Psychodiagnostiek In De Ontwikkelingspsychologische Praktijk (200300064)
Institution
Universiteit Utrecht (UU)
Book
Handboek diagnostiek in de leerlingenbegeleiding
Deze samenvatting bevat alleen de leerstof uit de boeken van Verschueren, Tak en Pameijer die nodig zijn voor het eerste deeltentamen. Succes met leren!
Psychodiagnostiek In De Ontwikkelingspsychologische Praktijk (200300064)
All documents for this subject (10)
Seller
Follow
psy99
Reviews received
Content preview
1 of 13
Pameijer: Handelingsgerichte diagnostiek in de jeugdzorg
H1 Diagnostiek in de jeugdzorg
Er zijn zeven knelpunten in de diagnostiek:
- Diagnostiek is onvoldoende doelgericht. Het is vaak routinematig informatie verzamelen die
achteraf niet wordt gebruikt.
- De behoeften van de cliënt komen onvoldoende tot hun recht.
- Te weinig aandacht voor de omgeving van het kind.
- Onvoldoende samenwerken en afstemmen.
- Geringe samenwerking met de cliënt. De participatie van de client zelf is vaak onvoldoende.
- Het besluitvormingsproces moet systematischer en transparanter.
- Gedragswetenschappers voelen zich onvoldoende bevoegd voor diagnostiek.
Om deze knelpunten tegen de gaan is de handelingsgericht diagnostiek ontwikkeld. Deze kent 6
uitgangspunten:
Deze uitgangspunten worden behaald door middel van vijf verschillende fasen::
1. Intakefase: er wordt gekeken naar de informatie die al beschikbaar is over de cliënt. Dit bevat
de klachten, de geschiedenis, de vraagstellingen etc.
2. Strategiefase: in deze fase wordt er gekeken wat nodig is om de vraagstelling te
beantwoorden. Er wordt gekeken naar wat we al weten (clustering van problemen) en er wordt
besloten of we overstappen op fase 3 of fase 4.
3. Onderzoeksfase: met valide en betrouwbare middelen onderzoek doen.
4. Integratie/aanbevelingsfase (indicerende fase): het diagnostische beeld wordt verwoord in
een passende aanbeveling. De interventie doelen worden vastgesteld en er wordt gekeken
wat nodig is om deze doelen te bereiken.
5. Advisering/evaluatiefase: samenwerking tussen de cliënt en hulpverlener om een keuze te
maken. Hier worden ook afspraken gemaakt over het vervolg traject. Hierna volgt de
interventie fase.
Er zijn verschillende vragen die in de jeugdzorg gesteld kunnen worden. Onderkennende vragen
bevatten vragen zoals ‘wat is er aan de hand?’, ‘om welk type probleem gaat het?’. Verklarende
vragen gaan over de oorzaken van het probleem, zoals ‘waarom zijn de problemen er?’, ‘welke
factoren houden het probleem in stand?’. Adviserende vragen gaan over de interventies die
mogelijk toegepast kunnen worden, zoals ‘welke interventies zijn haalbaar?’. Evaluerende vragen
gaan over welke doelen wel en niet behaald zijn na een bepaalde periode.
, 2 of 13
H2 Uitgangspunten van handelingsgerichte diagnostiek
Het eerste uitgangspunt, waarin doelgerichtheid centraal staat, uit zich vooral in doelgericht
informatie verzamelen, doelgerichte behandeling en aanbevelingen. Er wordt alleen informatie
uitgevraagd die nodig is om een advies te geven. Er mag dus nooit sprake zijn van ‘meten om te
weten’. Daarnaast biedt het simpelweg stellen van een diagnose geen verandering bij de cliënt.
De aanbeveling met als uitgangspunt genomen worden, wat dit is wat bij de cliënt uiteindelijk
verandering te weeg zal brengen. Het doel is dus de interventie en niet de diagnose.
Volgens het tweede uitgangspunt houden we rekening met zowel het kind als de ouder. Ouders
mogen hun eigen ondersteuningsbehoeften formuleren, zodat ze het gevoel hebben dat ze de
regie over de opvoeding in eigen handen houden. Dit voorkomt het gevoel dat de zorg
overgenomen wordt.
Het derde uitgangspunt betreft het transactionele referentiekader. De kinderlijke ontwikkeling is
het resultaat van een complexe interactie tussen kind en omgeving. Er is dan ook een
wisselwerking tussen de risicofactoren en de beschermende factoren. In sommige gevallen is er
geen sprake van een problematische omgeving, maar is er geen goodness of fit. Onaangepast
gedrag ligt dan met name aan de afstemming die niet klopt. In het diagnostisch traject uit zich dit
in de realisatie dat ieder cliënt systeem uniek is en niet makkelijk vergeleken kan worden met
anderen.
Het vierde uitgangspunt acht het samenwerken met de cliënten cruciaal. De cliënt moet betrokken
worden in het gehele diagnostische proces. Kinderen zelf kunnen al veel informatie bieden. Het is
belangrijk om tijdens deze samenwerking vraaggericht tewerk te gaan. Zo blijven we zo dicht
mogelijk bij de vraag van de cliënt. De hulpvraag is het vertrekpunt, het ijkpunt en het
evaluatiepunt. Er wordt gekozen voor een diagnose en een advies waar zowel cliënt als
hulpverlener achter staan.
Volgens het vijfde uitgangspunt moet er aandacht worden besteed aan positieve en
beschermende factoren. Er kunnen hier verschillende factoren onderscheiden worden:
- Positieve kenmerken: gedragingen en situaties waarvan de cliënt zelf aangeeft ze te
waarderen.
- Positieve factoren: gedragingen of situaties waarvan de hulpverlener van mening is dat ze
bijdragen aan de positieve ontwikkeling van het kind.
- Beschermende factoren: factoren waarvan wetenschappelijk is aangetoond dat ze een kind
beschermen tegen negatieve invloeden van risicofactoren.
De aanwezigheid van deze factoren zegt ook iets over de ernst van de problemen. Hoe minder
factoren er zijn, hoe ernstiger de problemen doorgaans zijn. Ook zeggen deze factoren iets over
de waarschijnlijkheid van de hypothese en vormen we zo een beeld dat overeen komt met de
werkelijkheid. Tot slot doet het benoemen van deze factoren de gesprekssfeer ten goede.
Volgens het zesde uitgangspunt verloopt HGD systematisch en transparant. Er wordt een
duidelijke planning gemaakt en er wordt constant gezegd wat er gedaan wordt. Ook worden de
plannen die aan het begin zijn gemaakt daadwerkelijk opgevolgd. Er zijn echter tegelijkertijd geen
bindende regels, er blijft ruimte om alles op maat toe te passen en om eigen kennis en ervaringen
mee te nemen in beslissingen. Het is echter wel belangrijk dat de uitgangspunten worden
opgevolgd gedurende het gehele diagnostische proces. Systematiek beschermt tegen valkuilen,
zoals het niet overwegen van alternatieven of te weinig aandacht aan de ontwikkeling besteden.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller psy99. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.86. You're not tied to anything after your purchase.