Psychodiagnostiek In De Ontwikkelingspsychologische Praktijk: Kinderen En Jeugdigen
Institution
Universiteit Utrecht (UU)
Hierin vindt je alle stof voor deeltentamen 1:
Bruyn H3, H8 & 9
Pameijer H1 en 2 (BB)
Tak H2 par 1 t/m 4
Tak H11 par 6, par 7.1 t/m 7.4, par 8
Tak H7 par 4.4.3 t/m 7
Tak H6 par 1 t/m 3.2
Tak H13 par 1 t/m 4
Verschueren H5, H10 &13
Tak H7 par 10.7
Psychodiagnostiek In De Ontwikkelingspsychologische Praktijk: Kinderen En Jeugdigen
All documents for this subject (6)
1
review
By: arkanaveltink • 3 year ago
Seller
Follow
Nora4SL
Reviews received
Content preview
College
Zelfde probleem kan verschillende oorzaken hebben. Dus daarom zoeken we naar
verklaringen, zodat we kunnen adviseren. We formuleren meerdere hypothesen.
We maken veel denkfouten: voorkeurshypothese, te zeker zijn van je conclusies, focus op
kind-kenmerken (fundamentele attributiefout, neigen gedragingen aanschrijven aan kind
zelf, maar gedragingen bij ons zelf komt door omgeving).
Ook moeten we transparant en systematisch werken, ook
verantwoording afleggen aan anderen.
Beste is in eerste instantie zo breed mogelijke hypotheses formuleren. We gebruiken
hiervoor de literatuur en richtlijnen. Maar niet afgaan op enkele empirische artikelen.
Handelingsgerichte diagnostiek (2e model)
Het is gebaseerd op diagnostische cyclus maar wat zij hier merkte was:
,Handelingsgerichte diagnostiek (HGD):
Dus niet verzamelen van dingen die geen nut
hebben.
Het model heeft ook andere stappen:
Meer evalueren en meer cliënt betrekken bij stap 5.
,Hoe gaan we HGD in onze diagnostische cyclus meenemen?
, Week 1
→ Bruyn H3, H8 & 9 Pameijer H1 en 2 (BB) Tak H2 par 1 t/m 4
Bruyn H3 De diagnostische cyclus
Hulpvraag (C) → type diagnostische hulpvraag (D) → type vraagstelling (C en D) → type
onderzoek (D).
Volgorde:
1. Verhelderend = klachtanalyse KA
2. Onderkennend (wat) = probleemanalyse PA
3. Verklarend (waarom) = verklaringsanalyse VA
4. Indicerend (hoe helpen) = indicatieanalyse IA
Meestal is het herhaald doorlopen van het model of delen ervan.
Zie p. 46 Box 3.1
Causale attributie: de persoon die handelt verklaart zijn gedrag door externe
omstandigheden. Observator verklaart het handelen van persoon door interne factoren.
Komt voor bij KA, VA, IA.
Gedragsconfirmatie: het door eigen gedrag uitlokken van informatie die de eigen
denkbeelden ondersteunt. PA: Knikken wanneer cliënt iets vertelt dat past bij angststoornis.
Komt voor bij KA, PA, VA
Beschikbaarheid: oordeel over de mate waarin een verschijnsel voorkomt, wordt geleid
door het gemak waarmee men voorbeelden kan bedenken. VA: veel theoretische kennis
over gezinstheorie, dus oorzaak van kind problemen is gezinsfactoren. PA, VA, IA
Representativiteit: oordeel over de kans waarmee een verschijnsel optreedt, wordt geleid
door de mate waarin het te beoordelen verschijnsel overeenkomt met wat als daarvoor
typerend wordt opgevat. IA: diagnosticus adviseert een behandeling omdat cliënt goed past
bij het beeld. PA, VA, IA
Verankering: oordelen over de frequentie of omvang van verschijnselen blijven sterk
veranderd in de aanvangswaarden die de beoordelaar hanteert. PA: diagnosticus die tot
kort met verstandelijk gehandicapte kinderen heeft gewerkt, werkt nu bij eerste lijn.
Diagnosticus vindt dat het met de cognitieve problematiek enorm meevalt. KA, PA, VA, IA
Confirmatorische teststrategie: opzoeken van info die bij eigen mening aansluit. VA:
diagnosticus test ouders op permissieve ouderstijl omdat hij denkt dat dit de oorzaak is.
Maar hij kijkt niet wat voor score ouders van kinderen zonder gedragsproblemen hebben.
PA, VA, IA.
Bruyn H8 Verklaringsanalyse: formuleren en toetsen van diagnostische
verklaringen
We hebben het probleem in kaart gebracht en nu moeten we beroep doen op de bestaande
kennis over relaties tussen problemen en de condities die deze problemen kunnen uitlokken
of in stand houden. Dus causale verbanden. 2 deelstappen:
- Formuleren van toetsbare verklaringen (hypothesen)
- Toetsen van de hypothesen
Op basis hiervan stellen we een beeld op waarin we aangeven welke condities waarschijnlijk
tot dit probleem hebben geleid of het in stand houden.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Nora4SL. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.68. You're not tied to anything after your purchase.