Dit is een studeerklare cursus/samenvatting van het OPO Pedagogie (semester 1 van het tweede jaar). Dit is een bundeling van notities en de info uit de lessen en powerpoints. Dit allemaal in een gemakkelijk en studeerbare lay-out.
Pedagogie inhoudstabel
Legende:
- Blauw = Geeft het thema aan
- Oranje = Algemenere titel of onderdeel
- Rood = Naam hoorcollege of seminarie
- Groen, paars en zwart = geeft de inhouden weer (opgedeeld in titels en tussentitels)
Thema 1 – Complexe opvoedingssituaties
1. Complexe opvoedingssituaties: situering, omschrijving en illustratie aan de
hand van het ICF-kader (hoorcollege 1)
1.1. Situering
Bij de complexiteit is er een aanvoelen in de opvoedingssituaties van:
o Onevenwicht tussen draagkracht en draaglast
o Handelingsverlegenheid
= iemand weet niet goed wat te doen
o Breuk in de afstemming tussen vraag en aanbod
= breuk tss wat een kind vraagt en wat opvoeders kunnen aanbieden
1.2. Omschrijving
Verschillende manieren om te spreken over complexiteit. We kunnen het op
verschillende manieren benoemen en in kaart brengen. Bv:
o Er wordt gesproken in termen van diagnoses (ADHD…, aan de hand van
gezinskenmerken (eenoudergezin, 2 ouders van hetzelfde geslacht…), we kunnen
gaan kijken naar gebeurtenissen en omgevingskenmerken (achterstandswijk), …
o Categorieën
Bv: matrix Kousemaker en Timmers (4 categorieën situaties met nood en crisis
zijn complex)
o Modellen
bv: model van Bakker (risicofactoren en beschermende factoren)
Niet eenduidig wat complexiteit is. Het is een relatief begrip.
Belangrijk!
o Alledaags vc complex: geen zwart-witdenken, geen definitie
o Eerder continuüm
We gaan op een genuanceerde manier omschrijven, classificeren, elementen
detecteren, ontleden om zo goed mogelijk te kunnen handelen
o ICF
1.3. ICF-kader
= International Classification of Functioning, Disability and Health (WHO)
Hoe toont het dat het geen zwart-witdenken is, maar eerder een continuüm is?
o Het brengt het functioneren van ALLE mensen in kaart
o Standaardtaal en schema dat door iedereen gebruikt kan worden (ook
internationaal)
o Communicatie is mogelijk
1
, 1.3.1. Drie invalshoeken
Er zijn 3 invalshoeken die samen het functioneren vormen van een persoon:
Eerste invalshoek: de mens als organisme
o Het lichaam heeft een aantal functies:
Hersenen
Spieren om te stappen
Functie van het oor is horen
…
o We hebben ook een aantal anatomische eigenschappen
We hebben een aantal onderdelen aan ons lichaam waarover we vragen
kunnen stelen bv: hoe dik is deze spier? Heb ik deze spier?
De eerste invalshoek beschrijft de mens als organisme.
o Ons lichaam heeft een aantal onderdelen waarvan we de functies en de
anatomie van kunnen beschrijven
o Wanneer er iets foutloop, spreken we van stoornissen. Als er iets fout loopt,
denken we meteen aan bio-medische interventies. We gaan naar de dokter.
Sluit aan bij de biologische factoren op microniveau de op de analytische
kaart
Tweede invalshoek: het menselijk handelen
Welke activiteiten/ handelingen kan iemand doen? Wil iemand doen?
Wanneer we moeilijkheden ervaren bij het uitvoeren van deze
handelingen, dan spreken we over beperkingen. Dit gaan we oplossen met
trainings- en ontwikkelingsprogramma’s
Mogelijke activiteiten:
o Leren en kennis gebruiken
o Taken en eisen
o Communicatie
o Mobiliteit
o Zelfzorg
o Huiselijk leven
o Socio-emotioneel welbevinden
o Gedrag
o Sociale relaties
Sluit aan bij heel het microniveau op de analytische kaart.
Derde invalshoek: participatie
Gaat om het meedoen aan het maatschappelijk leven en dat je lid bent
van deze samenleving. Je kan participeren
Heb je een probleem? Dan spreken we over participatieproblemen. Om dit
op te lossen gaan we proberen problemen te elimineren die in de
maatschappij aanwezig zijn. De maatschappij moet ervoor zorgen dat
iedereen dezelfde kansen heeft.
Vb: met de rolstoel op de trein met bergje, aangepaste toiletten, verkeersligt
met geluid voor blinde, redelijke aanpassingen op school…
Sluit aan bij het meso- en macroniveau op de analytische kaart.
2
, Wisselwerking tussen de drie invalshoeken?
Er is een wederzijdse interactie tussen de 3 invalshoeken. Voorbeelden zie
dia 43 – 45 in H1.
3 invalzoeken bespreken het menselijk functioneren.
1.3.2. Beïnvloedende factoren van het functioneren
Het functioneren wordt beïnvloed door 3 factoren.
o Aandoeningen, ziektes
Hoe beïnvloed deze ziekte het functioneren?
Biologische factoren op de analytische kaart
o Externe factoren
Waar woon je? Wat is je werkomgeving? Welke normen/wetten zijn er?...
Meso- en macroniveau op de analytische kaart
o Persoonlijke factoren
vb: geslacht, ras van de persoon, ingesteldheid…
Psychologische factoren op de analytische kaart
Wisselwerking
Als SRW’er kunnen wij in de omcirkelende factoren iets in gaan betekenen
3
, 1.3.3. Voordelen ICF
o Het gaat om het functioneren van ALLE mensen
o Het geeft standaardtaal, -begrippen… over moeilijk bespreekbare taal
o Opgesteld door heel veel landen, culturen, beroepsgroepen…
o Neutrale terminologie
o Je kan er belemmerende en bevorderende elementen in kaart brengen
o Kijkt naar individuele en sociale elementen
o Oplossingen kan je gaan verzinnen op basis van een andere invalshoek
1.3.4. Nadelen IDF
o Validiteit en betrouwbaarheid vallen tegen
1.4. Van ontleden tot handelen
Overzicht
o Wat weten we over deze situatie?
Inzicht
o Hoe hangt alles samen?
o Classificeren
o = Ontleden/ begrijpen
Uitzicht
o = handelen
o Hoe kunnen we de situatie beïnvloeden?
o Ondersteuning van complexe opvoedingssituaties, professional in verschillende
rollen
Naar het kind toe: als vervangende opvoeder (bv. leefgroep)
Naar de context (opvoeders) toe: als ondersteuner van de context (bv.
thuisbegeleiding)
Ga op een eclectische manier te werk!
= je hebt over verschillende modellen en methodieken kennis
en gaat hier op een gepaste manier mee aan het werk.
Belangrijk!
o Elk kind, elke opvoeder, elke opvoedingssituatie is uniek
o Bewustzijn van eigen referentiekader (wie ben ik en wat kan ik goed?)
1.5. Eclectisch: specifieke modellen en methodieken
o Orthopedagogiek
o Systeemtheorie
o Contextuele benadering
o Client centered benadering
o Leertheorie
o Oplossingsgerichte benadering
o …
1.6. Belangrijk
o Elk kind, elke opvoeder, elke opvoedingssituatie is uniek
o Bewustzijn van eigen referentiekader
1.7. Enkele historische reflecties
o Het aanvoelen van “wat is complex” evolueert door de eeuwen heen
o Wat in de 21ste eeuw wordt aangevoeld als complex, werd daarom niet in de
middeleeuwen aangevoeld als complex.
Bijvoorbeeld: een verstandelijke beperking, dit hangt ook samen met wat een
maatschappij van iemand verwacht bv het beïndigen van het secundair onderwijs
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller vaninap. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.95. You're not tied to anything after your purchase.