Marketing Intelligence I
= beschrijft alle handelingen en informatie die betrokken zijn bij het data-gestuurde onderdeel van
moderne marketing. De mogelijkheden die Big Data technologieën moderne marketeers bieden zijn
onontbeerlijk geworden in het marketingproces
Weten!
Procter and Gamble geven het meeste uit aan reclame in België (top 3) > tampax, always,
head&shoulders > fast moving consumer goods
Unilever heeft ook veel uit
Hoofdstuk 1: Marketing en de rol van analytics
1.1 Marketing gedefinieerd
= the activity, set of institutions, any processes for creating, communicating, delivering and
exchanging offerings that have value for customers, client, partners and society at large
o Nadeel: slechte reclame/reviews op internet (uw merk kan worden afkraakt en iedereen kan
het zien) > ondernemingen stellen mensen aan die opvolgen wat online wordt gezegd over
hun
• Internet Web 2.0
o Socialmediamonitoring= luisteren naar wat er op sociale media, fora, blogs, nieuwssites…
wordt gezegd; vergaren, identificeren en beoordelen van wat er gezegd wordt over een
organisatie/bedrijf/persoon
o API’S= Application Programming Interface: bedrijf gebruikt dit omdat ze dan niet zelf de
datafeeds uit te lezen) > socialemediamonitoringtools > analyseren sentiment (positief,
negatief of neutraal) > is vaak niet accuraat want ironie/satire worden er niet uitgehaald
o NLP= Natural Language Processing : tools proberen hiermee meer grip te krijgen op de
inhoud van mediaposts (NLP zal ook vragen en klachten onderscheiden)
o ‘The only solution for pollution is delusion’
= Negatieve reacties ‘verdunnen’ door zelf veel positieve reacties te posten (waardoor de
negatieve niet meer opvallen
o Als marketeer moet je hierop inspelen > je moet mensen kunnen bereiken via hun
smartphone
• Integratie online en fysieke wereld
o Klantenkaarten; ze linken alles aan elkaar en willen elk contact een digitaal karakter geven
o NFC (= Near Field Location): aangepaste reclame of kortingen op gsm wanneer je in de buurt
bent van een bepaalde winkel
o Dataficering: organisaties beschikken over steeds meer data over wat gebruikers doen;
fysieke omgeving wordt meer gedigitaliseerd (vragen rijksregisternummer of email (uniek) >
linken zo alles aan elkaar)
o IOT (= the internet of things): steeds meer apparaten worden aangesloten op het internet,
hierdoor kunnen ze van deze apparaten data verzamelen en versturen naar een centrale
database (thermostaat, auto, lamp)
o RFID-tags (= Radio-frequency indentification): zal via radiogolven aangeven welke producten
nog in de koelkast aanwezig zijn
1.3 Betekenis van de ontwikkelingen voor organisaties
• Van push naar pull
(Vroeger) Push: adverteerder duwt boodschappen in de markt en neemt initiatief bv. reclame
(Nu steeds meer) Pull: consument neemt zelf initiatief en wil zelf product kopen (of info
opzoeken) bv. online shoppen
→ Consument bepaalt tegenwoordig zelf welke media hij consumeert > Opt-in (consument wil
enkel op de hoogte blijven van iets wanneer ze hier zelf toestemming voor heeft gegeven)
Consument zoekt actief informatie om beslissingen te nemen en bepaalt zelf met welke merken
ze in contact willen blijven
Touchpoints (= momenten waarbij consumenten in contact komen met het product) binnen de
customer journey om waarde te creëren
o 3 factoren die negatieve invloed hebben op de effectiviteit van advertenties
1. Consumenten vermijden vaker reclame (vinden het storend, vervelend, hinderlijk of
opdringerig)
2. Het bereik van traditionele media neemt af door opkomst van nieuwe mediakanalen
3. Informatie raakt versnipperd; consumenten zijn steeds vaker aan het multitasken >
aandacht voor communicatie neemt af (maar informatiebehoefte neemt toe)
o Verschuiving van mediaconsumptie van lean backward naar lean forward
Lean backward= consument leunt achterover
Lean forward= consument is actief en in control
→ Consumenten zoeken vaker informatie op, voor ze een aankoop doen
o UGC (= User/Consumer Generated Content): content die gecreëerd is door andere
internetgebruikers (blogs, wiki, reviews) > consumenten vertrouwen meer informatie van
andere consumenten (betrouwbaar, relevant)
o SEO (=Search Engine Optimalization): ervoor zorgen dat de site bovenaan in Google hun
zoekresultaten komt te staan (door een geheim algoritme; aantal clicks, verwijzingen naar
anders sites, keywords & tags, site aangepast aan smartphones)
o Contentmarketing: goede reviews krijgen (aan tevreden klanten vragen of ze willen online
beoordelen)
• Van zenden naar interactie
o Sociale media: het is normaal geworden dat consumenten met elkaar en met merken
communiceren via sociale media
o Always-on contact: realtime feedback, bedrijven reageren en handelen heel snel wanneer er
klachten/vragen zijn online
o Social mediamonitoring en webcare: zorgen voor uw site/web, kijken wat er over uw bedrijf
gezegd wordt en klachten behandelen
= Reis die de klant maakt vanaf het eerste contactmoment tot de aankoop (en erna); het is een
reeks interacties die een klant heeft om een bepaald doel te bereiken
• Van online naar digital
Synergetisch effect door combinatie van online en offline
1+1=3 > online en offline hebben positieve invloeden op elkaar, dus het geheel is meer dan de
som van delen (online en offline marketing versterken elkaar)
→ Digital Marketing (ipv online en offline marketing)
1.4 Groei van de hoeveelheid data
• Toename van digitale touchpoints (= je komt in contact met bedrijf/merk bv. Formulier invullen,
iets lezen erover online…) stijgt explosief
• Smartphones zorgen er ook voor dat de fysieke wereld steeds meer wordt gedigitaliseerd
• Biometrische gegevens (in de medische sector bv. Pacemaker)
• Front-facing camera kan adhv gelaatsuitdrukking uw gemoedstoestand bepalen en content
hierop aanpassen
• Software in auto’s
• IOT: zien dat thermostaat elk jaar in dezelfde periode uit staat > reclame voor vakanties
→ Slechts 0,5% wordt geanalyseerd en gebruikt > nood aan digital analytics
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller annsophiechantrie29. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.89. You're not tied to anything after your purchase.