Week 3+4
Hoorcollege Hormonen en Botstofwisseling__________________________________________113
Hoorcollege Broze botten: van veel voorkomend tot heel zeldzaam_______________________123
Hoorcollege Geslachtshormonen en bot_____________________________________________128
Werkcollege Introductie microscopie (botbiopten)____________________________________ 132
Werkcollege TBL Bot____________________________________________________________ 136
Hoorcollege Bijzondere botziekten_________________________________________________138
E-learning Calcium en bot: Fysiologie_______________________________________________ 141
E-learning Bot, calcium en bijschildklieren___________________________________________143
1
,Hoorcollege Basis Endocrinologie
Endocrinologie= studie van hormonen.
Bij veel processen spelen hormonen een rol. Hormoonfuncties zijn in 4 groepen samen te vatten:
1) Voortplanting
a. VB: testosteron, oestrogeen, oxytocine, prolactine.
2) Groei en ontwikkeling
a. VB: groeihormoon, IGF-1, schildklierhormoon, cortisol.
3) Homeostase
a. VB: insuline, glucagon, vasopressine, aldosteron, parathormoon, cortisol,
schildklierhormoon.
4) Energieproductie en metabolisme
→ In al deze functies spelen altijd meerdere hormonen een rol in deze processen.
Hormonen hebben verschillende vormen van signaaloverdracht in het lichaam:
- Autocrien: de cel beïnvloedt zichzelf met een eigengemaakt hormoon.
- Paracrien: buurcellen beïnvloeden elkaar.
- Endocrien: cellen scheiden hormonen uit die via de bloedbaan op afstand beïnvloeden.
- Neuro-endocrien/hormonaal: neuronen scheiden hormonen uit die via de bloedbaan cellen
op afstand beïnvloeden.
- Neuronaal: neuronen scheiden neurotransmitters uit die cellen op dezelfde plek
beïnvloeden.
De signaaloverdracht van hormonen is vaak een samenwerking van het zenuwstelsel en endocriene
systeem.
- Zenuwstelsel: via elektrochemische signalen, kortdurende maar snelle respons.
- Endocrien systeem: hormonen, bloedbaan, doelorgaan, langzame maar langdurige respons.
Er zijn verschillende typen hormonen, gebaseerd op chemische groepen.
- Amine hormonen: bestaan uit aminozuren met gemodificeerde groepen (bijv. tyrosine).
o VB: noradrenaline.
- Peptide hormonen: bestaan uit een keten van aminozuren.
o VB: oxytocine.
- Steroidhormonen: geproduceerd vanuit cholesterol.
o VB: testosteron en progesteron.
2
,Deze 3 typen hormonen worden op verschillende manieren gesynthetiseerd.
- Amine hormonen: worden gesynthetiseerd uit tyrosine. Daarbinnen zijn nog twee typen te
onderscheiden:
1. Catecholamines: 1 tyrosinemolecuul. Belangrijk bij stressreactie.
a. VB: dopamine, norepinefrine, epinefrine.
2. Schildklierhormonen: 2 tyrosinemoleculen en jodium.
a. VB: T4 en T3.
- Peptidehormonen: worden vanuit mRNA geproduceerd, waarbij een keten van aminozuren
een preprohormoon vormt. Deze keten wordt overgedragen aan het ER waar het een inactief
prohormoon wordt. Het inactieve prohormoon ondergaat vervolgens via het Golgi complex
enzymatische reacties waar het prohormoon actief wordt. Als er de juiste stimuli zijn, wordt
het hormoon afgegeven aan de bloedbaan middels exocytose.
3
, o In het cytoplasma zijn vaak actieve peptidehormonen opgeslagen in hun vesicles. Dit
is voordelig, want zo kan het hormoon snel worden afgegeven aan de bloedbaan als
er een signaal is.
- Steroidhormonen: worden geproduceerd vanuit
cholesterol in het cytosol. Cholesterol ondergaat
scala aan enzymatische reacties, wat grotendeels in
de bijnieren gebeurt. Hierbij worden hormonen zoals
progesteron, cortisol testosteron en oestradiol
gevormd, die uitgescheiden worden middels diffusie.
Peptidehormonen en steroïdhormonen (+ amine hormonen)
maken gebruik van verschillende receptoren om een
bepaalde actie te krijgen:
- Peptidehormonen: zijn hydrofiel en
circuleren in vrije vorm (ongebonden) in de
bloedbaan (de meeste). Deze hormonen
kunnen niet de celmembraan passeren
omdat deze vettig is (en peptidehormonen
zijn water-oplosbaar). Om de
lipidemembraan te passeren, kunnen
peptidehormonen binden aan receptoren op
het celmembraan (=membraanreceptoren).
Via een second messenger systeem kunnen
de peptidehormonen de cel binnentreden.
Uiteindelijk ontstaat er een geactiveerd
eiwit.
o Dit is een snel proces.
4
, o Dat de meeste peptidehormonen vrij circuleren in de bloedbaan betekent dat ze
makkelijk worden uitgescheiden door de nieren, dus ze hebben een short half-life.
- Steroidhormonen: zijn hydrofoob en gebonden aan transporteiwitten in de bloedbaan (ze
kunnen niet vrij circuleren in de bloedbaan want ze zijn niet oplosbaar in water). Dit type
hormonen kunnen gemakkelijk de celmembraan passeren. Hierbinnen binden ze aan
nucleaire receptoren, met als gevolg transcriptie en translatie en uiteindelijk een geactiveerd
eiwit.
o Dit is een langzamer proces (door transcriptie en translatie).
o Dat steroidhormonen gekoppeld zijn aan transporteiwitten in de bloedbaan betekent
dat de nieren niet makkelijk deze hormonen uitscheidt, dus ze hebben een long half-
life.
Nucleaire receptor: heeft altijd een DNA-bindend domein en een ligand-bindend domein. De
nucleaire receptoren verschillen in hun N-terminaal en C-terminaal (= ligand-bindend domein),
waardoor ze uniek zijn voor een bepaald ligand (= hormoon).
De concentratie van hormonen in de bloedbaan is gereguleerd door feedback mechanismen, die
staan vaak onder invloed van multipele stimuli.
- Er is een bepaalde input, die leidt tot een proces. Dat proces
geeft weer een bepaalde output tot gevolg. En die output is via
een feedback mechanisme van invloed op de input.
- De input kan heel divers zijn, er zijn vaak multipele stimuli,
zoals slaap, honger hebben, etc.
- VB: het lichaam heeft strikte waarden van
bloedsuiker. Dit wordt gereguleerd door de
hormonen insuline en glucagon. Als men suiker
(=glucose) inneemt, dan stijgt de
bloedsuikerwaarde. Insuline zorgt er dan voor
dat glucose wordt opgenomen door de cellen of
wordt opgeslagen in de vorm van glycogeen.
Deze actie heeft tot gevolg dat er weer een
optimale bloedsuikerwaarde is. Aan de andere
kant, als men een tijd niets heeft gegeten, dan
daalt de bloedsuikerwaarde. Glucagon zorgt er
dan voor dat glycogeen wordt omgezet in
glucose, wat vrijkomt in de bloedbaan. Dan is de
bloedsuikerwaarde weer normaal.
Neuro-endocrienis een vorm van signaaloverdracht, waarbij neuronen hormonen afgeven die via de
bloedbaan hun doelcel bereiken.
- Centraal in deze regulatie is de hypothalamus. De hypothalamus staat onder invloed van veel
verschillende stimuli (zowel extern als intern) en hormonale prikkels (zie onderstaand figuur).
In reactie op al deze input reageert de hypothalamus en dat leidt tot een output richting bijv.
de hypofyse.
- Hypothalamus-hypofyse as: de hypothalamus geeft hormonen af (releasing hormones) De
hypofyse reageert hierop met de afgifte van trofische hormonen (deze hormonen hebben
niet zon zeer effect op metabolisme, maar zorgen voor afgifte van andere hormonen die wel
effect hebben op metabolisme). Het endocriene orgaan reageert op de trofische hormonen
en die produceert hormonen die effect op doelorganen. Het hormoon dat door het
endocriene orgaan wordt afgegeven heeft een remmend effect op hypofyse en
hypothalamus.
5
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller 126926. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.36. You're not tied to anything after your purchase.