Deze samenvatting is voor leerlingen van het derde jaar. Beknopte informatie is overzichtelijk weergegeven door onder andere het gebruik van tabellen en plaatjes.
3 VWO Chemie Scheikunde oefenvragen van hoofdstuk 3: de bouw van stoffen
Flashcards10 Flashcards
$3.221 sales
Flashcards10 Flashcards
$3.221 sales
Some examples from this set of practice questions
1.
Wat is de molecuulformule van het molecuul distikstoftetraoxide?
Answer: N₂O₄
2 stikstofatomen
4 zuurstofatomen
2.
Geleid stikstoftrichloride stroom?
Answer: Nee, want stikstof (N) is een niet-metaal en chloor (Cl) is ook een niet-metaal. Een stof die bestaat uit moleculen van niet-metaalatomen is een moleculaire stof. Moleculaire stoffen geleiden in vaste fase, in vloeibare fase en in een oplossing geen stroom.
3.
Maak de reactievergelijking kloppend: C4H10 + O2 → CO2 + H2O
Answer: 2 C4H10 + 13 O2 → 8 CO2 + 10 H2O
4.
Wat is het verschil tussen een reactievergelijking en een reactieschema?
Answer: Een reactievergelijking is een kloppende weergave van de beginstoffen en reactieproducten van een reactie in formules. Een reactieschema is een schema met beginstoffen en reactieproducten van een chemische reactie in woorden.
Een reactievergelijking is dus in formules en een reactieschema in woorden.
5.
Om je haar te bleken, kun je een oplossing van waterstofperoxide in water gebruiken. Per 100 gram shampoo mag de oplossing maximaal 3,0 gram waterstofperoxide bevatten. Als er meer waterstofperoxide in zit, is dat slecht voor je haar. Saida wil het mapercentage waterstofperoxide in een flesje waterstofperoxide-oplossing bepalen. Ze doet dat als volgt:
– Ze scheidt alle waterstofperoxide die in 25 gram shampoo zit.
– Er weegt aan het einde van de proef 0,735 gram waterstofperoxide.
A) Hoe groot is het mapercentage waterstofperoxide in de onderzochte oplossing?
B) Is de shampoo die Saida heeft onderzocht schadelijk voor het haar?
Answer: A) Mapercentage = 0,735 / 25 x 100% = 2,94%
B) In 100 gram shampoo zit dan 2,94 gram waterstofperoxide. Dit is minder dan 3 gram dus de shampoo is niet schadelijk.
Content preview
Scheikunde lj3 H3 ‘de bouw van stoffen’ samenvatting - Richella de Vries
3.1 De jacht op elementen
Het atoommodel
Niet-ontleedbare stof(element) = stof die je niet kunt ontleden, stof die uit één atoomsoort
bestaat, bijvoorbeeld Mg of O2
Element = een niet-ontleedbare stof of de atomen die de bouwsteen van de niet-ontleedbare
stof zijn.
Atoommodel van Dalton = model met het atoom als ondoordringbaar kleinste deeltje voor
het verklaren van de eigenschappen van atomen.
- Volgens Dalton treedt bij een reactie een hergroepering van atomen op.
Uitgangspunten van het atoommodel van Dalton:
1. Moleculen bestaan uit kleinere deeltjes atomen (=kleine bouwstenen van metalen,
koolstof, silicium en de edelgassen, moleculen zijn opgebouwd uit atomen).
2. Atomen zijn niet te vernietigen.
3. Alle atomen van een niet-ontleedbare stof zijn aan elkaar gelijk.
4. Een molecuul is een groepje bij elkaar behorende atomen.
Atoomsoorten en symbolen
Atoomsoort(element) = er zijn 118 verschillende atoomsoorten.
Symbool = aanduiding van atoomsoort met een hoofdletter en eventueel een tweede kleine
letter, ook wel atoomsymbool genoemd.
Atoomsoorten en hun symbolen
aluminium Al fosfor P magnesium Mg tin Sn
argon Ar goud Au mangaan Mn titaan Ti
barium Ba helium He natrium Na waterstof H
broom Br jood l(i) neon Ne ijzer Fe
calcium Ca kalium K nikkel Ni zilver Ag
chloor Cl koper Cu platina Pt zink Zn
chroom Cr lithium Li silicium Si zuurstof O
fluor F lood Pb stikstof N zwavel S
, Het periodiek systeem
Natrium, kalium reageren heftig met water en zuurstof.
Periodiek systeem = tabel waarin alle elementen of atoomsoorten zijn gerangschikt naar
opklimmende massa in perioden en overeenkomstige eigenschappen in groepen.
Ordeningsprincipes periodiek systeem:
1. De elementen staan na elkaar op volgorde van opklimmende massa
2. De elementen met vergelijkbare chemische eigenschappen staan onder elkaar.
Periode(n) = de regel of horizontale rij in het periodiek systeem.
Groepen = verticale kolommen in het periodiek systeem, de elementen in de verticale
kolommen hebben gemeenschappelijk eigenschappen (chemische eigenschappen).
Twee soorten elementen
1. Metalen = elementen met gemeenschappelijke eigenschappen, waaronder
stroomgeleiding, warmtegeleiding, bij kamertemperatuur vast, staan links in het
periodiek systeem (zoals lood).
2. Niet-metalen = elementen die geen elektriciteit geleiden (zowel bij vaste als vloeibare
fase), staan rechts in het periodiek systeem (zoals zwavel).
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Lisa08. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.22. You're not tied to anything after your purchase.