Een samenvatting van Aardrijkskunde voor het examen... Wie wil dat nou niet?!
Deze samenvatting helpt je door de grote hoeveelheid stof heen te komen. Alles is gerangschikt onder de verschillende domeinen die je moet kennen. En je bent lang niet zoveel geld kwijt dan als je een samengevat boekje...
Samenvatting examen aardrijkskunde
1. Wereld
- Gegevens waarmee je welvaart beoordeelt zoals bbp/hoofd.
- Gegevens waarmee je ontwikkeling beoordeelt zoals % analfabeten.
o Human Development index (HDI) gebruikt verschillende criteria zoals
levensverwachting, analfabetisme en koopkracht.
- Migratie wordt veroorzaakt door pushfactoren (afstotende kracht) en pullfactoren
(aantrekkende kracht).
- Diffusie en verspreiding van cultuur elementen is onderdeel van globalisering.
- Demografische druk is verhouding niet-werkenden / wel werkenden.
- Verdeling van de beroepsbevolking is verschillend:
o Primaire sector: landbouw en visserij
o Secundaire sector: industrie en bouwnijverheid
o Tertiaire sector: het verlenen van diensten.
- Wereldsysteem:
o Centrum; economisch overheersend, beslissingscentrum, kerngebied.
Vaak voormalig moederland
o Periferie; economisch afhankelijk van centrum, ondergeschikt; vaak leverancier
van grondstoffen, landbouwproducten en goedkope arbeid.
Vaak voormalige kolonie
o Semiperiferie; tussen centrum en periferie zoals perifere landen die recent zijn
gegroeid door industrialisatie.
- BRICS landen; Brazilië, Rusland, India, China en Zuid-Afrika à opkomende landen.
- Global shift: verschuiving van het economisch zwaartepunt.
o Economisch zwaarte punt = middelpunt van de mondiale economische
activiteiten.
- Globalisering; wereldwijd proces van integratie van landen dor lagere kosten van
transport en communicatie en een steeds grotere stroom goederen, diensten,
investeringen, kennis en mensen.
- Tijd-ruimtecompressie: door afname van relatieve afstanden kunnen afstanden in steeds
minder tijd worden overbrugd.
- Economische oorzaken van globalisering
o Afname relatieve afstanden
o Toename internationale handelsstromen
o Toename reizen/verplaatsen
Infrastructuur bestaat uit voorzieningen die nodig zijn om gebieden voor
een bepaald doel te gebruiken. Zo worden vervoer, transport en
communicatie mogelijk gemaakt.
- Multinationale ondernemingen (mno’s) produceren graag in landen met
kostenvoordelen als lage lonen. Ze vestigen zich er vaak tijdelijk, wanneer er geen
voordeel meer is verplaatsen ze zich weer.
- Door globalisering komt er meer concurrentie. Landen proberen hun eigen markt te
bevoordelen door bijvoorbeeld:
o Invoerheffingen: invoer buitenlandse producten duurder maken
o Exportsubsidies: bevorderen verkoop eigen goederen in buitenland
o Dumpen goederen: verkoop onder kostprijs/lage prijs.
- Globalisering gaat soms ten koste van sociaal zwakken; zoals bij uitbuiting van
arbeidskrachten en kinderarbeid.
- Triade; Verenigde Staten, Japan en Europa. Deze gebieden hebben intensief contact.
- Ruilvoet is de verhouding tussen de prijs van geëxporteerde en geïmporteerde
producten.
, - Door globalisering wordt de cultuur gelijkvormig
o Amerikanisering; overal zelfde cultuurelementen zoals McDonalds.
o Verwestering; overname westerse leeftstijl
o Engels steeds meer Lingua Franca; voertaal in veel landen en bij veel activiteiten.
- Zuid-noordmigratie belangrijkste mondiale migrantenstroom (arm à rijk)
o Vluchtelingenstromen; onderdrukking en oorlog
o Arbeidsmigratie; door armoede, werkloosheid en jonge bevolking in
herkomstland.
- Globalisering leidt tot grotere economische ongelijkheid tussen landen (ten nadelen van
periferie)
- Urbanisatie is de trek van het platteland naar steden. Urbanisatiegraad is het percentage
van de bevolking dat in de steden woont. En het urbanisatietempo is de toename van de
stedelijke bevolking per jaar in %.
- Groot-Brittannië was ooit belangrijkste koloniale land.
o Londen is een invloedrijke wereldstad (mondiaal financieel centrum)
o Indië was Britse kolonie
Als kolonie werd Indië perifeer
- Door de internationale arbeidsverdeling veel werk verplaatst naar lagelonenlanden als
India.
- India was een exploitatiekolonie
o Er is veel emigratie; geschoolden gaan naar het wersten (braindrain)
Recent ook terugkeer van geschoolden (braingain)
2. Aarde
- Fysische geografie bestudeerd natuurlijke verschijnselen.
- Aarde als systeem
o Natuurlijke elementen beïnvloeden elkaar door endogene en exogene
processen.
Endogene processen: werken in en vanuit de aardkorst (aardbeving,
vulkanisme)
Exogene processen weken aan de buitenkant van de aardkorst
(stromend water en wind).
Wordt ook beïnvloed door de mens, zoals erosie bij houtkap
- Werking van aarde ook wel bekeken vanuit bepaalde belangrijke elementen:
o Lithosfeer: gesteende, inclusief reliëf en bodem
o Atmosfeer: lucht, gassen rond de aarde
o Hydrosfeer: water, inclusief waterdamp, sneeuw en ijs
o Biosfeer: planten en dieren, levende natuur, organismen en organisch materiaal
o Antroposfeer: mens, deel van de aardkorst waarop de mensen grote invloed
uitoefent.
- Opbouw van de aarde
o Aardkern: binnenste deel van de aarde. Vaste binnenkern en vloeibare
buitenkern.
o Aardmantel: vaste binnenmantel tegen aardkern aan, buitenmantel bestaat uit
zeer traag, vloeibaar en vast gesteend tegen de aardkorst aan.
Convectiestromen; stroming in taai vloeibaar materiaal.
o Aardkorst: vaste buitenste steenlaag, relatief dun; bestaat uit aardplaten.
Continentale plaat; 30 – 50 km dik opgebouwd uit graniet
Oceanische plaat; 5 – 10 km dik opgebouwd uit basalt.
- Platentektoniek; door convectiestromen bewegen de aardplaten ten opzichte van elkaar.
o Convergente plaatbeweging; naar elkaar toe
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller brittw58. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.20. You're not tied to anything after your purchase.