ook kan de taligheid van een kind gerelateerd worden aan erfelijke factoren.
Bij selffulfilling prophecy gaat het kind minder presteren als er een te laag verwachtingspatroon is.
Ook anderstalig is een aspect van de ontwikkeling van de geletterdheid. ‘Welke taal wordt er thuis
gesproken?’.
Een ander aspect is de kwaliteit van het onderwijs. Het is belangrijk om goede instructie te geven en
zorgen voor modelgedrag.
Tussendoelen beginnende geletterdheid:
Ontwikkeling van de belangstelling voor boeken (boekoriëntatie).
Steeds complexere verhalen, verteld of voorgelezen, kunnen begrijpen en navertellen
(verhaalbegrip).
Je realiseren dat geschreven taal een communicatieve functie heeft (functies geschreven
taal).
Begrijpen dat je de dingen die je zegt ook kunt opschrijven (relatie gesproken en geschreven
taal).
Fonologische en fonemische ontwikkeling (taalbewustzijn). Leerlingen zijn in staat niet alleen
in betekenis te denken, maar ook in vorm van taal. Hier gaat het om het fonologische
bewustzijn waarbij ze met klankstructuren kunnen spelen en richten op de losse klanken.
Klanktekenkoppeling (alfabetisch principe).
Gemotiveerd zijn om te lezen en schrijven om iets te weten te komen of iets duidelijk te
maken (functioneel lezen en schrijven).
Technisch lezen en schrijven eerste fase. Ze kunnen de letters benoemen, samenvoegen tot
worden en teksten ontcijferen. Ze kunnen eenvoudige woorden schrijven.
Begrijpend lezen en schrijven. Dit hangt af van het begin samen met het technisch lezen. Ze
herkennen een woord eerder als ze ook weten wat het betekent. Ook lezen ze liever een
tekst wat hun aanspreekt. Het begrip ondersteunt de techniek. Als je begrijpt wat je leest,
herken je woorden sneller.
Vanaf de jaren zeventig werd een leesvoorwaardentest afgenomen om na te gaan of een kind van de
kleuterschool naar de lagere school kon. Er werd onderscheid gemaakt tussen algemene en
specifieke leesvoorwaarden. De specifieke leesvoorwaarden waren gericht op de deelvaardigen van
het lezen. Geletterdheid speelde nauwelijks een rol.
Begin jaren negentig kwam het begrip ontluikende geletterdheid (emergent literacy) vanuit de VS
naar Nederland. Dit werd gebruikt voor de geletterdheid van kinderen van nul tot zes jaar.
Het Expertisecentrum Nederlands introduceerde eind jaren negentig het begrip ‘beginnende
geletterdheid’ voor kinderen van vier tot acht en het begrip ‘ontluikende geletterdheid’ voor
kinderen van nul tot vier.
Jonge kinderen raken vaak spelenderwijs geïnteresseerd in letters.
Leren lezen en schrijven.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller hannahvdbosch. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.59. You're not tied to anything after your purchase.