100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Hoorcolleges en literatuur alle weken Recht $8.68   Add to cart

Summary

Samenvatting Hoorcolleges en literatuur alle weken Recht

18 reviews
 294 views  50 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

Alle hoorcollege aantekeningen en alle literatuur samengevat voor het vak Recht, eerstejaars Bestuurskunde

Preview 4 out of 51  pages

  • No
  • Hoofdstuk 1,2,3,4,5,6,7,10,11,12,15 en 16
  • May 19, 2021
  • 51
  • 2020/2021
  • Summary

18  reviews

review-writer-avatar

By: fleurdeboer2 • 6 months ago

review-writer-avatar

By: dominiquealbinus1 • 2 year ago

review-writer-avatar

By: benitowalker1 • 2 year ago

review-writer-avatar

By: hiddek2003 • 2 year ago

review-writer-avatar

By: ikanedriss • 2 year ago

review-writer-avatar

By: marijabarjaktarovic75 • 2 year ago

review-writer-avatar

By: tijmenoudejans • 2 year ago

Show more reviews  
avatar-seller
2020 – 2021 Recht
Hoorcollege 1: Inleiding + H1 & H2
Het belang van recht
Belangen moeten tegen elkaar worden afgewogen, bijvoorbeeld het milieu en de economie. Het recht is het
resultaat van deze belangenafwegingen. De Nederlandse wetgever heeft dit soort afwegingen op een
abstract niveau gemaakt en het resultaat daarvan vastgelegd in wetten.
Het recht betreft belangenafwegingen die door de wetgever en – in mindere mate – de rechterlijke macht
op abstract niveau zijn uitgevoerd. De rechterlijke macht is een steeds grotere rol gaan spelen door het
toenemende gebruik van open normen in wettelijke regelingen. Het recht is ook een normatief kader voor
toekomstige belangenafwegingen die zich op een meer concreet niveau afspelen.
- Rechtsstaat versus politiestaat
o Rechtsstaat: de burger EN de overheid zijn aan het recht gebonden, de overheid staat niet
boven het recht
o Politiestaat: de overheid staat boven het recht
- Nederland als rechtsstaat
o Kenmerken:
Burgers hebben klassieke en sociale grondrechten (verschillende grondrechten
kunnen op gespannen voet staan met elkaar, ze hebben geen absoluut karakter).
• Klassiek: gelijkheidsbeginsel, vrijheid van meningsuiting, privacy
• Sociaal: bestaanszekerheid, onderwijs
Legaliteitseis: beschermt burgers tegen de overheid. Elk overheidsoptreden waarbij
vrijheden of eigendommen van burgers worden ingeperkt, moet een wettelijke
grondslag hebben.
Trias politica (Montesquieu en Thorbecke): scheiding tussen wetgevende, uitvoerende
en rechtsprekende macht om machtsmisbruik te voorkomen.
• Wetgevend: Eerste en Tweede Kamer
• Uitvoerend: Verschillende overheidsinstanties
• Rechtsprekend: gerechtelijke colleges
Iedereen heeft zich te houden aan de hier te lande geldende wettelijke regelingen.
Personen of particuliere organisaties hebben de mogelijkheid zich tot een
onafhankelijke rechter te wenden indien zij van oordeel zijn dat een andere partij
bepaalde wettelijke voorschriften of contractuele afspraken in onvoldoende mate is
nagekomen.
Personen of organisaties die strafbare feiten hebben begaan, kunnen worden
vervolgd door het Openbaar Ministerie en kunnen worden bestraft door de rechter.
De hier te lande geldende wettelijke regelingen moeten voldoende rechtszekerheid
bieden (duidelijk en begrijpelijk zijn).
- Belang van het recht voor de bestuurskundige

Wat is recht?
Wat in de wet staat, is recht, maar er zijn twee verschillende soorten recht: natuurrecht en
rechtspositivisme. De vraag hierbij is dan ook: Staat al het recht in de wet?
- Onderscheid natuurrecht en rechtspositivisme
o Natuurrecht: rechtsnormen die niet gebonden zijn aan een bepaalde tijdsperiode en
bepaald territorium, maar in belangrijk mate een universeel karakter hebben (liegen is uit
den boze, doden is immoreel).
o Rechtspositivisme: algemene, voor herhaalde toepassing vatbare, normen die op een bepaald
tijdstip innen een bepaald territoriaal gebied gelden en waarvan de naleving kan worden
afgedwongen via de rechter.
- Rassenwetten Naziregime: is hier sprake van recht?
- Nadelen rechtspositivisme en nadelen natuurrecht

, o Dingen als recht kunnen worden beschouwd wat eigenlijk niet kan (zoals Neurenberg
rassenwet). Na WOII kwam er daardoor twijfel over rechtspositivisme en kwam het
natuurrecht weer op.

Juridische basisbegrippen
In de juridische wetenschap is een aantal basisbegrippen ontwikkeld die men kan gebruiken bij het
bestuderen van het Nederlandse recht.
Het recht verbindt aan bepaalde feiten bepaalde juridische gevolgen: rechtsfeiten en rechtsgevolgen.
Rechtsfeiten:
● Blote rechtsfeiten bv. de geboorte van een kind met rechtsgevolg dat de ouders het kind moeten
verzorgen en opvoeden en recht hebben op kinderbijslag.
● Handelingen met rechtsgevolg bv. de rechten die een constructiebedrijf ontvangt na het verkrijgen
van een vergunning.
o Feitelijke handelingen met rechtsgevolg (onbedoeld rechtsgevolg): bv. als je een kras op een
auto maakt, moet je de schade vergoeden.
o Rechtshandeling (beoogd rechtsgevolg): bv. arbeidsovereenkomst.
▪ Privaatrechtelijke rechtshandelingen
▪ Publiekrechtelijke rechtshandelingen

Rechtsbronnen
- Wet
o Wet in materiele zin: algemene en burgers bindende regeling die door overheidsinstanties is
vastgelegd op basis van een haar daartoe expliciet verleende bevoegdheid.
o Wet in formele zin: regeling die door de regering en de Staten-Generaal gezamenlijk is
vastgesteld.
- Gewoonte/gewoonterecht/ongeschreven recht
o Gewoonterecht: regels die in de loop van tijd binnen een bepaalde beroepsgroep of
gemeenschap zijn gegroeid en door leden van die groep worden gevolgd omdat ze door hen
als bindend worden ervaren.
o Ongeschreven rechtsbeginselen: buitenwettelijke juridische uitgangspunten die door de
rechter zijn aanvaard als rechtsnorm (bv. fair play).
Rechter bepaalt wat het ongeschreven recht is
- Jurisprudentie
o Het geheel van uitspraken van rechters
- Verdragen (tussen Nederland en andere staten en algemene besluiten van internationale
organisaties)

Welke rechten en plichten kunnen de betrokken partijen in een concreet geval aan het positief recht
ontlenen? Om daarachter te komen moeten alle relevante rechtsbronnen geraadpleegd worden.
Rechtsvinding is dan een kwestie van subsumptie: het concrete geval wordt onder een algemene rechtsnorm
gebracht waarna deze wordt toegepast. Er zijn verschillende manieren waarop rechtsvinding kan
plaatsvinden.

Voorrangsregels: wanneer er meerdere rechtsnormen van toepassing zijn.
- Meerdere rechtsnormen zijn met elkaar in strijd. De voorrangsregel is dan van hoog naar laag,
bijvoorbeeld internationale verdragen staan boven de nationale wet.
- Bijzonder gaat boven algemeen. Deze regel wordt toegepast wanneer de voorgaande niet van
toepassing is, bijvoorbeeld omdat de regelgeving van dezelfde instantie afkomstig is. Deze regel
houdt in dat de meest specifieke regelgeving voorkeur moet krijgen.
- Nieuw gaat boven oud. Deze regel heeft in de praktijk echter weinig betekenis.

,Indelingen binnen het recht
- Nationaal versus internationaal recht
o Nationaal recht
Alle wetten en regels die vanuit 1 land zijn opgesteld. De wetten houden op bij de
landsgrens.
• Rechtbanken in Nederland
o Internationaal recht
Het recht tussen staten onderling
• Internationaal Gerechtshof
Internationaal publiekrecht
• Het recht dat geldt tussen staten onderling. Meestal gebeurt dit in de vorm
van een verdrag waarna de betrokken landen de nationale wetten
afstemmen op de afspraken in het verdrag.
Internationaal privaatrecht
• Dit heeft betrekking op conflicten tussen burgers onderling. Het
internationaal familierecht valt hier ook onder.
o Supranationaal recht (Europees recht)
Dit recht komt voort vanuit de instantie die van de lidstaten de bevoegdheid heeft
gekregen om regels te vormen of recht te spreken
• Europees recht
o Het recht van de Europese Unie. Het omvat de verschillende
verdragen die binnen de EU zijn gesloten, de verordeningen en
richtlijnen die vanuit de EU zijn opgesteld en het recht van de
vroegere Europese gemeenschappen.
- Publiekrecht versus privaatrecht
o Publiekrecht
Onderlinge recht tussen burger en overheid
o Privaatrecht
Onderlinge recht tussen burgers
- Onderscheidingen binnen het publiekrecht:
o Staatsrecht
De onderlinge relaties binnen de overheid
Geen hoogste rechter
o Bestuursrecht
De relatie tussen overheid en burger
o Strafrecht
De zaken die je niet mag doen en als je dat toch doet, kun je strafrechtelijk worden
vervolgd
- Materiële recht versus formeel recht
o Materieel recht
Welke rechten en plichten hebben deelnemers aan het maatschappelijk verkeer ten
opzichte van elkaar?
o Formeel recht
De effectuering van het materiele recht
Verdeling in procedurerecht en procesrecht
• Procedurerecht: bijvoorbeeld een koopovereenkomst + akte voor de notaris
• Procesrecht: juridische procedures die gestart kunnen worden wanneer
burgers, organisaties of publieke instanties denken dat een of meer
materiaalrechtelijke normen zijn overschreden
Publiek (betrekking op de relatie tussen overheid en burgers wanneer de overheid een
exclusieve overheidstaak vervuld) vs. privaatrecht (betrekking op de relatie tussen

, burgers onderling en de overheid wanneer deze geen exclusieve overheidstaak taak
vervuld).
Binnen het privaatrecht zijn enkele rechtsgebieden te onderscheiden: onder andere rechtspersonenrecht,
vermogensrecht en verbintenissenrecht.

Ontwikkelingen binnen het recht
- Sinds Lindenbaum/Cohen (1919): er is ook recht buiten de wet
o Dit noemen we ongeschreven recht, vanaf 1919 is dit erkend.
- Ontwikkeling in interpretatiemethoden
- Ontwikkeling in wetgeving: er komen steeds vagere termen
- Ontwikkeling algemene beginselen van behoorlijk bestuur
- Opkomst en uitbreiding internationaal recht

Rechtssubjecten
Een rechtspersoon is een juridische constructie waardoor organisaties op dezelfde manier aan het
rechtsverkeer kunnen meedoen als een persoon van vlees en bloed. Rechtspersonen kunnen rechtszaken
aanspannen, bezittingen en schulden hebben, overeenkomsten sluiten. Je hebt privaatrechtelijke en
publiekrechtelijke rechtspersonen.

Waarom past de rechter niet enkel de wet toe?
- Nieuwe onderwerpen/technieken
o Bij het interpreteren van een wettelijke term worden doorgaans twee of meer van de eerste
vier methoden gebruikt. De laatste twee worden slechts op bescheiden schaal toegepast.
Redeneerwijzen: wanneer er geen vastgestelde wettelijke bepaling toe te passen is.
Analogie-redenering: een wettelijke bepaling wordt toegepast, daar waar deze niet
bedoeld voor is, maar er wel een gelijkenis is, waardoor er een nieuwe, algemenere
regel ontstaat. Bijvoorbeeld: computergegevens onder enig goed laten vallen.
A contrario-redenering: een wettelijke bepaling wordt niet toegepast, omdat deze niet
bedoeld is voor het geval of omdat het geval verschilt van de gevallen waarvoor de
wettelijke bepaling wel is bedoeld. Bijvoorbeeld: computergegevens niet onder enig
goed laten vallen omdat deze dermate verschillend zijn.
- Vage begrippen
- Verschillende interpretatiemethoden:
o Grammaticale interpretatie
Uitleg of hantering van de wet naar de letter
Letterlijke tekst van een wet
o Systematische interpretatie
Past een bepaald wetsartikel in die gehele wet?
De wettelijke bepaling waarvan een bepaalde term moet worden geïnterpreteerd,
wordt geplaatst binnen een groter geheel van wettelijke bepalingen met hetzelfde
onderwerp/dezelfde thematiek.
o Wetshistorische interpretatie
Wat was de oorspronkelijke bedoeling van de wet?
Welke bedoeling had de wetgever bij het vaststellen van de wettelijke regeling?
Deze bedoeling in acht nemen.
o Rechtshistorische interpretatie
Hoe is deze wet tot stand gekomen en speelt dat nu nog steeds?
De wettelijke bepaling wordt geïnterpreteerd in het licht van de maatschappelijke
context waarin de bepaling destijds tot stand is gekomen.
o Teleologische interpretatie
Hoe moeten we een wet nu in de huidige maatschappelijke situatie interpreteren?

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller scholteniris. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $8.68. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

62890 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$8.68  50x  sold
  • (18)
  Add to cart