Week 1 Het notarisambt (I): inleiding, geschiedenis en
karakterisering
Ontwikkeling van het notariaat in Nederland (1) voor 1800
- Notariaat in ruime zin is zo oud als de mensheid
- Latijns notariaat: ambtenaar, betaald door de cliënt
- Uit Italië via Duitsland en via Bourgondië naar Nederland
- Onderscheid in de vroege middeleeuwen tussen kerkelijke en keizerlijke notarissen
- 1524, 1531, 1540: plakkaten op het notariaat van Karel V: invoering examen en
numerus fixus
- In de praktijk weinig effect door laksheid lokale overheden
- Geen vertrouwen in het notariaat bij de bevolking
- 1648 notariaat vrijwel verdwenen uit Oost Nederland, verbrokkeling in regelgeving,
bewijskracht notariële akte onduidelijk
- Een zwakke overheid ziet een sterk notariaat als een bedreiging!
- Toch verbetert het niveau van de notariële handboeken in de loop der tijd (1528,
1585, 1642, 1666, 1734, 1742, 1775) in Holland:
- Beschouwing over het notariaat zelf
- Inleiding privaatrecht (m.n. erfrecht en huwelijksvermogensrecht)
- Modellen
Ontwikkeling van het notariaat in Nederland (2) 1800 - 1842
Franse invloed: de Ventôsewet 1803, invoering 1810 en 1811
- Toezicht door de overheid (Chambres des notaires)
- Numerus fixus
- Verplichting aanvragen verlof bij tijdelijke afwezigheid
- Voorschriften protocollen
- Afgebakend ressort
- Notariële akte soms constitutief
- Grosse executoriale kracht
- Leertijd
Ontwikkeling van het notariaat in Nederland (3) 1842
1842 Wet op het Notarisambt
- Dezelfde opbouw als de Ventôsewet
- Opheffing eis leertijd; in plaats daarvan strenger examen (eerst Hoven, later
staatscommissie)
- Opheffing Chambres des notaires; in plaats daarvan toezicht door het Openbaar
Ministerie
1843 Oprichting ‘Broederschap der Notarissen’
- Vrees voor concurrentie
- Oprichting ter bevordering ‘sociale cohesie’ notariaat
,Ontwikkeling van het notariaat in Nederland (4) 1843 - 1904
1878:
- Herinvoering leertijd (stage)
- Verscherping toezicht door OM
- Verzwaring exameneisen
1904:
- Herinvoering Kamers van Toezicht
- Toezicht
- Disciplinaire maatregelen
- Eis voordiploma voor notarieel examen
- Officiële status kandidaat-notaris en bevoegdheid tot waarneming
Ontwikkeling van het notariaat in Nederland (5) 1905 - 1970
- 1931: Verbod op borgstelling en op gelden lenen of bewaren tegen rente
- 1933: Oprichting Centraal Bureau van Bijstand (toezicht boekhouding, thans BFT)
- 1947: Eerste vrouwelijke notaris
- 1951: KNB stelt bindende tarieven vast
- 1951: St. ter Bev. der Not. Wet. (Ars Notariatus)
- 1953: Leeftijdsgrens omlaag naar 70
- 1956: Overdracht o.g. verplicht notarieel
- 1958: Eis universitaire studie; einde staatsexamen
Ontwikkeling van het notariaat in Nederland (6) 1970 - 1999
- 1974: Fusie Broederschap der Candidaat-Notarissen (BCN) en KNB
- BCN: WPNR en BCN / KNB: Pre-adviezen
- 1983: Centralisatie hoger beroep tuchtrechtspraak (KvT) bij Hof Amsterdam
- 1987: Beroepsopleiding
- 1993: Overdracht aandelen verplicht notarieel
- 1997: ‘Broederschap’ ‘Beroepsorganisatie’
- 1999: Nieuwe Wet op het Notarisambt
Ontwikkeling van het notariaat in Nederland (7) 1999
1999 nieuwe Wet op het Notarisambt
- Lange voorgeschiedenis aan wetgevingsinitiatieven
- Achtergrond: bevorderen marktwerking
- Vrije vestiging, economisch draagvlak (i.p.v. numerus clausus)
- Passeren buiten ressort
- Vrije tarieven (voorheen voorgeschreven vaste tarieven)
- KNB wordt orde (publiekrechtelijk, voorheen vereniging)
- Stage 6 jaar
- Invoering kwaliteitsrekening
,Ontwikkeling van het notariaat in Nederland (8) vanaf 2000
- 2003: Verordening Interdisciplinaire samenwerking
- 2003: WID en MOT (per 2008: Wwft)
- 2005: Rapport Cie Hammerstein
- 2008: Verordening op de kwaliteit
- 2009: Wetsvoorstel Hammerstein
- 2012 en 2013: Wijzigingen Wna
- Toegevoegd notaris
- Persoonlijkheidstoets
Tendenzen:
- wijziging van taken van de notaris en van de KNB
- digitalisering
- Europeanisering
- marktwerking versus integriteit
- meer toezicht door de notaris
- meer toezicht op de notaris
Het notarisambt (1) volgens de wet van 1999
Art. 2 Wna:
- Lid 1: “Het ambt van de notaris houdt de bevoegdheid in om authentieke akten te
verlijden in de gevallen waarin de wet dit aan hem opdraagt of een partij zulks van
hem verlangt en andere in de wet aan hem opgedragen werkzaamheden te
verrichten.”
- Lid 2: “Tot het voeren van de titel notaris is uitsluitend bevoegd hij die als zodanig is
benoemd en beëdigd en die niet geschorst of gedefungeerd is.”
Ook de titel kandidaat-notaris is beschermd
(art. 1 lid 6 Wna)
Het notarisambt (2) karakterisering
- Ambt van notaris is in de kern hetzelfde als dat van het ‘Latijnse’ notariaat:
- Notaris is ambtenaar / ZBO, benoemd bij KB, maar staat los van de
overheidshiërarchie
- Awb is grotendeels niet van toepassing
- Handelen in opdracht van partijen: ondernemer
- Authenticiteit verlenen aan akten
- Advisering en overige werkzaamheden
- Onmisbare schakel in het rechtsverkeer: waarborg rechtszekerheid, voorkoming
geschillen
- Vertrouwen in notaris: zorgplicht
, Drie verschijningsvormen van het Latijnse notariaat
1. ‘Nurnotariat’: notariaat als uniek ambt
De Nederlandse vorm, in Duitsland in de deelstaat Nordrhein-Westphalen
2. Anwaltnotariat: notariaat als bevoegdheid van (sommige) advocaten
in Duitsland in de deelstaat Niedersachsen
3. Staatsnotariaat: notariaat als ambtelijke dienst
in Duitsland in de deelstaat Beieren
‘Core business’ = de akte
- Authentificatie, bewaring (incl. archivering), registratie van akten
- Vastlegging van wil van betrokken in akte, maar niet lijdelijk (onafhankelijke rol)
- Controle identiteit, hoedanigheid, bevoegdheid en wil van partijen
- Verstrekking van authentiek afschrift van akte aan partijen
De organisatie van het ambt
Wetgever
- Bepaalt reikwijdte van bevoegdheden notaris
- Bepaalt voorwaarden toegang tot het ambt
KNB (orde)
- Bepaalt beroeps- en gedragsregels
- Ring (onderafdeling) + Geschillencommissie
Bureau Financieel Toezicht (BFT)
- Administratief (preventief) toezicht
- Kamers voor het Notariaat en Hof Amsterdam
- Tuchtrecht
- Openbaar Ministerie en Belastingdienst
Waarden van het notarisambt
- Deskundigheid, praktijkervaring
- Loyaliteit en integriteit (tégen criminaliteit)
- Jegens partijen, de staat en vakgenoten
- Onafhankelijkheid, onpartijdigheid, zorgvuldigheid
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller furkankekil. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.06. You're not tied to anything after your purchase.