Privaatrecht Publiekrecht
- Vermogensrecht - Strafrecht
- Personen- en familierecht - Staats- en bestuursrecht
- Ondernemingsrecht - Fiscaal recht
Basisbegrippen
Subjectieve rechten komen toe aan ‘personen’ (rechtssubjecten: drager van rechten en plichten)
Rechtssubjecten
o Natuurlijke personen – BW 1
Mensen
o Rechtspersonen – BW 2
Creatie van het recht – organisatie die als juridische eenheid (rechtssubject) opereert en eigen rechten
en verplichtingen heeft die los staan van de rechten en verplichtingen van de eigenaar of bestuurder van
bijvoorbeeld BV of vereniging
Rechtsobject: voorwerp van het recht
Dwingend recht: afwijken niet toegestaan
Regelend aanvullend recht: afwijken toegestaan
Oefenvraag: zijn de navolgende bepalingen uit boek 2 van dwingend of regelend recht?
Artikel 2:175 lid 2 BW: “De (besloten) vennootschap wordt door een of meer personen opgericht bij notariële akte”
DWINGEND RECHT
Artikel 2:195 lid 1 BW: “Tenzij de statuten anders bepalen is voor een geldige overdracht van aandelen vereist dat de
aandeelhouder ... deze eerst aanbiedt aan zijn medeaandeelhouders ...”
REGELEND RECHT
MC oefenvraag:
1. ‘Mijn OV-jaarkaart geeft mij recht op openbaar vervoer’, beweert Claire tegenover haar medestudenten. Het recht waarop zij doelt
is:
a. Een rechtssubject
b. Een rechtsobject
c. Een subjectief recht
d. Een objectief recht
2. Wat is geen rechtssubject?
a. Een naamloze vennootschap
b. Een hond
c. Een natuurlijke persoon
d. Een vereniging
Onderscheidingen binnen het recht
Recht
Materieel recht Formeel recht
Dat deel van het recht waar rechten procesrecht
en verplichtingen zijn geregeld
1. De wet
o Het recht is gecodificeerd: neergelegd in wetten
o De term “wet” wordt op twee verschillende wijzen gehanteerd:
De wet in formele zin: een besluit afkomstig van de Regering en Staten-Generaal (artikel 81 grondwet;
herkomst van de wet), bijvoorbeeld de Wegenverkeerswet
Wet in materiële zin: ieder wetgevend besluit dat bestemd is voor een onbepaald aantal (niet bij name
genoemd) mensen, bijvoorbeeld een voorschrift dat afkomstig is van een bevoegd orgaan (bijvoorbeeld
een minister of een gemeenteraad)
Formeel Wet Wet
Burgerlijk wetboek Wet tot vaststelling Rijksbegroting
Niet formeel AMvB, KB Vergunning
Bijv. Corporate Governance Code
Materieel Niet-materieel
o Rangorde binnen wetten:
“Hogere wet gaat voor lagere wet”
1. Grondwet
2. Wetten in formele zin
3. AMvB
Ministeriële regelingen
Provinciale verordeningen
Gemeentelijke verordeningen
M.C. oefenvraag:
Het rechtspersonenrecht in Boek 2 van het BW is:
a. Een wet in materiële zin
b. Een wet in formele zin
c. Een wet in formele zin en een wet in materiële zin
2. Rechtspraak/jurisprudentie
o Wetten: niet altijd duidelijk of geven niet altijd een antwoord op rechtsvragen
o Rechter: vonnis: de uitspraken van de Nederlandse hoogste rechter (de Hoge Raad) worden arresten genoemd
o Bijvoorbeeld: wie heeft het voor het zeggen binnen een NV: bestuur of de AVA?
o Forumbankarrest
3. Verdragen
o Internationaal recht: bijvoorbeeld verdragen zoals het Europees verdrag voor de Rechten van de Mens
o Europese Unie: Europese richtlijnen en verordeningen
4. Gewoonte
o Recht dat spontaan ontstaat binnen rechtsgemeenschap: soms in wet zelf. Bijvoorbeeld artikel 7:618 lid 1 BW:
“indien geen loon is vastgesteld, heeft de werknemer aanspraak op het loon dat ten tijde van de overeenkomst
voor arbeid als overeengekomen gebruikelijk was…”
,Opschrijven van wetsartikelen:
Art. X + eventueel lid/eventueel onderverdeling + / (afkorting) wet
Bijvoorbeeld: Art. 25 lid 1 sub a WOR (Wet op de Ondernemingsraden)
Let op: bij het Burgerlijk Wetboek op dat u tevens naar het specifieke boek verwijst: art. 2:175 BW / Art. 175 BW2/ art
175 boek 2 BW
Opbouw burgerlijk wetboek:
Boek 1: Personen- en familierecht
Boek 2: Rechtspersonenrecht
Boek 3: Vermogensrecht in het algemeen
Boek 4: Erfrecht
Boek 5: Zakelijke rechten
Boek 6: Algemeen gedeelte van het verbintenissenrecht
Boek 7: Bijzondere overeenkomsten
Boek 8: Verkeersmiddelen en vervoer
Boek 9: Intellectueel eigendomsrecht
Boek 10: Internationaal privaatrecht
Opzoeken van wetten
Verschillende manieren om een wet op te zoeken
Alfabetische inhoudsopgave (voorin de wettenbundel)
Alfabetische trefwoordenregister (achterin de wettenbundel)
Zoek op:
De faillissementswet (FW)
De wet op de ondernemingsraden (OR)
De Nederlandse Corporate Governance Code (NCGC)
P.s: allemaal onderdeel B (deel A staats- en bestuursrecht!)
In welk wetboek van het Burgerlijk wetboek is het erfrecht geregeld? Waar is in boek 2 BW de BV geregeld?
Het opzoeken van bepalingen
Benoeming van bestuurders bij BV
o Alfabetisch trefwoordenregister:
Art. 2:242 BW
Aansprakelijkheid van aandeelhouder
o Alfabetisch trefwoordenregister:
Oprichting van besloten vennootschap
Besluitvorming door algemene vergadering van aandeelhouders
o Alfabetisch trefwoordenregister:
Besluitvorming B
–Art. 2:330 BW? Bij fusie ..
•Inhoudsopgave boek 2 BW
–Afdeling 4 de algemene vergadering art. 2:217 BW e.v.
–Via de tekst in de marge komt u uit op artikel 3:230 BW: ‘Vereiste aantal stemmen tijdens ava BV’
Ook van belang:
Margeteksten
o Bijvoorbeeld bij art. 2:107 BW
Genoemde wetsartikelen onder aan een artikel
o Zijn toegevoegd door de auteur/ de redactie en behoren niet bij de officiële wettekst
o Bijvoorbeeld bij art. 2:205 BW
En ook…
Correct verwijzen naar een ander artikel dat overeenkomstig van toepassing is
o Art. 2:259 jo. Art. 2:9 BW
Combineren: opgave en wettekst
Mevrouw van Solingen tot Soest heeft geen directe familie. Wel heeft zij een aanzienlijk vermogen. Ze wil voorkomen dat dit na
haar dood ten goede komt aan haar nichtje Nina Nooitgenoeg. Bovendien zou zij het fijn vinden als haar naam nog wat
voorleefde na haar dood. Zij wil haar vermogen daarom na haar dood aanwenden ter ondersteuning van asielzoekers
a. Welke rechtspersoon is hier aan te bevelen?
b. Waar is deze in de wet geregeld?
c. Hoe wordt deze opgericht?
d. Verhindert deze rechtsvorm het doen van uitkeringen (bijv. aan bestuurders?)
, Hoorcollege 2
Privaatrecht
Formeel
Materieel
o Vermogensrecht boeken 3, 5, 6
Goederenrecht boek 3 en 5
Verbintenissenrecht boek 3 en 6
o (rechts)personenrecht boek 1 en 2 BW
Ondernemingsvermogen:
Auto
Gereedschap
Vordering op
Faillissement
Indien fabrikant eigenaar is: kan hij zijn goederen terugvorderen van de curator
Wie eigenaar? Indien Kijkshop eigenaar is: goederen vallen in het faillissement. Curator verkoopt ze. iS er nog geld over om de
goederen te betalen aan de Fabrikant?
Rechtseconomisch: waarom eigendomsrecht?
Afwezigheid van eigendomsrechten leidt tot inefficiëntie immers:
Vermogen: zowel positief als negatieve bestanddelen
Vermogensrecht:
Vermogensrecht, geheel van rechtsregels betreffende het vermogen:
Verbintenissenrecht: relaties tussen personen (dynamisch gedeelte)
Goederenrecht: relatie tussen personen en goederen (statisch gedeelte)
Het bovenstaande is ook van belang voor rechtspersonen
o Art. 2:5 BW: “Een rechtspersoon staat wat het vermogensrecht betreft, met een natuurlijk persoon gelijk, tenzij
uit de wet het tegendeel voortvloeit”
Vermogensrecht: goederen
Vermogen
Goederen (art 3:1) BW)
o Zaak (art. 3:2 BW)
Onroerend
Registergoederen
Roerend
Niet-registergoederen
Registergoederen
o Vermogensrecht (art 3:6 BW)
Schulden
o Schuld is geen goed
Artikel 3:2 BW: Zaken zijn voor menselijke beheersing vatbare stoffelijke objecten
Onderscheid tussen roerend en onroerende objecten.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller iristilburg. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.31. You're not tied to anything after your purchase.