100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Een plattegrond van de macht, ISBN: 9789401461665 Politicologie (B001657A) (lessen, ppt's en boek) $8.59
Add to cart

Summary

Samenvatting Een plattegrond van de macht, ISBN: 9789401461665 Politicologie (B001657A) (lessen, ppt's en boek)

 334 views  17 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

samenvatting van het boek (een plattegrond van de macht), met de powerpoints en de lesnotities. Dit vak werd gedoceerd door Carl Devos en Nicolas Bouteca Geslaagd in eerste zit.

Preview 10 out of 110  pages

  • No
  • Hoofdstuk 2, 10, 13, 14 niet
  • May 20, 2021
  • 110
  • 2020/2021
  • Summary
avatar-seller
Politicologie



H1: Wat is politiek?

NIET KENNEN
2.4 definities
4.1 Indeling 1 (Heywood)
4.2 Indeling 2 (domein en aspect)
5.4. Politiek en conflicten

Inleiding
• Politicoloog: hij bestudeert het meest van alle andere sociale wetenschappers politiek en
integreert alle nuttige inzichten uit die andere disciplines en past ze toe op het domein van de
politiek => het is een integratiewetenschap, waarin inzichten en methodes uit zusterdisciplines
als ondersteuning gebruikt worden voor de studie van politieke verschijnselen en processen

Wat is politiek? Op zoek naar een omschrijving
• Fundamentele (existentiële) vraag
- Politicologen
- Niet-politicologen
• “Wat de staat regelt”
- Probleem: niet iedereen denkt hetzelfde over wat de staat moet doen: vrij (minimal) vs.
zorgend (nannystate)
- 19de eeuw: politiek moest zich maar met een beperkt aantal zaken inlaten  minimal
state, die vooral zorgde voor orde en tucht, de bescherming van grenzen en
eigendomsrecht en die slecht een beperkt aantal verzorgende taken opnam waarvoor
ook belastingen nodig waren
- Hedendaagse nanny state: veel en verschillende onderwerpen
- Minimal vs. nannystate vb. law & order, coronacrisis, Nanny State Index: maakt een
rangschikking van landen waar je het makkelijkst bv alcohol of sigaretten kan verkrijgen
(Duitsland vs. Finland)
- Definitie impact op reikwijdte (vb. klimaat)
• Eindeloze reeks definities (NK)
• Wel eensgezindheid over oorsprong
- Oorsprong: (πολιτεια) politika: alles wat betrekking heeft op de polis (collectieve zaken)
vs. private leven: bv hoe oorlog voeren, olympische spelen organiseren
- ‘De mens is een politiek (sociaal) dier’ (Aristoteles): ‘zoön politikon’ vs. ‘Idiotes’: mens
wordt pas mens door tussen andere mensen te leven. Idiotes zijn mensen die enkel met
private aangelegenheden bezig zijn. Politès is een burger in zijn hoedanigheid van
publieke burger.
- Zeer hoogstaand, maar beperkt tot vrije mannelijke burgers (verheven beeld)
• (Traditionele) politiek heeft nodig (17-1)
- Territorium (dit is nu ondergeschikt)
o Je moet alle regels volgen, die op dat territorium gelden
o Ook niet-territoriale gebonden verenigingen bv de katholieke kerk
o Globalisering (vb. economie)
o Migratie
o Klimaat …
- Bevolking: politiek wordt omschreven als de activiteit via dewelke in die samenleving
bindende collectieve beslissingen worden genomen, waarmee men de problemen die
voortkomen uit het leven in die samenleving vreedzaam probeert op te lossen.

1

,Geschiedenis
• Op vele manieren invullen, eigenzinnige selectie (3 highlights)
• Klassieke Griekenland: stadstaten, reeks van zelfstandige politieke gemeenschappen met de
mens als ‘zoon politikon’ (iedereen zou politicus willen worden)  idiotes
• Het bestel, politeia en de staatsman, politikos van Plato. Gewone burger moeien zich niet met het
bestuur van de staat en moeten vooral werken, de vrije wil is ondergeschikt aan het staatsbelang.
• Aristoteles:
- neemt deze visie over
- zei dat een volwaardig menselijk leven, eudaimonia (goede ziel), enkel mogelijk was
binnen een politieke gemeenschap.
- De politiek is niet beperkend, maar laat mensen (vrije mannen) toe om volwaardig te
leven.
- Meesterwetenschap: de zoektocht naar de goede samenleving. Het is altijd gebaseerd op
dialoog, het is een sociale activiteit
• Machiavelli (<machiavellistisch: wezenloos): veel negatiever tegenover politiek
- Politiek is de uitdrukking van het republikeinse regime
- Il Principe (1532): handleiding voor heersers om aan de macht te komen en te blijven:
machtsverwerving en –behoud (cf. citaat)
- Politiek = macht
- Negatieve betekenis van de amorele kunst die beoefend moet worden om de staat tegen
binnen- en buitenlandse vijanden te beschermen. Politiek verwijst naar het nieuwe
verschijnsel staat en naar de techniek om met macht om te gaan.
• Geboorte ‘ismen’
• Franse revolutie
- Nieuw dynamisch begrip van politiek: het is een uitdrukking van het verlichtingsideaal
dat de mens en de samenleving vervolmaakt kunnen worden en dat daarvoor
handelingen nodig zijn
- De manier waarop het gedachtegoed van nieuwe stromingen gerealiseerd moet worden:
tegenstelling tussen allerlei ideeën.
- Politiek is zaak van velen (geboorte parlement = parler)
• Discussie over inrichting (inhoudelijke laag)
! Inhoud en lading evolueren = moeilijk te definiëren

Indelingen
• Essentially contested concept
- Wezenlijk betwist begrip: politiek moet je definiëren via concepten en die concepten
waarmee je gaat definiëren, staan zelf al onder discussie: (cf. nanny state vs. minimal
state, democratie en gelijkheid), door normatieve concepten
 Politiek is een containerbegrip dat bestaat uit allerlei onderdelen waarvan geen
ondubbelzinnige definities kunnen gegeven worden
- Andere wetenschap (vb. chemicus): hebben er ook last van, maar voor hen is het
moeilijker om er mee om te kunnen  politicologen kunnen er beter mee om
- Oplossing van W.B. Gallie: bewust zijn van bril en expliciteren (vb. kwaliteit MPs: “hij is
goed parlementslid”, dimensies parlementair werk. Je moet weten dat je door een
bepaalde bril naar de werkelijkheid zijn en zo weet je dat je bepaalde dingen ziet en
andere dingen niet. Je weet dus dat je een andere kijk zou hebben als je door een andere
bril zou kijken
o Verschillende stromingen hebben een verschillende opvatting over het correcte
gebruik of de juiste interpretatie van het begrip, maar ook dat iedereen erkent
dat het eigen gebruik of de eigen interpretatie door anderen betwist kan
worden.
- Uiteenrafelen concepten
- Politiek moeilijk te definiëren: 2 auteurs (Schmitt & Easton)

2

,De relativering van indelingen: over Schmitt en Easton
• Carl Schmitt: Duitse politicoloog (ligt eerder in de lijn van de continentale traditie die met
Machiavelli begint)
- NSDAP
- Der Begriff des Politischen (1928): hij gaat de essentie van het politieke trachten te
omschrijven.
- Politiek is voor hem menselijk en kan niet abstract van het concrete gezien worden. Hij is
anti liberale parlementaire democratie
- We kunnen enkel tot een begripsbepaling van het politieke komen door de specifiek
politieke categorieën bloot te leggen en te identificeren, door het ware een domein voor
het politieke af te bakenen.
- Voor die omschrijving heb je een essentieel/laatste onderscheid nodig (cf. morele (goed
vs. kwaad)/esthetische (mooi vs. lelijk) /economische (rendabel vs. niet-rendabel)):
volgens hem is het laatste onderscheid: vriend en vijand. Geenzins geldt dat wat moreel
slecht, esthetisch lelijk of economisch schadelijk is, daarom ook vijandig moet zijn,
evenmin als het omgekeerde. Het criterium vriend-vijand is dus onafhankelijk.
- Politiek is conflictueus: antagonisme, tegenstellingen behoren tot het wezen van de
politiek. Hij zal conflict dus voorstellen als iets positiefs, want zonder conflict kan je niet
over politiek spreken.
- Grote invloed (politiek is conflict)
- Conflict is positief (existentieel, vb. democratie eist verschil)
- Onderscheid leidt tot ontideologisering, tot verzakelijking van conflicten. Politiek heeft in
eerste instantie betrekking op conflicten tussen staten.
• Chantal Mouffe: Belgische politicologe
- In traditie Schmitt
- Radicale democratie: conflict/polariseren essentieel en positief: conflicten worden niet
ontkend, maar geuit. Democratieën zijn nu eenmaal conflictueus. Zonder conflict is er
ook geen ruimte voor inhoudelijk debat.
- Consensus: niet goed, er moet tegenstand zijn, want dat is noodzakelijk om een politieke
entiteit te ontwikkelen. (agonisme)
- Ze behoort tot de essex school of discourse analysis, een postmarxistische benadering
die zich o.a. baseert op Antonio Gramsci: verwijst ook naar het onderscheid vriend en
vijand.
- Onderscheid tussen 2 verschillende soorten politieke conflicten  Schmitt: elk politieke
tegenstelling is een antagonistisch conflict waarbij politieke vijanden elkaar proberen te
vernietigen en slechts één kan overleven.  Mouffe: binnen de democratie zijn de
strijdende partijen gebonden aan de waarden hiervan en dus blijven ze elkaar erkennen
als legitieme vertegenwoordigers van het volk.
- Cf. karteldemocratie Lijphart (31-1): populisme. Karteldemocratie is negatief: de
maatschappelijke tegenstellingen hebben hun scherpe kantjes verloren en er is een meer
homogene samenleving ontstaan  pacificatiedemocratie: ondanks grote
tegenstellingen tussen de verschillende maatschappelijke zuilen, uiteindelijk
een consensus wordt bereikt.
• David Easton (erfgenaam van een liberale, Angelsaksische traditie)
- Individualistische-economische opvatting van politiek: het gaat over het toebedelen van
schaarse waarden  Schmitt: veiligheid en integriteit van de staat
- Politiek als “bindende allocatie van waarden”. Zowel materiële als immateriële waarden,
dat zijn zaken die een gemeenschap waardevol vindt. Door schaarste bestaan daarover
conflicten. Dus is er een institutie nodig die deze toebedeling van waarden kan uitvieren
op een manier die in de samenleving als gezaghebbend wordt geaccepteerd.
- Vredevol overleven in wereld schaarste



3

, - Politiek maakt keuzes. Het is voor hem de bindende besluitvorming en acties door de
overheid, waardoor die verdeling door de meeste mensen in die samenleving de meeste
tijd wordt aanvaard.
- Het gaat om een authoritative allocation for a society: beslissingen die gezaghebbend zijn
voor de hele samenleving.
- Ook bekend van zijn systeemtheorie: trachten de politiek als één geheel te beschrijven
en betrachten een alomvattende analyse boven een meer aspectgeoriënteerde aanpak.
 Algemene kenmerken van het politieke systeem
o Kringloopgedachte: je krijgt een constante input output-feedback-input….
Systeem ontvangt input van de omgeving en verwerkt het tot outputs
(conversie) er komt ook input van mensen binnen het systeem bv
parlementsleden (withinputs) die hebben een effect op de omgeving en dus op
de invoerzijde van het systeem = terugkoppeling of feedback. Er zijn ook
selectiemechanismen (gatekeepers) die de instroom van eisen regelen.
o Model (geen theorie) = vereenvoudigde voorstelling van de werkelijkheid die je
dingen laat zien die je anders niet zou zien omdat de dingen te ingewikkeld in
mekaar zitten. Het geeft wel relatief weinig uitleg over de inhoud en de oorzaken
van de verhoudingen, invloeden of regelmatigheden.
o Systeemtheorie: 2 functies: gewaardeerde goederen toebedelen aan de
maatschappij en deze toebedeling als bindend doen aanvaarden. Indien dit
bedreigd wordt, ontstaat er stress.
o Input: kan bestaan uit eisen of signal input of uit steun maintenance input.
 Eisen: vragen van groepen of individuen om een politieke oplossing. Als
de eisen te gevarieerd zijn  content overload.
Volume overload: het aantal gestelde eisen is zo groot dat ze niet
allemaal verwerkt kunnen worden.
 Steun: kan zowel actief als passief. Een minimale steun is noodzakelijk.

Uitleiding
• Politiek is een sociaal verschijnsel, d.w.z. dat het enkel kan bestaan in de verhoudingen en
interacties tussen mensen.
• Politiek betreft zaken die voor een groep of collectiviteit als geheel geregeld worden. In het
bijzonder heeft politiek betrekking op vormen van samenwerking en conflict m.b.t. collectieve
beslissingen, d.w.z. beslissingen die in naam van en voor de hele gemeenschap genomen moeten
worden om het samenleven via bindende regels te ordenen.
• Daartoe hebben zich specifieke instellingen en procedures ontwikkeld, alsook een politieke
cultuur.
• Essentieel voor deze gestolde vormen van besluitvorming en conflictbeheer is het gebruik van
macht en dus de ontwikkeling van machtsposities.
• Politiek heeft een inzet, het gaat om de competitieve realisatie van doelen en de bescherming
van belangen in een omgeving van schaarste en onverenigbare doelen en criteria.
• Deze inzet en de manier waarop collectieve conflicten via politiek optreden geregeld worden zijn
het product van materiële omstandigheden maar ook van verschillende en uiteenlopende,
geïntegreerde maatschappijanalyses, waarden en normen en politieke strategie. De
laatstgenoemde instrueren politiek gedrag en ondersteunen de creatie van belangen,
doelstellingen en oplossingen.



Gastcollege Annelies Verlinden

Advocatuur vs. politiek
• Vaker individu vs. samenleving


4

, • Juridische strategie: werkt met recht binnen recht, binnen context vs. politicus maakt het recht
en kiest de context voor de toekomst
• Kortgeding of snel vs. dingen gaan soms traag
• Vrij privé vs. media

ACTUA
Verlinden
• Diplomatisch betoog, toch nieuws (nieuwsluwe periode, gevoelig, toeval: 2 persberichten)
• 2 tegengestelde visies over BXL (2 + 2 of met 4?)
- 2+2 = Vlaanderen/Wal + Brussel en DG (sous-entité)
- Met 4: op zelfde niveau (BXL eigen bevoegdheden op vlak onderwijs, cultuur,
persoonsgebonden)
• Brussel altijd lastig (1970: grenzen/volwaardig: 2 vs. 1 en ‘région à part entière’, 1980: koelkast,
1988)
• Eigen identiteit
• Diverse scenario’s:
- Status quo (3 gem/3gew)
- Vereenvoudiging:
o Co-beheer via VL-WAL (uitbreiding gewestbevoegdheden)
o Eigen gemeenschapsbevoegdheden (garanties Ned)

Federalisme
• Activeren (langdurig zieken/werklozen) = deelstaten (80% werkzaamheidsgraad regeerakkoord
VlaReg, 2019: 75,5%)
• Wetgevend kader verplichtingen = federaal (Dermagne en Vandenbroucke)
• “Vivaldi hindert VlaReg” (Open VLD en CD&V in beide, vechtfederalisme?)
• Versnipperde bevoegdheden, homogenisering bevoegdheden (op welk niveau? Louter efficiëntie
of toch ook ideologie? Vb. SZ)

Zaak El Kaouakibi
• 3 dossiers: Let’s Go Urban, campagne, VRT
• LGU: sociale onderneming, subsidies, “geld voor kansarmen afleiden naar eigen bedrijven”, cf.
Samusocial, onschuldig, gerechtelijk onderzoek, ‘trial by media’: OA en verdediging
• VRT: 35.000 euro facturen als lid RvB (cf. Rudi De Kerpel)
• Campagne
- 53.000 + 50.000 Uitzonderlijk? (los van partij (particratie),
- 33.000 buiten aangifte 55.000 (enkel OpenVLD?)
- Gevoelig intern: wit konijn (partijvz-verkiezing: basis!) + (kieskring A’pen)
- Sleept aan (imagoschade, twijfelend, 6 maand)
• Wie voedt dit? Intern (paars-groen ipv N-VA, kritiek op positie)? Extern oppoken (N-VA-
OpenVLD?)
• Partijfinanciering: meeste partijen stil voor de schermen (gevoelige materie)
- Wet Dhoore (1989) (vb. Agusta)
- Minder geld (72 miljoen)
- Hervorming
o Basisdotatie (nadeel grote partijen)
o Minder geld per stem
o Geld per lid (partij als onderdeel samenleving vs. emigratie naar staat,
transparantie ledencijfers)
o Privé-geld (transparantie)
o Minder bestedingsautonomie (sociale media, studiedienst per partij of voor
parlement)
- Al vaak deze discussie
o Niet-indexering

5

, o Radicaal verminderen? (jobs)
- Nederland (17 miljoen)
Politieke herkaveling
• Herverkavelen? Partijfragmentering (moeilijke formatie, veel concurrentie, ‘doodstrijd’)
• Centrum-links (kwakkel?), centrum-rechts (links en rechts liberaal, CSU: N-VA/CD&V, niet samen
in oppositie)
• Baas in lilliputter

Strijd op links
• Debat Terzake (‘geboortebeperking’ vs. ‘recht op geboorte/krijgen kinderen’;
ondersteunen/preventie vs. straffen)
• Samen in Vivaldi (‘impact van ernstig verslaafde ouders en toekomstige ouders op kinderen te
verminderen’)
• Crombez reeds (herhaling in ‘T’)
• Exemplarisch
- Groen vs. sp.a (zelfde vijver)
- Parler vrai vs. ‘softe’ progressieven (verschil socio-culturele breuklijn)
- Einde van de planeet vs. einde van de maand (LEZ)

Pandemiewet/coronawet
• Pandemiewet naar Kamer (ipv MB’s op basis van wet op de civiele veiligheid)
• ‘volmachten zonder dat we volmachten gegeven hebben’ (N-VA)
• In vroeg stadium (voor RvS, parlement opwaarderen)
- Timing onduidelijk
- Risico aan verbonden… (Open VLD)
- ‘Voor volgende pandemie’ (constant aanpassing nodig, voor nu of niet: Geens)
• N-VA dient voorstel in
• Ook in sommige andere landen regeringsdominantie

Schoolstrijd?
• Lieven Boeve, Guimardstraat, 70%
• Eindtermen? (te veel + te veel detail: ‘staatspedagogie’)
• Dalende onderwijskwaliteit
• Eensgezindheid politieke kant (ook CD&V) = geen schoolstrijd
• Grondwettelijk Hof: vrijheid onderwijs
• GO niet tegen
• Terugkerend probleem (negeren juridisch advies): RvS al kritisch, cf. zonnepanelen

Overlegcomite
• Veel vragen versoepeling (unizo, CD&V, MR/Open VLD, Groen, JJ…
• De Croo
- Vlucht vooruit (debat in handen ipv reageren)
- Moeilijk voor 1 mei (misschien 1 april): wetenschappers
- Evenwichtsoefening (3e golf vs. achterban)
• Deelstaten (De Croo leiding, presidentialisering)
• Meester Michel = meester De Croo? (ruziemakende klas, zusterpartij MR, geen KK)



H2: Kennismaking met de wetenschap der politiek: NIET


H3: Ideologieën


6

,Niet kennen:
1. Inleiding
2.1. Geschiedenis van het concept ideologie
2.2 discussies over ideologie
8. Uitleiding

Wat is ideologie?




• De omschrijving is inclusief, bevat alle ismen: voordeel
• MAAR neutraliteit is ook een nadeel: zodanig algemeen dat het inwisselbaar wordt met andere
termen
• Er bestaan veel mengvormen bv socialistisch feminisme, liberaal conservatisme…
• Om ideologieën te bestuderen, moeten we het geheel, de coherente set van ideeën en stellingen
opdelen en er de cruciale concepten van aanduiden.  Essentie is van belang.
• Het is GEEN wetenschappelijke theorie, want deze zijn empirisch van aard, ze moeten beschrijven
en verklaren wat is, niet wat zou moeten zijn.

Morfologie van ideologieën (Heywood)
• Elke ideologie bestaat uit drie bestanddelen
- Descriptief bestanddeel: een kijk of visie op de wereld, een diagnose van de
maatschappij zoals ze is. Ideologie helpt dus om de wereld te ordenen, te analyseren, om
mensen en problemen er een plaats in te geven.
o Welke problemen?
o Verschillende brillen
o Deze analyse is geen wetenschappelijke analyse, want feiten en waarden raken
met elkaar verstrengeld  normatief
- Prescriptief bestanddeel
o Omschrijving van de ideale samenleving: hoe het zou moeten zijn
o Waarden en normen komen naar voor, samen met het doel
o Vanuit deze conceptie analyseren we de huidige wereld en worden criteria en
richtlijnen voor actie bepaald.
- Operationeel bestanddeel
o Hoe van (1) naar (2): strategie: hoe kunnen we van het bestaande naar het ideale
overgaan.
• Verschil met de wetenschap
- Ook wetenschappelijke benaderingen van politiek dragen in zich een zekere normatieve
geladenheid, maar dat maakt ze niet tot ideologieën. Die zijn immers niet in de eerste
instantie gericht op analyse en het verwerven van wetenschappelijke kennis, wel op het
uittekenen en realiseren van de ideale maatschappij.

Links en rechts
• Orde in chaos
• Vaak gebruikt, vb. Vivaldi


7

, • Instinctief democratische GPS: mensen gaan onbewust politieke partijen rangschikken, een plaats
geven tov andere politieke partijen.
- Instinctief
- Democratisch
- GPS of richtingaanwijzer?
• Verschuivingen
- Bestrijding vrije markt: links in de 18de eeuw
- Nationalisme: begin 19de eeuw links, nu meer rechts
- Natuurbehoud: eerste helft 20ste eeuw eerder rechts, nu links
• Oorsprong
- 1789, L16, Staten-Generaal in Salle des Menus-Plaisirs. Er moest gekozen worden tussen
een motie van een conservatieve, koningsgezinde vertegenwoordiger en die va een
hervormingsgezinde vertegenwoordiger. Men telde de stemmen door de vergadering in
twee op te delen. Wie het eens was met de conservatieve motie, ging rechts staan. Wie
het eens was met de hervormingsgezinde motie ging links staan.
- Fysieke positie kreeg politieke betekenis
- Wereldwijde aandacht: eerst verspreid over Europa, daarna de rest van de wereld. Dit
gebeurde via de taal van de parlementaire democratie en die van het socialisme.
- Verwantschap progressief (L) – conservatief (R), maar geen evidente match
- Nieuwe breuklijn tussen materialisten en postmaterialisten: deze zou het succes van
groene partijen moeten verklaren. Dit boos wel geen verklaring voor de opvallende groei
van extreemrechts aan het einde van de jaren 1980-1990. Betere formulering van de
breuklijn? Sociaal-culturele breuklijn/links-rechtsbreuklijn.

Ontdubbeling links-rechts
• Sociaal-economisch vs. sociaal-cultureel: de nieuwe breuklijn had betrekking op de relatie tussen
culturen en etnieën. Verdringt deze de sociaal-economische? Er wordt gedacht dat ze handelen
over samenhangende, maar toch verschillende kwesties.
- Vb. SZ, belastingen
- Vb. zwarte zondag (24 nov 1991)
• Twee L-R-breuklijnen: Ontdubbeling:
- De klassieke links-rechtsopdeling verwijst naar sociaaleconomisch links en rechts
o Links: alles wat tot meer gelijkheid leidt, zelfs ten koste van de vrijheid
o Rechts: alles wat tot meer vrijheid leidt, zelfs als dat tot meer ongelijkheid leidt.
- De moderne verwijst naar sociaal-cultureel links en rechts.
o Links: vrijheid: goed dat we niet allemaal hetzelfde zijn.
o Rechts: gelijkheid: iedereen moet zich aan onze normen en waarden aanpassen

• L-R achterhaald?
- L op ene, R op andere
- “Werkloosheidsuitkering, maar hoofddoek”: zowel L als R
- L/R nog bruikbaar




8

, • Modellen vereenvoudigen en veralgemenen complexe gehelen van ideeën.

Overzicht van ideologieën
• Moderne ideologieën: waarin concrete politieke voorstellen verbonden worden met algemene,
achterliggende ideeën over mens en maatschappij, zonder dat ze daarom als volwaardig -isme
beschouwd kunnen worden
• Lijst van besproken ideologieën is niet allesomvattend
- Niet alle
- Basiskeuken: de fundamentele kernconcepten, assumpties, waarden en opvattingen
o Combinaties
o Schakeringen
o Evolueren (“Einde van de maand vs. einde van de planeet”, vb. LEZ)
• Examenvraag: bespreek, vergelijk, bekijk … vanuit het …isme

Liberalisme: dominantie ideologie van de westerse samenleving
• Vrijheid = hoogste goed
- Doel: het tot stand brengen van een samenleving waarin elk individu zich vrij kan
ontwikkelen en zijn of haar eigen belangen kan nastreven. Het individu staat centraal
- Grondleggers politiek liberalisme: Hobbes en Locke
- Economische liberalisme: Adam Smith: overheidsingrijpen moet zo sterk mogelijk
beperkt worden
• Kernconcepten van het liberalisme
- Afwezigheid van externe dwang en mogelijkheid om talenten te ontplooien
o Reactie op AR (vrijheid handelen, zelf nadenken) waar orde en hiërarchie
centraal stonden
o Vrijheid is een natuurlijk recht en een voorwaarde voor een volwaardig menselijk
bestaan.
o Grens aan vrijheid (“The only purpose for which power can be rightfully used… is
to prevent harm to others”), maar ‘nachtwakerstaat’
o Vroege liberalen: afwezigheid externe dwang
o Moderne liberalen: ook positief nl ontwikkelen en hanteren eigen talenten
- Positief mensbeeld
o Elk individu is rationeel: het is in de mogelijkheid om zijn of haar eigenbelang te
bepalen en na te streven.
o Rawls: elk individu is in staat om het goede leven voor zichzelf te bepalen
o Samenleving wordt als maakbaar gezien
- Rechtvaardigheid


9

, o Alle mensen worden gelijk geboren, en dienen daarom allemaal dezelfde
fundamentele rechten te hebben.
o De meden van een samenleving moeten een gelijk uitgangspunt hebben. Ze
moeten gelijke kansen hebben om hun capaciteiten en talenten te ontwikkelen
en bijgevolg ook een gelijke kans succes en falen.
 geen gelijkheid van uitkomst
- Tolerantie en diversiteit
o Respect voor de diversiteit leidt tot tolerantie voor uiteenlopende ideeën en
gedrag.
• Klassiek liberalisme
- hoogtepunt midden 19de eeuw
- Negatieve vrijheid (afwezigheid)
- De staat wordt beschouw als een noodzakelijk kwaad.
- Grondrechten
- Nadruk individu
- Vrije markt (Smith, onzichtbare hand, neoliberalisme: Reagan, Thatcher, ‘uit staat
stappen’): positief
- Sociaal darwinisme: in de samenleving vindt een natuurlijk selectieproces plaats. Sociale
ongelijkheid= goede zaak in het voordeel van de kwaliteit van de samenleving
- Neoliberalisme: revival van het klassieke liberalisme
• Sociaal liberalisme
- Ontstond als gevolg van de groeiende sociale ongelijkheid veroorzaakt door het
kapitalisme
- Noodzaak herverdelingsmechanisme in het voordeel van de minst bedeelden
- Accepteren de verzorgingsstaat
- Positieve vrijheid (aanwezigheid): uitgebreidere invulling van rechtvaardigheid, tolerantie
en diversiteit.
- Investeren in Onderwijs, vormen van sociale herverdeling, gelijke kansen (meritocratie
vs. gelijk aan de meet)
- Veil of ignorance (Rawls)

Conservatisme
• Ontstaan in de 19de eeuw als reactie tegen de politieke, economische en sociale omwenteling
• Anti-revolutionair
- Cf. N-VA
- Burke: Reflections on the revolution in France (1790)
- Conserveren van bestaande tradities ipv veranderen. Daarvoor beroept het zich vaak op
religieuze argumenten
• Centrale ideeën
- Traditie
o Stabiliteit en identiteit
o Gebruiken en instituties die meerdere generaties hebben overleefd, hebben hun
nut bewezen.
- Menselijke imperfectie  positief mensbeeld bij de liberalisten (vrijheid leidt tot
normvervaging)
o Beschouwen mensen als afhankelijke wezens die zekerheid en herkenbaarheid
zoeken => sociale orde is noodzakelijk
o Mensen zijn intellectueel beperkt. Ze zijn niet in staat de complexiteit van de
wereld te vatten  wantrouwen voor utopische en abstracte principes.
o Mensen zijn ook egoïstisch en als ze niet door de wet zouden worden
weerhouden ook gewelddadig en antisociaal
o Religieus ingevuld
o Normen (vb. Law & order)
- Bezit

10

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller helena11. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $8.59. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

52510 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$8.59  17x  sold
  • (0)
Add to cart
Added