Samenvatting Inleiding recht, Hoofdlijnen Nederlands recht, ISBN: 9789001593193
10 keer bekeken 1 keer verkocht
Vak
Inleiding Recht
Instelling
Hogeschool Windesheim (HW)
Boek
Hoofdlijnen Nederlands recht
Voor dit vak heb ik een 8,2 gehaald door middel van mijn samenvatting. De wetsartikelen staan achter het onderwerp in een rode kleur. Belangrijke begrippen zijn onderstreept.
Samenvatting inleiding recht: H1 t/m H12
Hoofdstuk 1: Terreinverkenning
4 functies van het recht
Het recht geeft handvatten voor handelingen en zorgt voor orde in onze complexe
maatschappij. Functies:
Normatieve functie: afspraken gemaakt door normen die we willen vastleggen
Geschiloplossende functie: geen eigenrichting. Er zijn regels vastgesteld wie
geschillen oplost en op welke manier
Additionele functie: aanvullende functie van het recht. Is een vangnet
Instrumentele functie: voorbeeld rechts rijden
Waar vind je rechtsbronnen terug
De wet
Het verdrag: Afspraken/overeenkomst gesloten door 2 of meer staten
De jurisprudentie: Uitspraak door de rechter. Uitleg van de wet vormt uiteindelijk het
bron van recht.
De gewoonte: 2 voorwaarden: er moet sprake zijn van een vaste gedragslijn en de
betrokkenen moeten het als hun rechtsplicht beschouwen.
Wie zijn wetgever
Centraal: de regering + statengeneraal (1e en 2e kamer), zij maken samen de wetten
Decentraal: gemeente, waterschap, provincie, zij maken verordeningen
Ander daartoe bevoegden: sociaal-economische raad
Regelgeving
Op centraal niveau Op decentraal niveau
Regering en Staten-
Provinciale Staten Gemeenteraad
Generaal
v
Verordening Verordening
Wet
Rangorde
Hoog boven laag, dus centraal boven decentraal
Bijzondere regels boven algemene regels
Jongere regels boven oude regels
Formele en materiële zin
Wet in formele zin: door wie? Maakt regering + statengeneraal. Zegt iets over de
totstandkoming van de wet
Wet in materiële zin: voor wie? Geldt voor iedereen, onbepaald aantal mensen.
Bijvoorbeeld: wetten gemaakt door de gemeenteraad.
,Onderscheidingen binnen het recht
Materieel- (inhoudelijk) en formeelrecht (procedure)
Dwingend- (moet je je aan houden, mag je niet van afwijken) en aanvullend echt (als
extra, kan je van afwijken)
Objectief- (staat in de wet) en subjectief recht (geldt voor mij. Bevoegdheden die
toekomen aan een persoon. Bijvoorbeeld kiesrecht)
Interpretatiemethoden
Grammaticale: de letterlijke betekenis
Wetshistorische: hoe was het voorheen geregeld? Dus wetsgeschiedenis
Anticiperende: kijkt naar de toekomst. Kijken naar nieuwe wetten
Rechtsvergelijkende: hoe is het geregeld in andere landen? Hiermee vergelijken
Systematische: samenhang van een systeem. Is er een hogere wet?
Teleologische: wat is het doel van de wet? Wat staat in memorie van toelichting?
Overig: verwijzen naar eerdere uitspraken. (Precedenteninterpretatie of redelijkheid
en billijkheid)
Redeneerwijzen
Bepaalde manier van denken om tot een uitspraak te komen. 2 bekendste manieren:
A-contrario-redenering
Redenering waarbij de rechter ervan uitgaat dat een rechtsregel niet van toepassing
is, omdat die regel is geschreven voor de gevallen die uitdrukkelijk in die regel
worden benoemd
Redenering naar analogie
Redenering waarbij de rechter zich op het standpunt stelt dat een bepaalde, niet
wettelijke geregelde kwestie zoveel lijkt op een kwestie waarin de wet wel voorziet
dat die laatste regel ook van toepassing wordt verklaard op de niet-geregelde
kwestie
Monopoliepositie: bijvoorbeeld alleen het OM kan tot vervolging van strafbare feiten
overgaan.
Hoofdstuk 2: Verbintenissenrecht – de overeenkomst
Verschillende overeenkomsten (ovk)
Obligatoire ovk: vloeit verbintenissen uit voort (is tussen 2 of meer personen)
Wedekerige ovk: leidt tot rechten én plichten voor beide partijen
Eenzijdige ovk: slechts aan 1 zijde een verbintenis. 1 partij heeft plicht, ander partij
heeft recht. Bijvoorbeeld schenking
Totstandkoming van een overeenkomst art. 6:217 lid 1 BW
Een overeenkomst komt tot stand door een aanbod en de aanvaarding daarvan. Dus:
aanbod + aanvaarding = overeenkomst
Bod intrekken art. 6:219 BW
Bod intrekken onder 2 voorwaarden
Het bod is nog niet aanvaard
De aanbieder heeft zijn aanbod niet onherroepelijk gemaakt. Bijvoorbeeld bedenktijd
Dus: onherroepelijk aanbod + aanvaarding = overeenkomst
, Wilsverklaringen art. 3:33, 3:34 en 3:35 BW
Als je een overeenkomst met een ander wil sluiten, moet je dit willen. Deze wil moet je
verklaren (kenbaar maken). Voor de wederpartij geldt hetzelfde.
Geen sprake van een overeenkomst
Indien:
Wilsdefect: wat ik verklaard heb, wilde ik eigenlijk niet. Toch wel sprake van een
overeenkomst als het maatschappelijk verkeer anders onredelijk en nodeloos wordt
belemmert
Wilsgebrek: wil en verklaring stemmen overeen, maar de wil is gebrekkig tot stand
(onder verkeerde voorstelling van zaken) gekomen:
- Dwaling
- Bedrog
- Bedreiging
- Misbruik van omstandigheden art. 3:44 lid 4 BW
Bij wilsgebrek is overeenkomst vernietigbaar
Dwaling art. 6:228 BW
Inlichten door wederpartij voorzien van verkeerde informatie
Nalaten van inlichten geen informatie gegeven
Onjuiste veronderstelling beide partijen zijn gedwaald
Als verkoper heb je inlichtingplicht. Koper heeft onderzoeksplicht.
Bedrog art. 3:44 BW
Gekwalificeerde dwaling > opzettelijk onjuiste mededeling of opzettelijk niets vertellen.
Hierbij altijd recht op schadevergoeding.
Overeenkomst in strijd met de wet
In strijd met goede zeden of openbare orde? Bijvoorbeeld: overeenkomst met een
huurmoordenaar. Is in strijd met de wet, dus is ovk nietig > heeft als het ware nooit bestaan.
Overeenkomst is nietig: heeft als het ware nooit bestaan art. 3:40 lid 1 BW
Overeenkomst is vernietigbaar: pas wanneer 1 van de partijen de vernietiging
uitroept. Gebeurd dit niet dan blijft de overeenkomst gewoon bestaan. Gebeurdt dit
wel, dan worden de verbintenissen ongedaan gemaakt art. 3:40 lid 2 BW
Handelingsbekwaam art. 3:32 lid 1 BW
Handelingsonbekwaam
Minderjarigen zonder toestemming van ouders/verzorgers
Onder curatelegestelde: iemand met een geestelijke stoornis/drank-/drugsgebruik
Inhoud overeenkomst
Hoofdregel: hetgeen partijen overeenkomen
Met context kun je ook de inhoud van een overeenkomst bepalen. Bijvoorbeeld: hoe
is de overeenkomst tot stand gekomen, onder welke omstandigheden?
Rechten en plichten voorvloeiend uit de wet: is dwingend en aanvullend recht
Redelijkheid en billijkheid: aanvullende/beperkende werking art. 6:248 lid 1 BW
Gewoonte
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper bebiii23x. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor $5.98. Je zit daarna nergens aan vast.