100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Oefentoets (UU) psychodiagnostiek in de ontwikkelingspsychologische praktijk: kinderen en jeugdigen $3.23   Add to cart

Exam (elaborations)

Oefentoets (UU) psychodiagnostiek in de ontwikkelingspsychologische praktijk: kinderen en jeugdigen

1 review
 77 views  6 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

Oefentoets voor deeltentamen 1 van het vak psychodiagnostiek in de ontwikkelingspsychologische praktijk: kinderen en jeugdigen aan de universiteit Utrecht. 20 vragen die de gehele stof dekken.

Preview 2 out of 5  pages

  • May 19, 2021
  • 5
  • 2020/2021
  • Exam (elaborations)
  • Questions & answers

1  review

review-writer-avatar

By: sophieleusink • 3 year ago

reply-writer-avatar

By: GH12 • 3 year ago

Translated by Google

Thank you! :)

avatar-seller
Oefentoets deeltentamen 1 psychodiagnostiek in de ontwikkelingspsychologische praktijk:
kinderen en jeugdigen (2021)

1. Wat voor type hulpvraag is de volgende hulpvraag?
‘Is er bij X sprake van dyslexie?’
a. verhelderende vraag
b. onderkennende vraag
c. verklarende vraag
d. indicerende vraag
2. Wat is de correcte omschrijving van een verhelderende diagnose?
a. een geordend overzicht van de klachten die de cliënt ervaart wat de link legt tussen
oorzaken en gevolgen.
b. een clustering van de klachten waar de cliënt het mee eens is.
c. een lijst van aanbevelingen voor mogelijke interventies.
d. een geordend overzicht van de klachten die de cliënt ervaart waar de cliënt het mee eens
is en waar de hulpvragen betrekking op hebben.
3. Welke heuristiek wordt hieronder omschreven?
‘het oordeel over hoe vaak iets voorkomt wordt beïnvloed door het gemak waarmee je
voorbeelden van datgene kunt bedenken.’
a. representativiteitsheuristiek
b. gedragsconfirmatie
c. verankering
d. beschikbaarheidsheuristiek
4. In De Bruyn et al. worden drie redenen gegeven om meerdere verklarende hypothesen te
bedenken en te toetsen. Welke van de volgende vier hoort hier niet bij?
a. Op basis van onderzoek is gevonden dat er nooit één verklaring voor een probleem is, er
zijn altijd meerdere factoren die meespelen.
b. Meerdere verklarende hypothesen toetsen geeft een vollediger beeld van de cliënt.
c. Met meerdere verklaringen zijn er meer mogelijke interventies.
d. Gericht zijn op alternatieve verklaringen beschermt tegen denkfouten.
5. Tijdens het diagnostisch proces wordt een interventie als mogelijke optie onderzocht. Er
wordt allereerst vastgesteld dat de interventie een nut van 7 heeft. De kans van slagen is
0.6. Wat is het verwachte nut?
a. 11.67
b. 0.6
c. 7.6
d. 4.2
6. Welke van de volgende vier punten is niet één van de zes uitgangspunten van de
handelingsgerichte diagnostiek?
a. HGD is doelgericht.
b. HGD verloopt systematisch en transparant.
c. HGD acht samenwerken met de cliënt cruciaal.
d. HGD heeft aandacht voor de geschiedenis van het kind

, 7. Wat is de naam van de onderzoeksfase in de handelingsgerichte diagnostiek die in de
afbeelding hieronder afgedekt is?




a. de probleemanalyse
b. de klachtanalyse
c. terugkoppeling
d. strategiefase
8. Wat voor soort informatie vergaar je door middel van een gestructureerd DSM-V interview?
a. norm-georiënteerde informatie
b. communicatie-georiënteerde informatie
c. criterium-georiënteerde informatie
d. het juiste antwoord staat hier niet tussen
9. Bij welke visie op normaliteit past de onderstaande uitspraak?
‘Normaliteit is de vergelijking tussen enerzijds de doelen die iemand heeft of die
maatschappelijk of cultureel van hem verwacht mogen worden en anderzijds de mate
waarin hij in staat is om deze doelen te bereiken’.
a. normaliteit als de afwezigheid van stoornissen
b. normaliteit als statistisch gegeven
c. normaliteit als succesvolle adaptatie
d. normaliteit als ideale of gewenste toestand
10. Wiens definitie van intelligentie is dit?
‘Intelligentie is de capaciteit van een individu om doelgericht te handelen, rationeel te
denken en effectief met zijn omgeving om te gaan.’
a. Wechsler
b. Ceci
c. Sternberg
d. Binet
11. Welke van de volgende brede-bandfactoren uit het CHC-model heeft te maken met onder
andere het vermogen om abstract te redeneren?
a. visueel verwerkingsvermogen
b. gekristalliseerd redeneren
c. korte termijn geheugen
d. fluïde redeneren

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller GH12. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.23. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

57114 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$3.23  6x  sold
  • (1)
  Add to cart