Wat is psychologie
Psychologie: de wetenschappelijke studie van het menselijk gedrag en de mentale processen die daaraan
ten grondslag liggen.
- Psyche: ziel
- Logos: woord, gedachte, rede
Psychologie bestudeert het innerlijk leven (kennen, voelen en sterven) en het gedrag van de mens. Het
bestrijkt het hele spectrum van het geestelijke leven en het gedrag van de mensen.
Geschiedenis: oorsprong komt uit filosofie zoals de andere wetenschappen. Er ontstaan steeds meer
nieuwe samenlevingsproblemen. In 1800 werden de eerste onderzoeken en denkwijzen op de wereld
gebracht. Het is een maatschappelijke evolutie.
Wetenschappelijke studie
Psychologie is een wetenschappelijke studie: psychologie streeft ernaar bepaalde gedragingen
wetenschappelijk te verklaren met de bedoeling wetmatigheden te vinden die men kan gebruiken om
gedrag te voorspellen of te beïnvloeden. Deze methode dient betrouwbaar, doelgericht en systematisch te
zijn. Een wetenschappelijke methode is een procedure die uit verschillende stappen bestaat:
1. Hypothese: het ontwikkelen van een idee, een kleine theorie, wat gaan we onderzoeken. Dit idee
wordt onderzocht aan de hand van bepaalde procedures, dit maakt het een doelgericht
onderzoek.
2. Betrouwbaarheid: er wordt een gecontroleerd onderzoek uitgevoerd, ben ik juist aan het
onderzoeken.
o Experimentele groep: proefpersonen die worden blootgesteld aan de hypothese
o Controlegroep: proefpersonen die niet aan deze hypothese wordt blootgesteld
3. Systematische gegevens: verzamelen van alle gegevens, stap na stap, zodat anderen via dezelfde
manier kunnen onderzoeken
4. Hypothese verwerpen of aanvaarden: het analyseren van de resultaten leidt tot het aannemen of
verwerven van de resultaten.
5. Publiceren, bekritiseren en herhalen: de resultaten worden gepubliceerd en erna kunnen ze
bekritiseerd worden of kan het onderzoek herhaald worden. De wetenschappelijke uitkomsten
moeten steeds kunnen worden weerlegd (=falsificatieprincipe: een theorie is waar, tot deze kan
weerlegd worden. Hierdoor is elke uitkomst van een wetenschappelijk onderzoek juist en correct
tot er een ander resultaat is).
,Bv. de gezondheid door corona op een systematische manier onderzoeken door effectief mensen te
bevragen.
Een wetenschappelijke studie kan op basis van kwantitatieve of kwalitatieve onderzoeken:
- Kwantitatief: verbanden zoeken (=als 1 iets zich voordoet, zal het ander zich ook voordoen),
relaties (= er is minder zekerheid dat het ander zich ook zal voordoen), feiten en er worden ook
hypothesen gemeten.
Bv. euthanasie: de vraag ervoor is afhankelijk van de aandoening, het aantal die er om vraagt.
- Kwalitatief: in diepte, proberen te begrijpen waarom iemand bepaalde beslissingen nemen.
Bv. wat maakt dat kankerpatiënten kiezen voor euthanasie, gaan bevragen wat het probleem is.
Voorbeeld examenvraag: Is kwantitatief onderzoeken beter dan kwalitatief onderzoeken?
Kwantitatief onderzoek is evenwaardig aan kwalitatief onderzoek, maar is afhankelijk van uw hypothese:
het is een andere manier om uw onderzoek te doen.
Onderzoeksmethoden
Er zijn verschillende soorten psychologisch onderzoek:
- Experimenten: bv. warmte testen aan de vingers bij mensen die minder goed kunnen zien, om zo
te kijken of warmte kan helpen.
- Correlatieonderzoek: als het ene zich voordoet, wat doet er zich dan nog allemaal voor.
- Survey: bevragingen bij mensen.
- Natuurlijke observatie: kinderen bekijken hoe ze reageren op bepaalde kleuren of geluiden.
- Gevalstudies: een fictieve case voorleggen om daarvoor een oplossing te vinden.
Het doel van deze wetenschappelijke methode is om op een systematische manier kennis te verzamelen.
Maar er ligt niet 1 specifieke methode ten grondslag aan alle ware theorieën, er is niet 1 juiste manier van
onderzoek doen. Alle methoden hebben hun eigen beperkingen.
R-O-S
Psychologie gaat over gedrag (R): alle waarneembare aspecten van het menselijk functioneren: wat iemand
zegt of doet of wat iemand net niet zegt of doet. Gedrag is een doelgerichte reactie van een individu op
een zinvol ervaren situatie. Bv. waarnemen hoe iemand reageert of niet reageert wanneer iemand in het
openbaar in elkaar zakt; helpen of gewoon voorbijlopen.
Psychologie gaat over de mentale processen/ interne factoren (O): wat voorafgaat en wat niet zichtbaar is.
Het zijn de psychische processen binnen de persoon zelf, de emoties, zaken die je geleerd of onthouden
hebt, je denkproces. Hier kan verwarring ontstaan doordat het niet zichtbaar is hoe iemand zich voelt.
Psychologie gaat over de externe factoren/ stimuli (S): de factoren die buiten jouw persoon liggen en
waarop je reageert, welke impact de omgeving heeft op jou, de prikkels.
2
, Subdomeinen
= de onderwerpen waarmee we bezig zijn.
Functieleer of algemene psychologie = onderzoekt men algemene cognitieve processen die het gedrag
mogelijk maken, de waarnemingen, het leerproces het geheugen, de motivatie, de emotie…
Bv. welke lijnen zijn het langst?
Persoonlijkheidsleer = de differentiële psychologie = persoonlijkheidspsychologie = individuele psychologie.
De verschillen tussen de mensen en de verschillende karakters van mensen wordt onderzocht door bv.
persoonlijkheidsvragenlijsten.
Sociale psychologie = de sociale invloeden op ons gedrag, de invloed van anderen en van sociale situaties
op het waarnemen, het leren, het presteren van een individu, maar ook dezelfde processen met betrekking
tot anderen. Bv. wat maakt dat mensen hulp bieden of geen hulp bieden.
Bv. violist in de metro experiment: een bekende violist waarbij een toegangsticket tot het concert normaal
minimum 100€ kost, speelde een gratis concert in de metro. Daarbij had bijna niemand interesse in het
gratis concert, of dat een beroemde artiest daar stond.
Bv. smokey room experiment: je zet mensen samen in een kamer waar het brand en kijkt of de persoon
zich laat beïnvloeden door de groep of de kamer verlaat voor zijn eigen veiligheid. Resultaat was dat bijna
iedereen lang genoeg bleef zitten om negatieve gevolgen te ervaren als het effectief brandde.
Levenslooppsychologie = onze persoonlijkheid is het resultaat van een ontwikkelingsproces van baby naar
bejaarde. De studie van de ontwikkeling van de mens van geboorte, of verwekking tot de dood en welke
impact dit heeft op onze omgeving.
Neuropsychologie = houdt zich bezig met de functies van het brein en de relatie daarvan met het gedrag.
De voornaamste bron van informatie zijn de mensen met een hersenbeschadiging. Doordat de hersenen
complexe structuren bevatten, is het vaak het eenvoudigst om de hersenen te onderzoeken aan de hand
van geblokkeerde of verzwakte elementen, bv. mensen met alzheimer.
Onderscheid maken tussen:
- Theoretische psychologie: onderzoek dat inzicht wil verwerven in het menselijk gedrag en de
wetenschappelijke nieuwsgierigheid wil bevredigen, via experimenten of observaties.
- Toegepaste psychologie: vertrekt vanuit problemen die voortkomen uit de praktijk, het steunt zich
op inzichten uit de theoretische psychologie (de theorie op de praktijk toepassen). Voorbeelden:
o Klinische psychologie: diagnostiek en behandeling van emotionele en gedragsproblemen
o Arbeidspsychologie: bestudeert de relatie tussen de mens en zijn werk
o Schoolpsychologie: men richt zich op diagnostiek en interventie met betrekking tot leren
en studiekeuze
3
, Samengevat
De psychologie bestudeert het gedrag en de mentale processen van de mens op een wetenschappelijke
manier. Ze doet dit op een betrouwbare, doelgerichte en systematische wijze en verschilt daarin met de
mensenkennis.
De psychologie probeert het menselijk functioneren te beschrijven, te verklaren, te voorspellen en te
beïnvloeden. Hiervoor kan men een aantal verschillende onderzoeksmethodes hanteren, zoals de
observatie, het interview en enquête, de gevalsstudie, de psychologische test en het experiment.
Binnen de psychologie bestaan verschillende deeldomeinen die elk een andere invalshoek hanteren bij het
bestuderen van het onderwerp van de psychologie. Zo is er de functieleer of algemene psychologie, de
sociale psychologie en de levenslooppsychologie.
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller inasegers. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.97. You're not tied to anything after your purchase.