In deze samenvatting is het hele hoofdstuk van cisco samengevat. Alle begrippen komen terug en zijn duidelijk uitgelegd. Protocolen en onderwerpen zoals het internet worden overzichtelijk en duidelijk omschreven.
Informatica Cisco samenvatting vwo 5
Paragraaf 1: De digitale transformatie.
o Daarnaast zijn ook steeds meer apparaten ‘slim’ geworden. Hiermee bedoelen we dat ook alledaagse
apparaten verbinding kunnen maken met het internet.
o Het Internet of Things (IoT) gaat over het verbinden van dingen met het internet – dat al computers
en mensen verbindt.
Sensoren = Met sensoren kun je de fysieke wereld waarnemen: een sensor zet een fysiek verschijnsel
om in informatie.
Actuatoren = Met actuatoren kun je de fysieke wereld sturen en in beweging zetten. Een actuator zet
informatie om in een fysiek verschijnsel: beweging, licht, geluid, warmte, enz.
o Met alleen sensoren en actuatoren krijgen we nog geen slimme oplossingen: daarvoor verbinden we
deze met allerlei diensten in het internet. Deze diensten gebruiken de data van de sensoren, en
combineren deze met andere data en kennis om tot slimme resultaten en beslissingen te komen.
Soms kun je deze beslissingen ook automatisch verwerken en gebruiken om de actuatoren
aan te sturen: we krijgen zo slimme apparaten.
Het netwerk = de verbindende factor tussen alle apparaten (dus ook computers, laptops, smartphones
en tablets) is de basis voor het internet en de gedigitaliseerde wereld.
- Korte (zoals bluetooth en Wi-Fi) en lange verbindingen (GSM, 4G en satelliet). Via radiogolven.
- Lange kabels op de bodem van de Atlantische Ocean.
- De term ‘internet’ betekent een netwerk van netwerken.
Cloud computing = Wanneer servers via het internet bereikbaar zijn.
Fog computing = Een deel van rekenwerk (de dataverwerking) gebeurt dan dicht bij de IoT-apparaten.
Paragraaf 2: Netwerken liggen aan de basis.
Personal Area Network (PAN) – Persoonlijk Netwerk (USB verbinding - bluetooth)
- Dit zijn kleine netwerken die bedoeld zijn om de verschillende apparaten die een persoon gebruikt
met elkaar te verbinden (bereik van ongeveer 10 meter).
Local Area Network (LAN) – Lokaal Netwerk (Ethernet - WIFi)
- Lokale netwerken dienen om computers en andere eindapparaten in een huis, kantoor of school
te verbinden (bereik van ongeveer 100 meter).
Wide Area Network (WAN) – Grootbereik Netwerk (Coax, UTP of glasvezel – GSM/3G/4G/LTE)
- Netwerken die een groot bereik hebben kunnen vaak met elkaar communiceren over meerdere
kilometers.
- Glasvezelverbindingen kunnen over lange afstanden hoge snelheden behalen doordat er licht
wordt gebruikt ipv elektrische signalen om data te verzenden van de ene naar andere gebruiker.
Hardware = De fysieke elementen van een netwerk.
Communicatieprogramma's, of software en applicaties = Wanneer netwerkonderdelen die worden
gebruikt om diensten en processen op te draaien.
Netwerkdiensten = Levert informatie als deze aangevraagd wordt.
Eindapparaten = De netwerkapparaten die wij gebruiken en daarom ook het meest bekend zijn.
- Alle eindapparaten die met een netwerk verbonden zijn noemen we hosts.
- De eindapparaten of hosts zijn de ‘interface’ tussen de gebruiker en het onderliggende netwerk.
, Een server = Een eindapparaat met software die informatie zoals e-mail of webpagina's kan
weergeven aan andere eindapparaten op het netwerk.
- Webserversoftware nodig om het netwerk van web diensten te voorzien.
Een ‘client’ = Een eindapparaat dat van software voorzien is waarmee het informatie van de server
kan aanvragen en weergeven. Een voorbeeld van clientsoftware is een webbrowser, zoals Internet
Explorer.
o Via verbindingsapparaten sluit je de eindapparaten aan op het netwerk. De verbindingsapparaten
zorgen ervoor dat gegevens op de handigste manier door het netwerk stromen.
- Verbindingsapparaten kunnen meerdere netwerken verbinden om een internetwerk te creëren.
- Ook verantwoordelijk voor het beheer van data terwijl het door het netwerk stroomt.
Intermediaire apparaten: letterlijk, de apparaten tussen de media: hiermee verbind je de
verschillende soorten media.
o Enkele voorbeelden van verbindingsapparaten en hun taken:
Switches en draadloze toegangspoorten: hiermee krijgen eindapparaten toegang tot het
netwerk
Routers: hiermee worden netwerken verbonden met het internet
Firewalls: zorgt voor de beveiliging van het netwerk
Modem: vertaalt verschillende data communicatietechnieken voor WAN, bijvoorbeeld tussen
ADSL en kabel
Geïntegreerde service router (Integrated Service Router, ISR): combineert een aantal van de
draadloos toegangspunt-, switch-, router-, firewall- en modemfunctionaliteiten in één
apparaat. Dit apparaat gebruik je vaak thuis en op kleine kantoren ("thuisrouter").
o Enkele deelfuncties van de verbindingsapparaten in het netwerk:
Datasignalen herstellen en opnieuw verzenden
Informatie bijhouden over de verschillende paden door het netwerk en het internetwerk zijn
Andere apparaten waarschuwen in het geval van (communicatie)fouten
Gegevens via een andere weg sturen bij een verbindingsfout
Berichten sturen en indelen volgens QoS-normen (Quality of Service)
De gegevensstroom toestaan of weigeren, afhankelijk van de beveiligingsinstellingen
Media = De verbindingen in het netwerk.
- Bij de snelheid van communicatie gaat het altijd om twee aspecten: de doorvoersnelheid
(throughput) en de vertraging (latency, latentie).
- De doorvoersnelheid druk je uit in het aantal bits dat per seconde overgestuurd wordt. De
capaciteit (bandbreedte) van de verbindingen heeft een grote invloed op deze doorvoersnelheid.
- De capaciteit van een verbinding bepaalt de maximale doorvoersnelheid. De actuele
doorvoersnelheid voor een toepassing wordt onder andere bepaalt door de toepassing zelf, en
door de andere gebruikers van de verbinding.
De vertraging = De tijd (in seconden) tussen het verzenden van een bericht en het ontvangen daarvan.
De latency geeft aan hoe lang het bericht “verborgen” is (of “onder water”) in het
communicatiekanaal.
Bij de opslag van data gebruik je vaak bytes (B) in plaats van bits (b); een byte is gewoonlijk 8 bits, maar voor
een snelle omrekening gebruik je vaak 10 bits per byte. Het versturen van 10 MB over een verbinding van 1
Mb/s kost ongeveer 100 seconden.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller SylvieS. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.21. You're not tied to anything after your purchase.