100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Methoden van Onderzoek $3.75
Add to cart

Summary

Samenvatting Methoden van Onderzoek

1 review
 230 views  3 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

Goede solide samenvatting van het boek Methoden van Onderzoek. Duidelijk, overzichtelijk, geen taalfouten.

Preview 3 out of 20  pages

  • Yes
  • October 24, 2014
  • 20
  • 2012/2013
  • Summary

1  review

review-writer-avatar

By: julian_beers • 3 year ago

Translated by Google

grammatical errors, lacks a little info

avatar-seller
Basisboek Methoden en Technieken

Hoofdstuk 1 Doelstelling en onderzoeksvraag
Probleemstelling: iemand (persoon, bedrijf, organisatie) ziet (een gedeelte van) een situatie als
ongewenst en stelt dit als probleem. Hierbij is het oogmerk van de probleemstelling om de situatie
minder ongewenst te maken en zo een meer gewenste situatie te creeëren.
Als er een te groot verschil bestaat tussen de gewenste situatie en de huidige wordt er een probleem
vastgesteld. Belangrijk is dat je je realiseert dat een probleem normatief (je ontleet normen aan de
wenselijke situatie, waarmee je de bestaande situatie beoordeelt) en subjectief (de een ervaart een
probleem, de ander niet) geformuleerd wordt.
Bij complexe problemen dient de situatie eerst verhelderd te worden: wat zijn de oorzaken?
Wanneer er voldoende informatie is kan de voorlopige vraagstelling geformuleerd worden. Meestal
is er sprake van een onderhandelingsfase voor de definitieve vraagstelling wordt vastgesteld. Bij
complexe vraagstukken worden de vragen in losse specifieke vragen opgedeeld.

De stappen zijn dus samengevat:
1. Probleemformulering
2. Formuleren gewenste situatie (praktijkdoelstelling)
3. Vergelijken gewenste situatie met huidige situatie
4. Probleemverheldering
5. Behoefte aan nieuwe informatie (bij nee: geen nader onderzoek nodig)
6. Formulering voorlopige globale onderzoeksvraag, tot de uiteindelijke onderzoeksdoelstelling
geformuleerd is

Om naar aanleiding van de verkregen inzichten en kennis uit het onderzoek een oplossing aan te
dragen, kan het bedrijf een specialist in de arm nemen. De specialist is een raadgever. Men moet de
rol van raadgever en onderzoeker niet door elkaar halen. Een raadgever moet men zien als een bron
van informatie.

Bij een onderzoek dient een doel te worden gesteld. Het oplossen van het geconstateerde probleem
is nadrukkelijk niet de bedoeling van het onderzoek. Het doel geeft de relevantie van het onderzoek
aan (bijvoorbeeld betere voorlichting of kennis over arbeid). Praktische relevantie kan gebruikt
worden om een situatie te verbeteren (voorlichting). Theoretische relevantie is het vergroten van
wetenschappelijke kennis over het doel.

Een ethisch probleem kan ontstaan wanneer er bijvoorbeeld wel positieve uitkomsten voor de ene
partij zijn, maar niet voor de andere. Er zijn in een onderzoek drie partijen van belang:
1. De onderzoeker
2. De opdrachtgever
3. De respondent
Er bestaat een gedragscode voor onderzoekers en zowel de privacywetgeving als de ethische
commissie controleren de ethiciteit van een onderzoek.

,Een onderzoek is ethisch verantwoord indien:
- De respondent vrijwillig meewerkt
- Geen valse voorstelling van zaken wordt gegeven
- De gegevens anoniem worden verwerkt
- De uitkomsten voor respondenten geen nadelige effecten hebben

Tegenover de opdrachtgever heeft de onderzoeker de plicht:
- het onderzoek op een eerlijke en objectieve manier uit te voeren
- geen gegevens aan derden te verstrekken (tenzij instemming is verkregen)

De opdrachtgever heeft tegenover de onderzoeker de plicht:
- de gebruikte onderzoeksmethode niet als zijn eigendom te beschouwen, alleen de resultaten
- bij bekendmaking van de resultaten de titel van de publicatie en naam van de onderzoeker te
vermelden

De onderzoeksvraag moet gericht zijn op het probleem waarvoor het een oplossing zoekt. Het
opstellen van een onderzoeksvraag verloopt volgens een aantal fases.
- De oriëntatiefase bestaat uit overleg en eventueel een literatuurstudie.
- Dan komt de vertaling naar de specifieke onderzoeksvraag. Deze wordt
versmald/gereduceerd, zodat de vraag minder breed wordt en makkelijker te beantwoorden
is.

Veel onderzoeksvragen blijken aspecten te hebben die niet makkelijk te beantwoorden zijn. Maak
een overzicht van de consequenties per specifieke onderzoeksvraag, en leg ook uit wat deze
consequenties qua geld en tijd betekenen.

Aspecten van onderzoeksvragen waar je op moet letten:
- Een onderzoeksvraag heeft altijd een vraagteken op het einde.
- Vermijd hoe komt het en waarom-vragen, dit leidt tot te open en vage vragen
- Pas ook op met specifieke soort hoe vragen die verwijzen naar de oplossing ‘hoe kunnen we de
omzet vergroten’, want een onderzoek levert kennis en inzicht op, niet de uiteindelijke oplossing
- Vermijd normatieve vragen, zoals ‘wat is goed voor…’, goed is normatief en wat goed is voor een
bedrijf is niet altijd goed voor de medewerkers
- Vermijd esthetische vragen, zoals ‘wat is mooi’. Wel kun je onderzoeken wat een specifieke groep
mooi vindt, bijvoorbeeld voor auto-ontwerp.

Je hebt eigenschapsbegrippen, wat kenmerken van iets of iemand zijn. Dit worden ook wel
variabelen genoemd. Het moet wel duidelijk zijn wat deze begrippen betekenen. Het is raadzaam
deze kenmerken pas variabelen te noemen op het moment dat de begrippen in concreet
waarneembare termen vertaald zijn: geoperationaliseerd.
Er bestaan ook eenheidsbegrippen, die aangeven aan wie of wat een eigenschap toebehoort. Ze
omvatten niet alleen mensen, maar kunnen ook producten, intstellingen, bedrijven, landen en
situaties zijn. Eenheidsbegrippen geven aan over wie of wat je een uitspraak wilt doen, zoals
‘werknemers’, ‘rotondes’, ‘klanten’. Alle eenheden tezamen vormen je populatie.

, Het belangrijkste verschil tussen eigenschapsbegrippen en eenheidsbegrippen is dat bij
eigenschapsbegrippen sprake is van variatie, er is meer of minder van iets, of ‘man’ en ‘vrouw’ bij het
eigenschapsbegrip geslacht. Bij eenheidsbegrippen kun je geen onderscheid maken in ‘meer of
minder werknemer zijn’. Soms kan het wel, bijvoorbeeld bij ‘aantal ongelukken’.

Begrippen (worden ook wel concepten genoemd), worden weergegeven in een conceptueel model.
Hierin wordt niet duidelijk wat er voor een oorzaak of gevolg kan worden aangewezen, en daarom
staat er slechts een streep tussen de concepten.
Wanneer je wel zeker bent van de oorzaak en het gevolg is er sprake van een causaal model, dan
geef je dit in het model aan een pijl. Technieken om causaliteit vast te stellen zijn experimenten en
empirische toetsing (in onderzoek).

In een conceptueel model maak je niet alleen duidelijk wat het verwachte verband is tussen de
centrale begrippen uit de vraagstelling, maar ook welke andere begrippen een rol spelen en vooral
ook op welke manier. Dit zijn controlebegrippen en in geoperationaliseerde vorm
controlevariabelen. Denk aan bij een onderzoek naar stress/werkdruk ook aan geslacht, positie,
leeftijd etc. Deze veronderstelde controlebegrippen worden meestal gekozen uit literatuuronderzoek
Wanneer een begrip zowel invloed uitoefent op de oorzaak als op het gevolg dan is het een
controlebegrip. Als dit toch niet zo blijkt te zijn is er sprake van een schijnbaar verband. Je zou
bijvoorbeeld kunnen stellen dat voor vrouwen werkstress geen issue is, omdat zij minder waarde
hechten aan werk als gevolg van een andere sociale positie (door de zorgrol).
Er zijn grofweg twee typen controlevariabelen:
1. Kwalitatieve controlevariabelen: Voorbeeld van een kwalitatieve controlevariabele is geslacht, er
is geen sprake van meer of minder. Wordt ook nominale variabele genoemd. Geslacht kan een
verhullend effect hebben zoals boven geschreven, doordat een verband wel optreedt voor mannen
en niet voor vrouwen. In het geval van de controlevariabele geslacht wordt er ook wel gesproken van
een interactie- of specificatievariabele.
2. Kwantitatieve controlevariabelen: Meer minder, hoger lager, zwakker sterker. Dit noemen we
intervenierende of medierende controlevariabelen, zoals bijvoorbeeld de positie in het bedrijf: het
medieert het verband tussen opleiding en werkdruk.

Er zijn twee mogelijkheden om het effect van controlevariabelen te neutraliseren:
1. De statistische oplossing
2. De analyses afzonderlijk uitvoeren bij de verschillende subgroepen. Door mannen en vrouwen
apart te onderzoeken (of verschillende leeftijdsgroepen) sluit je die variabelen uit. Je kunt ook
overwegen je steekproef alleen onder een homogene groep uit te voeren.

Het is belangrijk om na te gaan of onderzoek uitvoerbaar is. Anders doe je het voor niks.
De drie belangrijkste factoren zijn tijd geld bereikbaarheid&bereidheid respondenten.
Ook belangrijk zijn de tijdsbegroting en een offerte waarin wordt aangegeven wat de kosten van het
onderzoek zijn. Denk aan sociale lasten, premies, overheid-, opleidings- en wervingskosten, huur en
energieverbruik

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Leonieke. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.75. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

52510 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$3.75  3x  sold
  • (1)
Add to cart
Added