INSOLVENTIERECHT
met inbegrip van het beslag- en executierecht
INLEIDING
Oorspronkelijk: “Voorrechten en hypotheken”
- Boek III, Titel XVIII B.W.
- = de hypotheekwet (1851 !!)
- = 4 quasi-autonome instituten:
o Gehouden zijn tot schuld: SA – SE
o Voorrechten (wettelijke preferenties)
o Onroerende publiciteit
o Hypotheekrecht
Verruiming: “Zekerheidsrechten”
- ‘overeenkomsten’ die zekerheid geven
- 2 soorten:
o Persoonlijke zekerheidsrechten
o Zakelijke zekerheidsrechten
Overzicht: 7 delen
I. Het vermogen
II. Het beslag- en executierecht
III. De vermogensvereffening
IV. De klassieke voorrechten
V. De zekerheidsovereenkomsten
VI. De informatiesystemen m.b.t. het vermogen
VII. De hypotheek
1
,B. Keskin 2RPR C 2019-2020
DEEL I: HET VERMOGEN
Hoofdstuk 1: het vermogensbegrip
Hoofdstuk 2: de juridische functie van het vermogen
Hoofdstuk 3: het verhaalrecht van de schuldeisers
Hoofdstuk 4: het vermogen als verhaalsobject
Hoofdstuk 5: het bestuur van het vermogen
Hoofdstuk 1: het vermogensbegrip
Definitie: “vermogen”
- = “geheel van goederen en rechten, in geld waardeerbaar, dat aan een bepaald
rechtssubject toebehoort”
Klassieke theorie omtrent ‘het vermogen’
4 regels:
- Alle rechtssubjecten hebben een vermogen
- Een rechtssubject heeft slechts 1 vermogen
- Apart vermogen vereist apart subject (persoon)
- Alleen rechtssubjecten hebben een vermogen
Recente theorie omtrent ‘het vermogen’
= soepeler: vermogen staat centraal i.p.v. subject
(voorbeeld: advocaat/dokter met vennootschap)
2
,B. Keskin 2RPR C 2019-2020
Hoofdstuk 2: de juridische functie van het vermogen
Principe
- Art. 7 & 8 Hyp.W.
Art. 7 Hyp.W.: “Ieder die persoonlijk verbonden is, is gehouden zijn
verbintenissen na te komen onder het verband van al zijn goederen, hetzij
roerend hetzij onroerende, zo tegenwoordige als toekomstige.”
= de ondeelbaarheid van het vermogen
Art. 8 Hyp.W.: “De goederen van de schuldenaar strekken tot
gemeenschappelijke waarborg voor zijn schuldeisers, en de prijs ervan
wordt onder hen naar evenredigheid van hun vordering verdeeld, tenzij er
tussen de schuldeisers wettige redenen van voorrang bestaan.”
= het gemeenschappelijk onderpand voor alle SE
Hoofdstuk 3: het verhaalrecht van de schuldeisers
Principe
- Schuldeisers (SE) kunnen verhaal nemen op vermogen van hun debiteurs (SA)
= gemeenschappelijk onderpand
MAAR:
GEEN “zakelijk recht”
GEEN “volgrecht”
ENKEL “stil pandrecht”
1) Geen zakelijk recht: SE w niet eigenaar vh V -> SA kan verkopen/schenken
vb. stel SA heeft enkele auto’s (wil deze veiligstellen) -> nr platen terugsturen +
auto veiligstellen bij een vriend (kan!)
2) Geen volgrecht: SE ziet ten tijde de SA met een Mercedes, … SA kan niet zeggen
“die Mercedes moet je bijhouden!”
3) Als pandhouder kan je aan de rechter vragen om pand ten gelden te maken
(=pandverzilvering)
Het verhaalrecht kan verschillende vormen aannemen
- (uitvoerend) beslag
- Faillissement
- Pandverzilvering
- Overdracht van schuldvordering als zekerheid
- Rechtstreekse vordering
3
, B. Keskin 2RPR C 2019-2020
Hoofdstuk 4: het vermogen als verhaalsobject
Principe
- Vermogen van debiteur (SA) is onderpand voor schuldeisers (SE).
Op moment dat men verhaalsrecht uitoefent
Enkel stilzwijgend pandrecht
LET OP:
Onbeperkte zakelijke subrogatie/fluctuaties
Géén volgrecht
Wél preventiemaatregelen mogelijk (vb. bewarend beslag)
Onverdeeldheid en gemeenschap
- Dat goederen onverdeeld zijn, heeft NIET tot gevolg dat zij aan het verhaalsrecht
van de SE van een deelgenoot worden onttrokken.
Regel: - geen uitwinning mogelijk
- wel beslag (tot zekerheid) mogelijkheid
Maar: art. 815 B.W.
vb. onverdeelde eigendom
vb. huwelijksgemeenschap
vb. vennootschap
vb. Familie + kinderen A-B-C
A B C
(vermogen) (schuld van 100.000) (vermogen)
B: heeft café + gaat failliet: schuld van 100.000 aan KBC maar B heeft GEEN vermogen
ouders sterven: nalatenschap = huis
KBC gaat B opvolgen voor vermogen --> zien dat B onverdeelde eigenaar is geworden
van een huis: wat gaat KBC doen? Kunnen zij beslag leggen?
Ja, KBC kan beslag leggen op dat huis maar het huis is niet enkel van B maar ook
van A en C
--> overheid heeft een tussenoplossing gevonden
--> art. 815 B.W. (niemand kan verplicht worden in onverdeeldheid te blijven)
= onverdeeldheidstreding!
--> Bij OG geen betwisting: Rb gaat een notaris aanstellen -> zal deelgenoten
uitnodigen en voorstellen doen:
A: wil huis niet kopen
B: kan niet kopen want geen geld
C: wil huis NIET kopen dan openbaar verkoop
C: wil huis WEL kopen prijs: akkoord --> verdeeld tss A en B:
dan kan KBC beslag leggen op vermogen van B
(beslag leggen: GDW naar B om papier te tekenen zodat
zij niets meer kan verkopen)
KBC kan art. 815 BW niet opeisen, enkel mede-eigenaars vh huis kunnen dat!
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller aron4562. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.97. You're not tied to anything after your purchase.