Samenvatting Geschiedenis H2
Algemeen
Het gaat over de gouden 17e eeuw
Het tijdvak = Regenten & Vorsten
Van 1600-1700
In 1585 werd Antwerpen ingenomen door de Spanjaarden, daardoor migreerde ze naar
Amsterdam en kwam de Gouden eeuw tot stand.
In 1588 ontstond de Republiek.
Dit is de overgang van de Middeleeuwen naar de moderne tijd
2.1 Handel en nijverheid in de Republiek
Doordat de Spanjaarden, Antwerpen aanvielen migreerden ze naar Amsterdam, omdat ze
daar tolerant waren en geloofsvrijheid hadden. Amsterdam breidde zich zo uit tot een
grotere stad. De 1e handel vindt plaats in het Oostzeegebied, daarin werd veel in graan, hout
en koper gehandeld. Nederland/Republiek werd rijk door deze handel, het heet
moedernegotie. De naam moedernegotie komt omdat het de moeder is van de handel. De
graan en het hout werden opgeslagen op de stapelmarkt. Nederland had kapitalisme, dat is
het gericht zijn op maken van winst. Ze hadden dit omdat ze gingen investeren.
Je kunt zien of iemand rijk is door te kijken naar kleding, huis, porselein, portretten en of
degene dik was, want dat had je veel eten. Er werd steeds meer geproduceerd voor export
en steden gingen zich specialiseren. Dat is het specialiseren in een bepaald product. Van het
graan van de Oostzeehandel kon Nederland/Republiek zich goedkoop voeden. Boeren
zochten andere producten om zich in te specialiseren: melk, kaas, hennep of turf. Ze haalden
de producten van de moedernegotie. Dit is het commerciële deel van de landbouw, omdat
ze er geld mee verdiende. Het bestuur van de republiek zag er zo uit: Raadpensionaris (Johan
van Oldenbarnevelt), de Staten-Generaal (een groep mensen van de zeven Gewesten),
stadhouder (van Holland) en de regenten -> bestuurders van een stad (handelaren en
kooplieden). In 1602 ontstond de VOC. De VOC wil handelen in de oost, omdat Spanje en
Portugal daar domineren. De VOC wil met hun samenwerken voor onder ander macht, om
ruzie tussen de handelaren in de Republiek wil voorkomen en om concurrentie te bieden. De
Staten-Generaal geeft de VOC bij het oprichten een aantal rechten. Zo kregen ze
handelsmonopolie en ze mochten oorlog voeren en contracten sluiten met anderen.
Handelsmonopolie is het recht om als enige handel mag drijven met een bepaald gebied. De
VOC mag ook geweld gebruiken om handelsverdragen af te dwingen. De aandeelhouders
van de VOC maakten winst in Japan en Indonesië doordat ze mee-eigenaren zijn. De VOC
verdient vooral geld doordat ze controle hadden over de interaziatische handel. Dat is de
handel tussen Japen en Indonesië. Om de voorraden bij te vullen gingen ze naar Kaap de
Goede hoop. Moedernegotie handelde in graan en hout, de VOC in specerijen, thee, zijde,
porselein en opium. De WIC handelede in koffie, cacao, slaven, wapens en tabak. Een
handelsfactorij is een opslagplaats voor goederen en ze regelde de lokale handel. De WIC
onstond in 1621. Ze handelde in de west, waardoor er een wereldeconommie ontstaat, de
Trans-Atlantische slavenhandel/driekhoekshandel. Ze handelde zo: VS -> EU =Koffie, tabak,
suiker. EU->AF =wapens. AF -> VS =slaven, die gingen werken op plantages.
2.2 Cultuur en samenleving in de Republiek
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller 137393. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.24. You're not tied to anything after your purchase.