Samenvatting Praktische ontwikkelingspsychologie voor sociaal werk, ISBN: 9789001887995 Ontwikkelingspsychologie
88 views 4 purchases
Course
Ontwikkelingspsychologie
Institution
Hogeschool Rotterdam (HR)
Book
Praktische ontwikkelingspsychologie voor sociaal werk
dit is mijn samenvatting voor de opleiding social work. de samenvatting gaat over praktische ontwikkelingspsychologie voor sociaal werk. ik had het tentamen in blok 3.
Samenvatting – praktische ontwikkelingspsychologie voor sociaal werk
Hoofdstuk 1
Paragraaf 1
Ieder mens is uniek en volgt zijn eigen ontwikkelingspad, dat wordt bepaald en uitgestippeld door tal
van factoren, waaronder het tijdsbeeld dat je opgroeit.
Ontwikkelingspsychologie is de studie naar patronen van groei, verandering en stabiliteit gedurende
het hele leven; van conceptie tot aan de dood. Ontwikkelingsdeskundigen zijn geïnteresseerd in de
manier waarop ons gedrag gaandeweg het leven verandert. Ontwikkelingspsychologen kijken naar de
fysieke ontwikkeling, de cognitieve ontwikkeling, de sociale en persoonlijkheidsontwikkeling en ook
de morele ontwikkeling.
Gedrag: niet alleen de zichtbare handelingen vallen hieronder, maar ook de inwendige processen,
zoals hoe een persoon de wereld waarneemt en interpreteert, hoe hij nadenkt en onthoudt,
fantaseert en beredeneert.
De ontwikkelingspsychologie is een wetenschappelijk vakgebied: ze formuleren theorieën en ge
ruiken technieken om die theorieën aan te tonen.
Sommige wetenschappers kijken naar culturele verschillen, biologische eigenschappen, cognitieve
vermogen, maar ook generaties.
Maar welke invalshoek ontwikkelingspsychologen ook kiezen, hun doel is dat hun onderzoek en
bevindingen bijdragen aan een beter leven van mensen.
De manier waarop professioneel wordt omgegaan, is ingegeven door wetenschappelijk onderzoek,
uitgevoerd door ontwikkelingspsychologen.
Paragraaf 3
Fase-indeling leven (dit varieert bij elk persoon bv door cultuur):
Prenatale periode conceptie-geboorte
Baby 0-1 jaar
Dreumes 1-2 jaar
Peuter 2-4 jaar
Kleuter 4-6 jaar
Basisschoolkind 6-10 jaar
Pubertijd 10-14 jaar
Adolescentie 14-22 jaar
Jongvolwassenheid 22-35 jaar
Midden volwassenheid 35-55 jaar
Late volwassenheid 55-65 jaar
Oudere 65+
Binnen een levensfase bestaat veel variatie.
Normatieve ontwikkeling: de algemene veranderingen die kinderen laten zien naarmate ze ouder
worden.
,Individuele ervaringen krijgen daarnaast ook een steeds grotere impact op het ontwikkelingsverloop
en zorgen mede voor de enorme variatie die ontstaat tussen mensen. Bv een ongeluk.
Ontwikkelingstheorieën richten zich vaker op de mijlpijlen dei bereikt worden en minder op de
specifieke uitdagingen waar vooral volwassenen in de rest van hun leven voor komen te staan, zoals
carrière maken, kinderen krijgen, een eventuele midlifecrisis en bv pensionering.
1: Ontwikkeling is een cumulatief proces: vaardigheden en ervaringen bouwen op elkaar voort.
Iedere nieuwe fase in de ontwikkeling bevat dus ook alle vaardigheden en ervaringen die zijn
verworven in de vorige fase. Deze verdwijnen niet, maar vormen de basis voor een nieuw te
verwerven vaardigheden en ervaringen.
2: ontwikkeling is een differentiatieproces: specifieke vaardigheden ontstaan vanuit meer algemene
vermogens. Alle dingen die je met je hand kan doen zijn gedifferentieerde vaardigheden.
3: de ontwikkeling verloopt georganiseerd: het ontstaat niet toevallig of in het wilde weg, maar
voltrekt zich in een vaste, logische volgorde en is onder normale omstandigheden onomkeerbaar. Bv
je kruipt eerst en daarna loop je. Niet omgekeerd.
4: ontwikkeling is holistisch: dat wil zeggen dat alle aspecten van een persoon samen veranderen en
met elkaar integreren. Bv mentale vaardigheden en lichamelijke vermogens van een persoon
veranderen samen en integreren met elkaar om tot een uniek individu te komen.
Aan de ene kant stelt een aantal ontwikkelingspsychologen dat ontwikkeling een continu proces is
waarbij de persoon voortdurend verandert.
Kwantitatieve veranderingen: nieuwe vaardigheden vloeien automatisch voort uit al aanwezige
vaardigheden en een persoon krijgt er als het ware steeds meer mogelijkheden bij. Voorstanders van
deze visie stellen dat de ontwikkeling wel een continu proces moet zijn: de verschillende
ontwikkelingsgebieden, zoals de motoriek, de cognitie, het gevoelsleven en dergelijke, ontwikkelen
zich immers niet gelijk.
Continue proces: de ontwikkeling van een persoon zou heel geleidelijk verlopen.
Kwalitatieve veranderingen: elke fase levert nieuw gedrag op dat wezenlijk verschilt van het gedrag
uit de vorige fase.
Discontinue proces: de ontwikkeling verloopt meer abrupt, in aparte stappen, waarbij personen
zichtbare ‘sprongetjes’ maken in hun ontwikkeling.
Binnen een stadium leert een persoon snel allerlei vaardigheden en komt hij ten slotte tot stabiliteit.
Er is sprake van continue en discontinue dus kwantitatieve en kwalitatieve veranderingen.
Veranderingen die geleidelijk verlopen als veranderingen dei snel en abrupt plaatsvinden.
Met een gevoelige periode wordt een specifiek moment tijdens de ontwikkeling aangeduid waarin de
ontwikkeling versneld vooruitgaat en er een verhoogde gevoeligheid bestaat voor stimuli vanuit de
omgeving.
Voorheen werd gesproken over kritieke periode i.p.v. gevoelige periode. Kritieke periode= binnen
een zeer strikte, vastgestelde tijd diende een persoon bepaalde vaardigheden te verwerven of zich
bepaald gedrag eigen te maken, anders zou dit nooit meer lukken.
Kritieke periode houdt geen rekening met de individuele verschillen.
,Waarom doen de ontwikkelingspsychologen vooral onderzoek naar de kinderen
en adolescenten? = dat komt omdat er die eerste jaren zo ontzettend veel in relatief
ontzettend korte tijd gebeurt.... dus het is gewoon de meest interessante periode om
te onderzoeken. Daarnaast is bekend dat veel van wat mensen tot hun adolescentie
meemaken, invloed heeft op de rest van hun leven. Kortom; in de eerste levensjaren
wordt de basis gelegd voor heel veel wat er na komt.
Klopt het dat een continu proces vooral op oudere leeftijd plaatsvindt en een
discontinu proces vooral op jonge leeftijd? = dat zijn niet de kenmerken van
continu/ discontinu. Dit heeft veel meer te maken met verschillende visies van
ontwikkelingspsychologen. Gaan de ontwikkelingen en de veranderingen die
daarmee gepaard gaan heel abrupt, in duidelijke te onderscheiden fases, of gaan ze
geleidelijk, vloeiend (= continu). Er zijn in beide 'kampen'' zeer belangrijke theorieën
ontwikkeld en grote namen van onderzoekers. Momenteel wordt aangenomen dat bij
ieder mens deze ontwikkelingen náást elkaar plaats vinden.
Tegenwoordig wordt gedacht dat mensen flexibeler zijn en op latere leeftijd alsnog bepaalde
vaardigheden of gedrag kunnen verwerven.
Nature staat voor alle erfelijke eigenschappen, karakteristieken, capaciteiten en vermogens dei
mensen van hun biologische ouders erven.
Nurture staat voor alle ervaringen die een persoon opdoet en de kwaliteit van de sociale en fysieke
omgeving waarin hij verkeert. Bv opvoeding van een kind/ invloed van leeftijdsgenootjes.
Nature en nurture zijn met elkaar verbonden.
Zindelijk worden is cultuurbepalend. Als je van jongs af aan dat niet goed leert kan je later problemen
krijgen. In andere landen zijn kinderen die 9 maanden oud zijn al zindelijk. Bij andere landen is dat
veel later, 36 maanden namelijk. Trouwen is ook cultuurbepalend.
Hechting is heel belangrijk voor een kind.
Hoofdstuk 2
Psychoanalyse: een psychologische stroming die vooral geïnteresseerd is in de innerlijke
belevingswereld, zoals gevoelens, impulsen en fantasieën.
Hij stelde dat de persoonlijkheid zich gedurende kindertijd zich vormt en doorlopen kinderen
verschillende fases.
1: het kind is geïnteresseerd in orale bevrediging. Zoals zuigen, eten bijten.
, 2. het kind is geïnteresseerd in anale bevrediging. Dus het kind houdt zijn ontlasting of juist niet.
3. er ontstaat interesse in de geslachtsdelen en het kind wordt nieuwsgierig naar het eigen lichaam.
4. seksualiteit staat grotendeels op de achtergrond. Het kind is vooral gefocust op het verwerven van
kennis.
5. seksuele interesses ontstaan en er worden volwassen seksuele relaties aangegaan.
Als er iets misgaat tijdens een specifieke fase ontstaat er volgens Freud fixatie. Hiermee bedoelde hij
dat gedrag blijft steken op een eerder ontwikkelingsniveau, doordat het conflict in die fase niet is
opgelost.
Psychosociale ontwikkelingstheorie: erikson stelde namelijk dat de ontwikkeling niet eindigt bij de
kindertijd, maar een proces is dat de gehele levensloop beslaat. Hij kijkt ook hoe mensen van elkaar
leren en hoe de samenleving en cultuur daarbij meespelen.
Elk begin van een nieuwe fase wordt namelijk gemarkeerd door een crisis, conflict of uitdaging die
het hoofd geboden moet worden opdat men zich optimaal verder kan ontwikkelen.
James marcia kwam als eerste met een alternatieve visie van de theorie van erikson.
Piaget (Zwitserland)
Adaptie: kinderen leren simpelweg door hun omgeving te onderzoeken en vervolgens te reageren of
zich aan te passen aan alle nieuwe informatie die zij binnenkrijgen.
Het menselijk denken is opgebouwd uit schema’s: Generalisaties die de ervaringen vanuit de wereld
vormen. Het bevat waarneembaar gedrag bijvoorbeeld de zuigen en slaan, mentale symbolen zoals
woorden of beelden en mentale activiteiten zoals denken of onthouden.
Adoptie kan op twee manieren plaatsvinden: middels assimilatie en accommodatie.
Assimilatie: proces, waarbij vanuit een bestaand schema nieuwe informatie geïnterpreteerd wordt of
waarbij een nieuwe stukjes ‘’buitenwereld’’ worden opgenomen in de schema s die de persoon al
bezit. (Piaget) Een mens verandert in dat geval als het ware zijn omgeving of de nieuwe informatie
zodat deze past binnen zijn al bestaande schema en zodoende voldoet aan mijn eigen noden,
kenmerken of reeds gevormde ideeën over de wereld.
Accommodatie: het aanpassen van een bestaand schema, zodat het schema past bij aan de nieuwe
ervaringen.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller didemyilmaz. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $9.12. You're not tied to anything after your purchase.