Examen: giscorrectie! →schriftelijk
Deel meerkeuzevragen en deel herkenningstaak: koppelen van namen uit een lijst aan prenten.
Termen van de pp
DEEL 1:
Het bewustzijn: een fysiologische benadering;
Kern van bewustzijn: (toestand van alertheid), reflecteren, communicatie, gedachten,…
➔ Ontwikkeld na 18 maanden
ToM-test of rouge test of gallup test
Social behaviour: ze zien zichzelf in de spiegel en beginnen te begrijpen zoals spiegelbewegingen
Test gedrag: spiegelbewegingen
Mark test: zichzelf herkennen in spiegel
Animisme: alles heeft een geest (mind, soul, spirit)
→lichaam-geest vraagstuk
Dualisme: het lichaam is ‘organisch’, de geest is ‘niet-organisch’ (meesten geloven dit eerder)
Monisme: de wereld bestaat enkel uit materie en energie en de geest is het resultaat van de werking
vh zenuwstelsel (biologische psychologen)
Reductionistische visie: herleiden van een identiteit door de delen daarvan
> emergentie: de geest is meer dan de som van de onderdelen
Het denken over de hersenen ontwikkeld → technologische ontwikkelingen
Hersenen als: - bibliotheek
- Machine
- Computer
- Netwerk
Blind sight:
fenomeen: patiënten kunnen grijpen naar voorwerpen die ze niet kunnen zien. Hersenen krijgen
visuele informatie binnen ookal kan hij niet zien →visuele cortex
→primitieve delen van het visueel systeem zijn nog steeds intact
→beschadiging in nieuwe evolutionaire delen in het visuele systeem
→verbindingen met het taalgedeelte verbroken →niet bewust van wat ze zien, ze kunnen wel
communiceren maar enkel verbindingen zijn verbroken dus niet bewust van wat hij ziet
,Conclusie blind sight:
- Gedrag kan ook onbewust gestuurd worden
- Niet alle delen hersenen hebben toegang tot bewustzijn
- Het gaat om verbindingen met talige hersendelen die verantwoordelijk zijn voor
verbale communicatie
Split brain:
2 hemisferen → communiceren via corpus callosum (hersenbalk)
-epilepsie: deel van de hersenen werd verwijderd
Lateralisatie van de hemisferen: linker hemisfeer stuurt rechterkant van lichaam
Rechterhemisfeer stuurt linkerkant van lichaam
Experiment: iemand een voorwerp laten benoemen met 1 oog dicht (links) en met rechterhand
tekenen wat hij ziet; hij kan het voorwerp niet benoemen maar wel tekenen
Linker hemisfeer: spraak, taal
Rechter hemisfeer: ruimtelijke perceptie
Conclusie split brain:
Als de hersendelen betrokken bij de waarneming geen verbinding maken met de talige delen, is er
geen bewustzijn. Deze patiënten hebben het ‘vreemde hand’ syndroom.
Neurologische evidentie: Unilateral neglect:
- Negeren van voorwerpen in linker visuele veld
- Veroorzaakt door schade rechterhemisfeer: pariëtale kwab (integreren
zintuigelijke informatie)
- Ze kunnen achteraf wel zien dat er een stuk mist van een tekening als ze erop
worden gewezen
Rubber hand illusion: na een tijdje denken mensen dat het rubberen hand een deel is van hun
lichaam dus ze zullen hun eigen hand wegtrekken wanneer er wordt geklopt op de rubberen hand.
- Synchroon aanraken van beide handen: actieve pariëtale cortex + premotore
cortex (planning bewegingen + body ownership; koppeling van wat je ziet en wat je
voelt)
- Aanraking tegenovergestelde richting: actieve pariëtale cortex
Body integrity identity disorder:
• Fenomeen waarbij het lichaamsbeeld niet overeenkomt met het werkelijke lichaam
• Verlangen om geamputeerd of verlamd te zijn
• FMRI onderzoek: verminderde volume van de premotore cortex
Besluit;
• De moderne wetenschap hangt een monistische visie aan
• Bewustzijn vloeit voort uit de werking van de hersenen
• Belangrijk voor zelfbewustzijn is verbinding met talige hersendelen
• Het gevoel van “body ownership” of “embodiment” (de ervaring een belichaamd zelf te zijn)
is een functie van de hersenen
,Geschiedenis van de biologische psychologie:
1. De oudheid:
- Oude beschavingen (Egypte, China, India)
- Hart = zetel van de ziel
* Hippocrates: (460-370 VC): het brein als zetel van gedachten en emoties
2. 17e eeuw:
* René Descartes: vader moderne filosofie
Dualisme
Reflex; automatische, stereotiepe beweging, directe resultaat van een prikkel
Pijnappelklier (epifyse)
* Luigi Galvani: elektrische stimulatie zenuw in been kikker → spieractiviteit
3. 19e eeuw:
* Johannes Müller: doctrine of specific nerve energies
Maar 1 soort prikkel overdracht in alle zenuwen
* Pierre Flourens: experimentele ablatie: op een gecontroleerde manier schade aanbrengen
of delen van hersenen wegnemen
* Paul Broca: paste ablatie toe bij mensen
Het gebied van Broca: taalgebied in linker hersenhelft
* Gustav Fritsch en Eduard Hitzig: gebruikten elektrische stimulatie van het brein om functies
te begrijpen
* Hermann von Helmholtz: wet van behoud van energie
Geleidingssnelheid zenuwbanen trager dan elektrische geleiding
Kleurenblindheid
Oftalmoscoop (oogspiegel)
Alle aspecten van de mens konden onderzocht worden
Besluit:
Deze onderzoekers legden een basis voor de biologische psychologie. Ze maakten gebruik van
wetenschappelijke methoden om hun hypothesen te toetsen. Ze legden met hun experimenten een
verband tussen hersenen en gedrag.
DEEL 2:
Functionalisme: alle eigenschappen van een organisme hebben een functionele betekenis.
Natuurlijke selectie: het proces waarbij overgeërfde eigenschappen (een grotere kans om te
overleven en zich voort te planten) prevalenter worden in een populatie. Het kan een indirecte
impact hebben op het gedrag.
Mutatie: verandering in de genetische informatie bevat in de chromosomen van eicellen of
zaadcellen die worden doorgegeven aan nakomelingen; zorgt voor genetische variabiliteit. De
meeste mutaties zijn schadelijk voor een organisme
Selectief voordeel: eigenschapen van een organisme die toelaat een groter aantal nakomelingen te
produceren binnen zijn soort
Evolutie: een geleidelijke verandering in structuur en fysiologie als resultaat van natuurlijke selectie.
Over het algemeen resulterend in steeds complexere organismen.
, Overerving van eigenschappen:
• Cellen bevatten chromosomen
• Chromosomen bevatten genen (instructies voor de productie van eiwitten die functies cellen
bepalen)
• Veranderingen (door mutaties) in deze instructies leiden tot veranderingen in de eiwitten en
hun functies
➔ Het zijn dus fysieke eigenschappen die overgeërfd worden. Deze bepalen indirect het gedrag.
Evolutie;
- 360 miljoen jaar geleden: amfibieën
- 290 miljoen jaar geleden: reptielen
Anapsiden Diapsiden Synapsiden
Zoogdieren hagedissen
Slangen
Dinosaurussen
Vogels
Krokodillen Therapsiden
248 m jaar geleden: massa extinctie
cynodont
zoogdieren
Hominiden: mensapen, zijn een aftakking van de primaten. Zoals orang-oetan, chimpansee, gorilla
De mens heeft 23 paar chromosomen, andere hominiden 24??
Australopithecus:
•Letterlijk = zuidelijke aap
•De eerste leefden 4 miljoen jaar geleden
•Australopithecus afarensis
•Lucy (Ethiopië)
•Homo habilis (the handyman): maakte gereedschap
•Homo ergaster (de werkende man)
•Homo erectus (rechtop staand)
•Homo sapiens (de wijze man)
•Homo erectus: trok uit Afrika 1,7 miljoen jaar geleden
•Homo neanderthalis in West-Europa, 120 000 – 30 000 geleden
•Homo sapiens in Oost-Afrika, 100 000 jaar geleden
•Homo neanderthalis → W-Europa
•Homo sapiens–O-Afrika, migreerden Europa en leefde samen met homo neanderthalis
•Homo neanderthalis stierf uit om onbekende redenen
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Otley. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $10.23. You're not tied to anything after your purchase.