100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Biologie van de mens 1 $10.18   Add to cart

Summary

Samenvatting Biologie van de mens 1

 39 views  1 purchase
  • Course
  • Institution

Samenvatting Biologie van de mens 1

Preview 4 out of 37  pages

  • May 17, 2021
  • 37
  • 2020/2021
  • Summary
avatar-seller
Biologie van de mens 1
Hoofdstuk1: inleiding, histologische begrippen, anatomische
posities en opbouw van het lichaam=
Algemenen inleiding:
Anatomie=
Anatomie is de studie van de inwendige en uitwendige structuren van organismen.

Andreas Vesalius was de 1ste anatoom; hij sneed lijken open en keek op macroscopische vlak naar het
menselijk lichaam.

 Macroscopische anatomie (blote oog)
o Organenstelsel (groep van organen die samen op gecoördineerde wijze functioneert)
 Microscopische anatomie (microscoop)
o Cytologie (bestuderen van de cellen)
o Histologie (bestuderen van de weefsels/ mens)
o Fysiologie (bestuderen van de functies van anatomische structuren)
 Celfysiologie  cellen
 Orgaanfysiologie  organen
 Pathofysiologie  zieke organen

Histologische begrippen=
Histologie=

 bestuderen van de weefsels
 Alle structuren in een menselijk lichaam bestaat uit 4 weefsels
o Epitheelweefsel
o Bindweefsel
o Spierweefsel
o Zenuwweefsel

Onderzoeken van weefselfragmenten=

 Biopsie
o Klein weefselfragmenten analyseren  diagnose opstellen
 Resectiemateriaal
o Groot weefselfragment of zelfs een heel orgaan
o Tumorectomie: tumor wegnemen (nipt  goedaardig, ruime  kwaadaardige)
o Lobectomie: een lob weefsel verwijderen (vb longen)
o Orgaan resectie: volledig orgaan verwijderen
o Amputatie: lidmaat verwijderen
o Lymfeklier uitruiming: uitzaaiingen voorkomen
 Weefselvoorbereiding
o Fixatie van weefsel  dehydratatie  coupes snijden  kleuring
o Kleuring
 Basische kleurstoffen reageren met zuren (=basofiel
structuren)  paars (vb. DNA en rRNA)
 Zure kleurstoffen reageren met bases(= eosinofiele
structuren)  roos
 Hematoxyline-eosine kleuring= hematoxyline (B KS) en eosine
(Z KS)
 Lichtmicroscopie

, o Vergroting condensator X vergroting objectief X vergroting oculair = finale vergroting
 Resolutie
o Resolutie is de minimale afstand tussen 2 punten nodig om ze als afzonderlijk waar te nemen.
o Oplossend vermogen is vooral afhankelijk van het objectief
o 60x/1.40 oli
60x  vergroting en 1.40  resonantie (hoe hoger hoe beter)
o Hoe lager de afstand, hoe groter de numerieke apertuur (NA)  het meer lichtstralen het
scherper het beeld

Anatomische posities =
Anatomische posities

 Rechtop staan, alles naar voor, hand palmen naar voor

Anatomische vlakken

 Sagitaal vlak=
o Verdeelt lichaam in links en rechts
o Midsagitale vlak  precies middendoor
 Frontaal vlak=
o Verdeelt lichaam in dorsaal (rug) en ventraal (buik)
 Transversaal vlak=
o Verdeelt lichaam in craniaal (hooft) en caudaal (staart)

Anatomische richtingen

 Anterior (voorkant)  posterior (achterkant)
 Ventraal (buikzijde)  dorsaal(rugzijde)
 Superior (aan bovenkant)  inferior (aan onderkant)
 Craniaal (naar schedel)  caudaal (naar staart)
 Mesiaal (binnenzijde)  lateraal (buitenzijde)
 Proximaal (begin)  distaal (uiteinde)
 Palmair (handpalm-  dorsaal (rugzijde)
 Plantair (voetzool)
hoofd=
 Rostaal (bij dieren) =craniaal
 Nasaal  voorzijde (neus)
 Occipitaal  achterzijde
 Temporaal  zijkant (slapen)

 Ipsilateraal (dezelfde kant) contralateraal( verschillende kant)
 Bilateraal (2 zijdes)  unilateraal (1zijde)
 Visceraal (binnenkant)  pariëtaal (buitenkant)
 Superficiaal (oppervlakkig)  profundus (heel diep)

Anatomische gebieden

 Cephalon( hooft)  cafaal gebied
 Cervicis (hels)  cercicaal gebied
 Thorax (borstkas)  thoracaal gebied
 Abdomen (buik)  abdominaal gebied
 Pelvis (bekken)  bekkengebied
 Lendenen (onderrug)  lumbaal gebied
 Billen  gluteaal gebied
 Pubis  schaamstreek
 Lies  inguïnaal gebied

,  Axilla (oksel)  axillair gebied
 Brachium (arm)  brachiaal gebied
 Dij  fermoraal gebied

Beweging

 Glijbeweging
o 2 oppervlaktes glijden langs elkaar
 Rotatie
o Draaien rond lengte-as (gloeilap indraaien)
 Hoekbeweging
o Flexie (buigen)  extensie (steken)
o Abductie (weg van elkaar)  adductie (dicht bij elkaar)
o Circumductie  ronddraaien van arm bij sportopwarming

Opbouw van het lichaam=
Cellen  weefsel  orgaan orgaansysteem  organisme

Cellen

 Kleinste levende eenheid binnen een organisme
 Verschillende structuren voor verschillende functies
 Veel verschillende soorten cellen

Weefsel

 Een weefsel zijn cellen met extracellulaire matrix die op een specifieke manier zijn geordend
 Bestaat uit cellen, extracellulaire matrix en lichaamsvloeistoffen
o ECM  steunweefsel; bestaat uit vezels, grondsubstantie, weefselvloeistof
 Vezels= stevigheid en elasticiteit (elastische- , reticulaire-, colageen vezel)
 Grondsubstantie= H2O vasthouden (bestaat uit glycosaminoglycaan en glycoproteïne)
 Weefselvloeistof= bevat ionen en oplosbare stoffen
o Lichaamsvloeistoffen  af en aanvoer van O2 en afvalstoffen

Orgaan

 Groep weefsel die een specifieke functie uitvoeren

Orgaansysteem

 Cellen met gelijkaardige functies die verspreid zijn op verschillende plaatsen

Hoofdstuk2: epitheelweefsel=
Ontstaan van weefsels (=embryologie):
3 kiembladeren=
Ectoderm

 Buitenste kiemblad
o Alles aan de buitenkant
o Haar, nagels, tanden, epidermis (=buitenste huidlaag), zenuwweefsel, zintuigelijke organen,
geslachtdelen

Mesoderm

 middelste kiemblad
o spierweefsel
o bindweefsel + kraakbeen, bot, vet en bloed
o dermis (=binnenste huidlaag)

, Endoderm

 binnenste kiemblad
o centrale organen (spijsvetering, ademhaling, stofwisseling en voorplating)
o lever, pancreas

Inleiding epitheel:
Epitheel is weefsel dat alles buiten en binnen afschermt (ook in ons lichaam)

Types epitheel=
Mesotheel

 bekleed de inwendige holtes en organen

Endotheel

 bekleed de inwendige oppervlaktes van de bloedvaten en het hart

Kenmerken=
Aaneengesloten laag van cellen  geen bacterie binnen laten

Geen extracellulaire stof of ruimte

Heeft een basaal membraan  tss epitheelcellen en onderliggende bindweefsel

 2 lagen  lamina basalis en lamina retcularis
 Lamina basalis
o Vlak onder epitheel
o Gevormd door epitheelcellen
 Lamina retcularis
o Onder lamina basalis
o Door fibroblasten afgezet
 Functie
o Stevigheid en ondersteuning
o Barrière
o Cel verankering
 Hemi-desomomen (ankers )  hechting, filters (tegenhouden van molecule)

Intercellulaire verbindingen

 Soorten verbindingen
o Occludens verbinding
 =Tight junctions
 Fysische barrière (apicaal (boven) TJ basolateraal)
 Vaak bij blootstelling van slechte chemische stoffen en krachtige enzymen
o Adherens verbinding
 Vast maken en stijvigheid van cellen
 Zonula adherens (bandvorming) met macula adherens
 Rekken, buigen, draaien, samendrukken
o Nexus verbinding
 Gap junctions
 Communicatiekanalen, verwisseling van ionen
 2 conexons (bestaan elk uit 6 conexines)

Apicale cel specialisaties

 Microvilli
o Vingervormige uitschulpingen  oppervlakte vergroting

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller carofer. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $10.18. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

70055 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$10.18  1x  sold
  • (0)
  Add to cart