100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Zelf toetsvragen antwoorden werkboek (310 totaal) $4.28   Add to cart

Other

Zelf toetsvragen antwoorden werkboek (310 totaal)

5 reviews
 1327 views  38 purchases
  • Course
  • Institution

Alle zelftoetsvragen van week 1 t/m week 6, 310 vragen totaal. Gehele samenvatting voor het tentamen!

Last document update: 10 year ago

Preview 3 out of 34  pages

  • October 23, 2014
  • October 30, 2014
  • 34
  • 2014/2015
  • Other
  • Unknown

5  reviews

review-writer-avatar

By: aimane_anakhrouch • 8 year ago

review-writer-avatar

By: carlijnspijkers • 8 year ago

Translated by Google

A really good! Sometimes mistakes

review-writer-avatar

By: lisannevanhaaster20 • 8 year ago

Perfect

review-writer-avatar

By: esmeewildenberg • 9 year ago

reply-writer-avatar

By: MRang • 8 year ago

thx

review-writer-avatar

By: Derya1208 • 9 year ago

avatar-seller
Zelftoetsvragen Beginselen van de democratische rechtsstaat.

Hoofdstuk 1.
Welke elementen moeten aanwezig zijn wil men kunnen spreken van een ‘staat’?
- een grondgebied;
- een volk;
- een hoogste gezag die effectief gezag houdt over het volk op het grondgebied.

In hoeverre speelt erkenning door andere staten een rol om daadwerkelijk als ‘staat’
aangemerkt te kunnen worden?
Erkenning door andere staten in geen formeel vereiste, maar een belangrijke aanwijzing
dat de staat effectief gezag uitoefent. Toelating tot de VN versterkt bovendien de
rechtspositie van het land in het internationale verkeer.

Welke rechtsregels worden doorgaans tot het staatsrecht gerekend?
De regels die betrekking hebben op de organisatie van de met gezag beklede organen en
de grenzen van hun gezag

Waardoor werd het (staats)gezag in de West-Europese landen in de Middeleeuwen
gekenmerkt?
In de middeleeuwen was het gezag een persoonlijk recht van de vorst, hij kon naar
willekeur zijn gezag splitsen door een deel van zijn grondgebed te verkopen of door zich
er op andere wijze van te ontdoen. Het gezag was tevens overdraagbaar, het kon worden
ingebracht in een huwelijksgemeenschap en het was meestal erfelijk.

Wie of wat zorgde ervoor dat de rechtvaardigheid van (staats)gezag als persoonlijk recht
steeds meer in twijfel werd getrokken?
De opkomst van een klasse die de sociale bescherming van de gezagdragers minder
nodig had, de kooplieden, de burgers.

Welke belangrijke verandering vond plaats in het cultuurpatroon na de Middeleeuwen en
welke consequenties had dat voor de aanvaarding/aanvaardbaarheid van het gezag?
Het nieuwe cultuurpatroon (de normen) gingen uit van het individu als kleinste
maatschappelijke eenheid. Niet de middeleeuwse gemeenschap bleef basisvorm van de
maatschappij maar de enkeling. Wie de mens in beginsel als individu beschouwt, komt
vroeg of laat voor de vraag te staan hoe in een maatschappij van vrije individuen het
gezag te rechtvaardigen is. Het gezag werd dus niet zomaar aanvaard, zoals in de
middeleeuwen.
 Wie de mens, als in de middeleeuwen, uitsluitend als lid van de gemeenschap ziet,
aanvaardt met de gemeenschap het daarin onmisbare gezag.

Hoe valt de sociaal contract theorie van Rousseau samen te vatten en waarin die theorie
voor het recht zo belangrijk?
De theorie van het contrat social verenigt gezag en vrijheid, omdat het gezag uit de
vrijheid is afgeleid. Zij maakt het mogelijk de beperkingen door gezag aan de individuele
vrijheid gesteld, te aanvaarden, omdat het beperkingen zijn, die bij het contrat social de
vrije individuen zichzelf hebben opgelegd. De theorie is belangrijk voor het recht omdat
zij het dilemma aangeeft waarvoor de staatsrechtswetenschap zich geplaatst ziet: de
vrijheid van het individu, door dwanguitoefening te handhaven.

In het staatsrecht moet altijd een compromis gezocht worden tussen …. En …..
Tussen de individuele vrijheid en dwang van de gemeenschap

Wat is vandaag de dag het uitgangspunt voor elke staatsleer?
Elke burger is gelijkwaardig en heeft recht op gelijke invloed op het staatsbestuur. Er zijn
in een land geen burgers die buiten deze groep vallen (het gelijkheidsbeginsel)

,Waarom is directe democratie voor de meeste hedendaagse gemeenschappen geen
haalbare kaart? Welke twee problemen kleven eraan?
Een moderne staat kan niet bestuurd worden door overleg in een vergadering van alle
meerderjarige burgers.
- een vergadering van zeer grote aantallen personen kan niet redelijk tot besluiten
komen;
- bij een zo grote hoeveelheid mensen voelt niemand zich werkelijk voor de
genomen besluiten verantwoordelijk.

Waarom is gezagsuitoefening binnen een staat/gemeenschap onvermijdelijk? En welk
gevaar kleeft aan die gezagsuitoefening door het bestuur?
Wil de gemeenschap, die de staat vormt, kunnen voortbestaan, dan zullen er voortduren
beslissingen genomen moeten worden. Hiervoor is een bestuur nodig. Wanneer het
bestuur alle machtsmiddelen krijgt, kunnen zij in feite alles doen wat zij willen ook hoe
de burger het niet aanstaat.

Welk belangrijk staatkundig idee is afkomstig van Montesquieu en welke overheidstaken
worden daarin onderscheiden?
De scheiding van de machten in de staat, de trias politica. Onderscheiden wordt de
wetgevende macht, de uitvoerende macht en de rechtsprekende macht

In hoeverre is de taak van de uitvoerende macht vandaag de dag anders dan in de leer
van Montesquieu?
De taak van de regering is veel breder dan alleen het uitvoeren van wetten, zij hebben
ook een ‘zelfstandige taak’. Dit tezamen wordt het bestuur genoemd.

Zijn de functies van de belangrijkste staatsorganen vandaag de dag nog strikt te
scheiden? Waarom wel/niet?
Nee de drie organen opereren niet onafhankelijk van elkaar.
- de regering (uitvoerende macht) en het parlement (wetgevende macht) stellen
samen wetten vast;
- de regering staat bij de uitoefening van het bestuur onder controle van het
parlement.

Naast de taakverdeling volgens de trias politica is er in de hedendaagse staten vaak nog
een andere vorm van taak –c.q. machtsverdeling. Welke?
De taakverdeling van het gezag in een territoriale splitsing. Men geeft niet de centrale
overheid alle bestuursbevoegdheid, maar verleent een deel van die bevoegdheid aan
regionale overheden. Het stelsel van een federatieve staat of bondstaat, waarin de
deelstaten eigen grondwettelijke gegarandeerde bevoegdheden hebben waar federale
organen niet in mogen treden, geeft een evenwicht tussen centrale en regionale organen.

Welke twee grondregels voor een democratisch staatsbestel liggen aan onze
staatsrechtelijke praktijk ten grondslag?
- geen bevoegdheid zonder wet of Grondwet;
- niemand kan een bevoegdheid uitoefenen zonder verantwoording schuldig te zijn
of zonder dat er op die uitoefening controle staat.

Wat wordt verstaan onder het legaliteitsbeginsel?
Elk overheidsoptreden, dat ingrijpt in rechten en vrijheden van burgers, moet berusten
op een wettelijke grondslag en die wettelijke grondslag stelt grenzen aan het
overheidsoptreden.

Geldt het legaliteitsbeginsel voor alle overheidshandelingen?
Nee, een dergelijk stelsel is in het positieve recht nog niet gerealiseerd, bijvoorbeeld bij
overheidssubsidies.

, Waarom is een verantwoordingsplicht of controle zo’n belangrijke aanvulling op het
legaliteitsbeginsel?
Het handelend orgaan moet rekenschap kunnen afleggen waarom het zijn bevoegdheid al
of niet heeft uitgeoefend en waarom juist op de wijze als het heeft gedaan en niet
anders.

Voor rechters geldt geen verantwoordingsplicht tegenover andere staatsorganen. Hoe
wordt dan desalniettemin voorzien in en een bepaalde vorm van controleerbaarheid?
Door de openbaarheid van ambtshandelingen art. 121 Gw. Ook worden rechters door
hogere rechters gecontroleerd, waarom hij in het concrete geval een bepaalde straf heeft
opgelegd. De regering heeft, mits daarbij bepaalde vormen in acht worden genomen, het
recht van gratie van straffen.

Welke vormen van verantwoordingsplicht kennen we in ons staatsrecht en wat houden zij
in?
- Politieke verantwoordingsplicht: het bestuurlijk orgaan moet inlichtingen
verstrekken, mag een debat met de volksvertegenwoordiging niet ontwijken en
moet bij verlies van vertrouwen in beginsel opstappen. Het gaat om bestuurlijke
organen tegenover vertegenwoordigende lichamen.
- Ambtelijke ondergeschiktheid: de ambtenaar moet rekening en verantwoording
aan zijn chefs en uiteindelijk aan de minister afleggen. De chefs zijn op hun beurt
verantwoordelijk voor de instructies die zij al of niet aan de ondergeschikte
ambtenaren hebben gegeven.
- Bestuurlijk toezicht: de regering heeft in een beperkte mate de bevoegdheid zich
te bemoeien met het beleid van een gemeente of provincie. Preventief toezicht
houdt in dat een lager bestuursorgaan voor een bepaalde handeling goedkeuring
moet vragen aan een hoger orgaan. Repressief toezicht houdt in dat een hoger
bestuursorgaan een beslissing van een lager orgaan achteraf ongedaan kan
maken.
- Strafrechtelijke verantwoordelijkheid: een controle, uit te oefenen door de rechter
op de functionaris die bepaalde bevoegdheden heeft en die deze niet dan met
inachtneming van de wettelijke beperkingen mag uitoefenen. De controle richt
zich tegen de ambtenaar persoonlijk en de sanctie treft hem eveneens in persoon.
- Beroep: de meeste besluiten van bestuursorganen zijn vatbaar voor beroep.
Belanghebbende kunnen aan de beroepsinstantie vragen deze besluiten te
vernietigen en soms te vervangen.
- Burgerlijke rechter: bij geen speciale beroepsmogelijkheid is de burgerlijke
rechter bereid ambtshandelingen te toetsen aan art. 6:162 BW.
- Rechterlijke toetsing van wetgeving: controle van de rechter op zekere
wetgevende organen. De rechter mag niet beoordelen of een formele wet in strijd
is met de Grondwet (art. 120 Gw.)

Geldt de politieke verantwoordingplicht voor ministers en staatssecretarissen alleen voor
hun eigen doen en nalaten?
Nee, deze strekt zich ook uit tot het functioneren van ambtelijke diensten die aan het
bestuursorgaan ondergeschikt zijn.

Zijn ministers en staatssecretarissen ambtenaren?
Nee, zij zijn bewindspersonen en daardoor niet onderworpen aan disciplinaire
maatregelen.

Mag de rechter wetten in formele zin toetsen aan hogere regels? Aan welke en waar i dit
geregeld?
Nee de rechter mag niet beoordelen of een wet in formele zin in strijd is met de
Grondwet, art. 120 Gw. Wel mag de rechter lagere regelingen aan hogere, inclusief de
Grondwet, toetsen.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller MRang. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $4.28. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67474 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$4.28  38x  sold
  • (5)
  Add to cart