100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Sociale en Organisatie Psychologie $6.96   Add to cart

Summary

Samenvatting Sociale en Organisatie Psychologie

 8 views  0 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

Een beknopte samenvatting met alles wat je moet weten voor het tentamen

Preview 3 out of 20  pages

  • Yes
  • May 20, 2021
  • 20
  • 2020/2021
  • Summary
avatar-seller
Samenvatting Sociale en Organisatie Psychologie

Sociale psychologie
Hoofdstuk 1
Sociale psychologie; aard en oorzaken van gedrag en gedachten van individuen in sociale
situaties op wetenschappelijke wijze verklaren

Vier belangrijkste kernwaarden;
- Nauwkeurigheid
- Objectiviteit
- Scepticisme
- Onbevangenheid

Invloed op gedrag;
- Acties en karakteristieken van andere personen
- Cognitieve processen
- Omgevingsvariabelen
- Culturele context, normen en waarden
- Biologische en genetische factoren, evolutionair

Moderne sociale psychologen;
gedrag kan niet los gezien worden van sociale gedachten (cognitie)
focus op emotionele staat
sociale relaties als invloed op welzijn
neurowetenschap om gedrag te verbinden met hersenactiviteit
impliciete processen
sociale diversiteit

Onderzoeksmethoden;
- Systematische observatie
naturalistische observatie; gedrag in omgeving waar het normaal ook voorkomt
vragenlijsten
- Correlatie
- Experimentele methode; systematisch veranderen van factoren
- Causaliteit
mediërende variabele; indirecte en bemiddelende variabele die wordt beïnvloed
door een onafhankelijke variabele en vervolgens een afhankelijke variabele beïnvlorf
- Meta-analyse; onderzoek naar bestaande onderzoeken

Deceptie; niet vertellen van doel onderzoek aan participanten
- Informed consent; zoveel mogelijk info over het onderzoek krijgen
- Debriefing; achteraf het werkelijke doel vertellen

Hoofdstuk 2
Sociale cognitie; manier waarop we de sociale wereld interpreteren, analyseren, opslaan en
informatie hierover gebruiken.

,Heuristieken; simpele vuistregels om problemen op te lossen, snelle en efficiënte
beslissingen te nemen, antwoord geven op vragen en conclusies trekken
om information overload te voorkomen
vooral gebruikt in onzekere omstandigheden of te veel moeite
- Prototype; samenvatting van overeenkomstige kenmerken in een categorie
- Representativiteitsheuristiek; hoe meer overeenkomstige kenmerken, hoe groter de
kans om in die categorie te vallen
- Beschikbaarheidsheuristiek; beoordelen met info die naar boven komt/herinnert
- Eiken en aanpassen; bepaalde ervaring als startpunt nemen en evt aanpassingen
maken
- Status quo heuristiek; dingen die je snel kunt ophalen worden sneller geïnterpreteerd
als ‘goed’

Schema’s; cognitieve structuren over een specifiek thema gebaseerd op voorgaande
ervaringen, zorgen voor organiseren van grote hoeveelheden info
Invloed;
- Aandacht; info die overeenkomt met schema valt eerder op
- Coderen; info die overeenkomt met schema wordt eerder opgeslagen, andere info
zorgt niet voor het aanpassen van een schema
- Ophalen; herinneringen uit schema worden eerder opgehaald

Priming; snel herkennen van of reageren op bepaalde stimulus die je eerder hebt
waargenomen
Unpriming; effecten van schema’s verminderen als info op andere manier wordt uitgedrukt

Volhardende effect; schema’s worden niet bijgesteld als je tegenstrijdige info ontdekt
Selffulfilling prophecies; gedragen op een manier die schema bevestigd

Metaforen; vergelijking tussen abstract begrip en ongelijk concept

Automatische verwerking; proces waarbij sociale informatie onbewust wordt verwerkt
Stereotypen kunnen bv automatisch worden geactiveerd
Mensen gedragen zich vervolgens consistent aan hun schema’s

Fouten in sociale cognitie;
- Optimistic bias; vaak geloven dat alles wel goed komt
- Overconfidence bias; vertrouwen in juistheid van eigen oordeel
- Planning fallacy; optimistische schatting maken over hoe lang iets zal duren
- Counterfactual thinking; denken hoe het geweest was als het anders zou lopen
- Magical thinking; aannames maken waarvan je weet dat ze niet waar kunnen zijn
- Terror management; proberen vrede te hebben met je eigen dood

Humeur bepalend geheugen; humeur van invloed op wat we herinneren uit het verleden
Humeur overeenstemmend effect; meer positieve info herinneren als we in goede bui zijn en
andersom

, Affectieve vooruitzichten; hoe we denken dat we ons gaan voelen in bepaalde situatie komt
vaak niet overeen met de werkelijkheid

Hoofdstuk 3
Sociale perceptie; proces van observeren van andere personen om inzicht te krijgen in wat
de ander beweegt

Non-verbale conversatie; communicatie tussen personen waarbij gebruik wordt gemaakt van
gezichtsuitdrukkingen, oogcontact en lichaamstaal
- Gezichtsuitdrukkingen;
zes basale emoties; boosheid, angst, blijdschap, verdriet, verbazing en afschuw
verschaffen info over emotionele staat in context
- Oogcontact
- Lichaamstaal en houding
- Aanraken

Non-verbale cues;
- Paralinguïstische aanwijzingen; veranderingen in toon en stembuiging
- Facial feedback hypothese; emotie beïnvloed door gezichtsuitdrukking
Herkennen van bedrog; door micro-expressies, interchannel discrepancies, overdreven
gezichtuitdrukking, oogcontact en linguistic style

Attributie; pogingen de oorzaken van andermans gedrag te identificeren en een beeld te
krijgen van zijn karaktertrekken en disposities
- Theorie van corresponderende inferentie; gedrag van ander als uitgangspunt nemen
en hieruit afleiden wat stabiele karaktertrekken zijn van die persoon
- Covariantie theorie; letten op drie soorten info;
consensus; mate waarop anderen op dezelfde manier reageren als geobserveerde
persoon
consistentie; mate waarop persoon op dezelfde manier reageert op dezelfde
stimulus
distinctie; mate waarop een persoon op dezelfde manier reageert op verschillende
stimuli

Fouten in attributie;
- Correspondentie bias; vooroordelen van correspondentie, gedrag vaker toeschrijven
aan persoon dan situationele oorzaken (fundamentele attributie fout)
- Actor-observer-effect; eigen gedrag voornamelijk verklaren door situatie
- Self-serving bias; positieve uitkomsten toeschrijven aan jezelf en negatieve
uitkomsten aan de situatie
beïnvloed door vrije keuze, sociale wenselijkheid, sociale rol en verwachtingen

Impressieformatie; proces waarbij we een impressie vormen van anderen
eerste indruk is belangrijk
thin slices; kleine hoeveelheden info over anderen die we gebruiken om eerste impressies
te vormen
impressiemanagement; pogingen een zo goed mogelijke indruk te maken

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller myrtheruyter. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $6.96. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67474 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$6.96
  • (0)
  Add to cart