100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting - Organizational Value - GMSMKT11J1 $5.02
Add to cart

Summary

Samenvatting - Organizational Value - GMSMKT11J1

 4 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Volledige samenvatting van het vak Organizational Value, vanuit de lessen en readers

Preview 2 out of 13  pages

  • May 19, 2021
  • 13
  • 2020/2021
  • Summary
avatar-seller
DC 3.1.1 Bedrijfs- en omgevings-analyse
3.1.1 Vaststellen welke gegevens nodig zijn voor interne bedrijfsprocessen en –cultuur om een
sterkte/zwakte analyse van een onderneming te kunnen uitvoeren.

Leerdoel 1 | KI | Managementstroming & organisatiekunde
De student kan een beschrijving geven van de verschillende managementstromingen en de
belangrijkste begrippen in de organisatiekunde.

Stromingen in organisatie en management




Pre-klassieke organisatie/managementperiode <1880
Er wordt al nagedacht hoe je organisaties moet aansturen, denk bijvoorbeeld aan Machiavelli (het
machtsdenken_ en Robert Owen (pionier op het gebied van Human Recource Management). De
Rooms-Katholieke kerk en militaire organisaties hadden nog veel macht in het land.

Klassieke organisatietheorie 1880 – 1920 | BELANGRIJK
Is een reactie op de industriële revolutie. Er werd op steeds grote schaal geproduceerd. Er heerste
een klassenstrijd tussen de kapitaalkrachtigen en de arbeiders. Er werd gezocht om de efficiency te
verhogen.
• Scientific Management (Taylor): Taakspecialisatie staat centraal. Elke taak moet worden
opgesplitst in elementaire handelingen. Het doel is om het zo efficiënt mogelijk uit te kunnen
voeren. Werknemers moet dan met beloning of straf tot het juiste gedrag gestimuleerd
worden.
• Generiek Management (Henry fayol): Een integraal raamwerk voor managers om
organisaties aan te sturen. Onderscheidt 5 taken en formuleert 14 princiepers voor managers
hoe zij dit kunnen vervullen. Eenheid van gezag, rechtvaardigheid en bevoegdheden &
verantwoordelijkheden staan centraal. Heeft ook oog voor de zachte kant voor de
organisatie (met ruimte voor initiatief en teamspirit).
• Bureaucreatie (Weber): Naast efficiencyvoordeel door taakspecialisatie ligt bij Weber de
nadruk op gelijkwaardigheid door standaardisatie van processen en instructies.

Hebben als uitganspunten: (1) de onwetende en onkundige mensen die alleen met een beloning
gemotiveerd kunnen worden, (2) efficiency door vergaande taakspecialisatie en meetbare
activiteiten en (3) centralisatie en discipline.

, Het heeft ook beperkingen: (1) de mens is niet onkundig en onwetend, (2) er wordt niet meer als
gesloten systeem gewerkt maar als onderdeel van een omgeving, (3) gecentraliseerde organisaties
worden vervangen door gedecentraliseerde organisaties waar een beroep wordt gedaan op de
motivatie en het gezonde verstand van de medewerker.


Human Relations 1920 – 1950
Is een tegenreactie op het scientific management. Human relations richt de aandacht op de
menselijke kant van de inzet van mensen. Een bedrijf kan alleen goed functioneren als de
medewerkers gemotiveerd zijn.
• Howthorne-experiment (Mayo): Persoonlijke aandacht van het management en de sociale
omgeving hebben invloed op de prestaties van de medewerker.
• Behoeftepiramide van Maslow: Maslow beschrijft 5 universele behoeftes van de mens. De
mens gaat eerst op zoek naar eten & drinken, voordat het opzoek gaat naar sociale
erkenning. Door als manager beter in te spelen is het mogelijk de medewerker te motiveren.

Revisionisme 1950 – 1980
Het revionisme zoekt naar een belans tussen scientific management (medewerker verlengstuk van
machine) en human relations. Het Revionisme combineert de instrumentele sturing van Scientific
management en de mensgerichte sturing van Human Relations.
• Linking-pin principe (Rensis Likert: Is een managementstructuur waarbij de manager van
een managementlaag lid is van de hiërarchische hogere laag en de hiërarchische lagere laag.
Zo kan het top-down en bottum-up worden doorgegeven
• X-Y Theorie (McGregor); Gaat de manager ervan uit dat de medewerker van nature lui is
(theorie x), dan ligt een autoritaire stijl van managen voor de hand (SM). Als het mensbeeld
van de manager positief is (theorie Y), dan zal de manager meer mensgerichte vorm van
aansturen kiezen (HR)

Moderne organisatietheorie 1980+
Richt zich op het belang van de markt en de omgeving waarin een organisatie opereert. Daarnaast
richt het zich op de complexiteit van de organisatie zelf.


Scientific Management
Is de eerste belangrijke stroming binnen het vakgebied organisatie en management. Is erop gericht
de winst van een organisatie te verhogen door de productie zo efficiënt mogelijk te organiseren. Het
wordt ook wel Taylorisme genoemd.

Belangrijkste kenmerken:
• Mensbeeld: Taylor zag werknemers als onwetende en onwillende arbeidskrachten die met
beloningen tot goed bedrag gestimuleerd kon worden.
• Productienormen: Door productieproces op te splitsen in taken en activiteiten is het
mogelijk om prestatienormen te bepalen voor een handeling van een werknemer. Door het
ontstaan van een routine kan er tijdbesparing gerealiseerd worden, waardoor de
productiviteit omhooggaat.

Uitgangspunten Taylorisme:
• Maak het management verantwoordelijk
• Gebruik wetenschappelijke methoden (ontwerp met behulp van tijd- en bewegingsanalyses,
voorzie medewerkers van de juiste hulpmiddelen, optimale rusttijden)
• Juiste man op de juiste plaats

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller HRMattie. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.02. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

52510 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling

Recently viewed by you


$5.02
  • (0)
Add to cart
Added