Uitgebreide uitwerkingen van het OFFICIËLE tentamen van 2019/2020.
De perfecte voorbereiding voor jouw tentamen. Vragen kunnen (letterlijk) overeenkomen. Ook biedt het je een kader van een goed geformuleerd antwoord. In de uitwerkingen zit: de theorie + de toepassing van de theorie op de vraag. M...
inleiding organisatiewetenschappen in de publieke sector
Connected book
Book Title:
Author(s):
Edition:
ISBN:
Edition:
More summaries for
Samenvatting Images of Organization, relevante hoofdstukken voor IOW tentamen, ISBN: 9781412939799 Inleiding Organisatiewetenschap Voor De Publieke Sector (660405-B-6)
All for this textbook (1)
Written for
Tilburg University (UVT)
Bestuurskunde
Inleiding Organisatiewettenschappen (660405B6)
All documents for this subject (1)
Seller
Follow
easerne
Reviews received
Content preview
Opdracht 1
A. De medewerkers van IKEA die hiermee bezig zijn, zijn onderdeel van de techno-structuur.
In de techno-structuur zitten namelijk analisten die als taak hebben om invloed uit te oefenen
op het werk van anderen. Ze ontwerpen, plannen en veranderen werkzaamheden in de
uitvoerende kern, maar voeren deze zelf niet uit. Ze houden zich bezig met aanpassingen die
de organisatie afstemmen op veranderingen in de omgeving.
Dit is precies wat de betreffende IKEA medewerkers doen. Ze houden zich bezig met de
inrichting van de organisatie. Zeker wanneer de omgeving veranderd is het aan hen de taak
om hierop in te spelen met hun organisatie (de IKEA). Ze stemmen dus de organisatie af
(door middel van organisatorische aanpassingen) op (veranderingen in) de omgeving.
Dit maakt dat ze onderdeel zijn van de techno-structuur.
B. Volgens Mintzberg zijn er 5 coördinatiemechanismen:
Direct toezicht
Onderlinge aanpassing
Standaardisatie van werkprocessen
Standaardisatie van kennis en vaardigheden
Standaardisatie van output
Bij universiteiten is er voornamelijk sprake van standaardisatie van output. Het is van belang
dat alle studenten hetzelfde uit het proces komen. Ze moeten allemaal dezelfde kennis en
vaardigheden hebben opgedaan. De universiteit streeft ernaar om alle producten (alle
studenten met hun diploma) gelijkwaardig af te leveren. De voorwaarde waar de studenten
aan moeten voldoen is ook duidelijk gespecificeerd. Bijvoorbeeld aan de hand van een
vaststaand curriculum en het ECTS.
Bij basisscholen is er voornamelijk sprake van standaardisatie van werkprocessen. Alle
kinderen krijgen nagenoeg dezelfde behandeling. Hoe ze eruit komen verschilt. Dit is
namelijk mede afhankelijk van hun intelligentieniveau. Of ze naar het VMBO of het VWO
doorstromen is niet de eerste zorg voor de organisatie basisschool (dus geen standaardisatie in
output). Hier hebben ze namelijk maar beperkte invloed op.
Daarom streven ze naar een gelijke behandeling. Elke leerling wordt evenveel gestimuleerd.
De lesmethoden staan ook al vast. Er is een vast boekje met sommen die alle leerlingen
maken. Ondanks dat de één er korter over doet dan de andere, hebben ze wel hetzelfde proces
doorlopen. Tegenwoordig is er weliswaar meer sprake van niveaudifferentiatie, maar dan zijn
er bijvoorbeeld 3 niveaus, met alle 3 hun eigen boekje met opdrachten. Deze boekjes staan
van te voren ook vast.
Zowel bij de basisschool als bij de universiteit is er geen sprake van direct toezicht en
onderlinge aanpassing, simpelweg omdat de organisaties te groot zijn. Mede daarom is er
voor andere coördinatiemechanisme gekozen.
, Opdracht 2
A. E. Schein noemt in zijn lagenmodel de drie lagen van cultuur binnen een organisatie.
1. Artefacten of manifestaties (technologie, gedrag, kunst)
2. Uitgesproken/beleden waarden - De dingen die als belangrijk gezien worden
3. Basisaannamen (kern van cultuur)
In het begin is de reden dat de aap in elkaar geslagen wordt nog zichtbaar. De apen weten dat
ze anders nat worden gespoten. Dit is namelijk "zojuist" gebeurd. Ze hebben het zelf ervaren.
Na verloop van tijd wordt dit onderdeel van de groepscultuur. De groepscultuur is een patroon
van basisaannames en is per definitie gedeeld door de groep. Het is een leerproduct van
groepservaring. Deze ervaring hebben ze (in het begin) opgedaan doordat ze zijn nat
gespoten.
Vervolgens, wanneer de ervaring (het natspuiten) zich niet herhaalt, maar de apen zich wel
houden aan de regel, wordt het niet beklimmen van de trap onderdeel van de groepscultuur.
'Logisch' gedrag is een regel geworden. Wanneer alle apen gewisseld zijn, weet geen enkele
aap waarom dat eigenlijk een regel is. Ze zijn zelf immers nooit natgespoten. Waarom beklimt
niemand de trap? Gewoon niet.
Het verhaal maakt duidelijk dat bepaald (niet) handelen altijd een beginpunt heeft. De
betrokkenen handelen hiernaar omdat ze weten waarom ze dit doen. Nieuwelingen zijn zich
niet altijd bewust van de reden maar weten dat bepaald gedrag wenselijk is in de situatie en
volgen dit. Na verloop van tijd verdwijnen de mensen die weten waarom iets zo gedaan wordt
en zijn er alleen nog mensen over de weten dát iets op die manier moet maar niet kan
vertellen waarom. Hieruit komt de term ‘that’s the way we do things’ voort.
B. Na verloop van tijd is het niet beklimmen van de trap onderdeel geworden van de cultuur.
Het is een basisaanname geworden (onbewust vanzelf sprekend geworden). Dit is het laagste
niveau uit het lagenmodel van E. Schein. Om een basisaanname te veranderen moet je double-
loop-learning introduceren.
De aanname moet veranderen om zo de 'interne bedrijfsvoering' aan te passen. Hiervoor moet
de status quo doorbroken worden. Om zo andere manieren van bedrijfsvoering te overwegen.
De status quo kan enkel doorbroken worden door kritische vragen te stellen en te gaan kijken
waarom de dingen gaan zoals ze gaan. In deze casus, waarom mogen we niet de trap
beklimmen? Het stellen van dit soort vragen is de tweede loop -> double-loop learning.
Interne normen en waarden worden geëvalueerd.
Dus, double-loop-learning in plaats van single-loop-learning. (Single loop is enkel het
scannen van de omgeving, doelen stellen en de algemene performance controleren. Double-
loop gaat nog een stap verder en bekritiseerd/bevraagd de status quo/waarom dingen gaan
zoals ze gaan.)
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller easerne. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $10.71. You're not tied to anything after your purchase.