1.1 Stofeigenschappen
Als je een stof wilt ruiken moet je niet je neus er vlak bij houden, maar de geur naar je toe
wapperen met je hand. Dit moet omdat als het een sterke of irriterende geur dan gaan je
slijmvliezen van je neus en je longen irriteren. De eigenschappen waaraan je een stof kan
herkennen worden stofeigenschappen genoemd. Voorbeelden hiervan zijn: Geur, kleur, smaak
en brandbaarheid. Een stof kan gevaarlijk zijn als je: De stof inademt, inslikt, op je huid, ogen
of kleren krijgt, met vuur bij de stof en als je het met een andere stof mengt. Een
gevarensymbool is een pictogram die aangeeft of het gevaarlijk is en wat er gevaarlijk aan is
(blz. 17 figuur 3). Berg gevaarlijke stoffen goed op, bij speciale soms in een speciale kast of
kluis met eventueel ene afzuigsysteem. Je hebt H en P zinnen. Een h-zin geeft aan voor welk
gevaar je moet oppassen (h = hazard = gevaar). P-zin geeft aan wat voor
veiligheidsmaatregelen je moet treffen (p = precaution = voorzorgmaatregel).
1.2 Zuivere stoffen en mengsels
Als er 2 of meer stoffen in een product zit heet het altijd een mengsels. Als het maar uit 1 stof
bestaat noem je het een puur/zuivere stof. We noemen het alleen zuiver. Zuivere stoffen
voorbeelden: wit kopersulfaat en gedestilleerd water. Bron water is geen zuivere stof want er
zitten ook mineralen bij en sieraden bestaan bijna nooit uit puur goud want dat is meestal te
zacht. Soms moet je weten wat de precieze samenstelling/hoeveelheid van een mengsel is. Bij
drinkwater wordt bijvoorbeeld de concentratie van de opgeloste stoffen vaak aangeven in
milligram per liter. De concentratie is de precieze hoeveelheid van een stof in een andere stof
(blz. 22 figuur 2). Een oplossing is als je een vaste stof mengt met een vloeistof die na flink
roeren niet troebel wordt. De vloeistof heet dan een oplosmiddel. De stof die erin zit heet de
opgeloste stof, zoals suiker in je thee. Stoffen bestaan uit moleculen, dat zijn hele kleine
deeltjes. Moleculen van de opgeloste stof die mengen zich met de stoffen van het oplosmiddel
en worden hierdoor aan alle kanten omringd. Als een mengsel troebel wordt en na een tijdje
ontmengt kan het geen oplossing zijn en is het een suspensie. Voorbeelden zijn: antiklitspray,
water en olie en verf. Afmetingen van moleculen worden gemeten in nanometer. 1 nanometer
is een miljardste deel van een meter: 1nm = 0,000 000 001m. Watermolecuul is 0,15nm. Een
suikermoleculen hebben een diameter van 1nm. Een watermolecuul is 300 miljoen keer zo
klein als een pingpongbal. Moleculen zijn zo klein dat ze de openingen van een filter kunnen
passeren ook al kan je hem niet met het blote oog zien. Je kan stoffen van elkaar op meerdere
manieren scheiden. Filteren en extraheren. Filteren: suspensie op een filterpapiertje gieten dat
in een trechter of in een andere filterhouder zit. De vloeistof gaat er door heen, maar de vaste
deeltje blijven achter op het filterpapier, is het residu. Wat er doorheen gaat is het filtraat.
Extraheren betekent uitrekken dat doe je door bijvoorbeeld om parfum te maken. Je legt dan
in een filterrozen blaadje en daarna een geschikte vloeistof er overheen gieten, het filtraat
neemt dan een beetje de geur en de kleur van de blaadjes aan. De vloeistof heb je dan gebruikt
als oplosmiddel om de geuren en kleurenstoffen uit het bloempje te halen (extraheren). Vetten
en oliën lossen niet in water op wel in alcohol of in wasbenzine (blz. 24). In scheikunde wordt
alcohol, ethanol genoemd. Volumeprocent is het percentage van een zuur in het totale
volume, dus het hele product (blz.24). Voorbeelden van corrosieve stoffen staan op blz.25.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller 137393. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.23. You're not tied to anything after your purchase.