1.2 De ondernemingsrechtbank
1.2.1 Samenstelling
- Er zijn 9 ondernemingsrechtbanken met meerdere afdelingen
- Samenstelling?
o Voorzitten (beroepsmagistraat)
o Twee lekenrechters = rechters in ondernemingszaken
(>bedrijfsleven, geen juridische opleiding, wel voeling met de
praktijk)
o Griffier
o Soms: magistraat vh OM (parket)
PdK
Substituten
1.2.2 Bevoegdheden
- Alle geschillen tussen ondernemingen (cfr. Art. I. 1, 1° WER)
(=algemeen)
- Een vordering ingesteld door een niet-onderneming tegen een
onderneming (niet (Vrederechter/REA))
- Daarnaast ook geschillen tss vennoten, faillissementen, …
(=specifiek)
!Vb. meerkeuzevraag
1.2.3 Procedures
- 3 kernmomenten
o Dagvaarding
o Openbare terechtzittin
o Vonnis
- Of eventueel verkorte en buitengewone procedures
1.3 Het bewijs in ondernemingszaken
1.3.1 Algemene regels
- Ter herinnering: bewijs in het burgerlijk recht:
o Actorio incumbit probatio => degene die iets beweert, moet
bewijs leveren
o Verbintenissen uit overeenkomst (waarde > 375 EUR) enkel
via schriftelijke bewijzen (art. 1341 BW)
o Materiële feiten via getuigen en vermoedens
- Ondernemigsrecht: bewijs veel soepeler en vrijer (art. 1384bis
BW):
o Bewijs tussen of tegen ondernemingen: kan ook bewezen
worden met getuigenissen en vermoedens tenzij de wet
anders bepaalt.
o In sommige gevallen wel schriftelijk bewijs vereist, vb. m.b.t.
het bestaan van een vennootschap met rechtspersoonlijkheid
,1.3.2 BOEKHOUDING (bijzondere bewijsmiddelen)
- Art. III.82 WER: “Elke onderneming moet een boekhouding voeren
die past bij de aarde en de omvang van het bedrijf.”
- Art. III.83 WER:“De boekhouding omvat al hun verrichtingen,
bezittingen en rechten van welke aard ook, en hun vorderingen,
schulden en verplichtingen van welke aard ook.”
- Boekhouding?
o Voor het bedrijf: beleidsinstrument met tal van
bedrijfsgeheimen
o Juridisch: bijzonder bewijsmiddel
- Bewijskracht van de boekhouding
o Rechter oordeelt soeverein of hij boekhouding aanvaardt als
bewijs
o Onderscheid:
- Procedureel gebruik van de boekhouding
o Openlegging:
= kennis geven van geheel of gedeelte vd boekhouding
= tonen van relevante passages
= kan op verzoek of ambtshalve worden bevolen
o Splitsing: Boekhouding met niet ten nadele vd onderneming
worden gesplitst (art. 1384bis BW).
1.3.3 FACTUUR (bijzondere bewijsmiddelen)
= geschreven stuk dat de bevestiging inhoudt van een schuldvordering in
geld wegens de levering van goederen of diensten
- opgesteld door leverancier
- bezorgd aan klant
- vormvereisten en gebruik: nauwelijks gereglementeerd door
ondernemingsrecht, maar wel in de BTW- wetgeving (cfr.
Vermeldingen)
Algemeen + Inhoud
, - Basisregel
o BTW-plichtigen reiken een factuur uit voor de door hen
verrichte levering van goederen en voor de door hen
verstrekte diensten
o Geen verplichting om factuur te maken bij verkoop/levering
aan klanten-verbruikers (consument kan het wel vragen)
- Inhoud van de factuur:
o Het woord factuur
o Factuurdatum
o Volgnummer factuur
o BTW-identificatienummer van leverancier/dienstverrichter
o BTW-identificatienummer van afnemer
o Datum levering goed of verrichting dienst
o Toegepast BTW-tarief
o BTW-bedrag
Factuur:
* Verplichte vermeldingen? (zie factuur primahuis)
* Wetgeving? (KB nr 1. over wetboek van BTW: staat vermeld in
p.3136WB - art. 5)
* Een verplichte melding staat niet in artikel 5 KB? het woordje
‘FACTUUR’
Bewijskracht factuur
- Tegen de leverancier:
o Factuur bewijst de overeenkomst (meestal koop-verkoop) met
de vermelde voorwaarden van prijs, kwaliteit en levering.
- Tegen de klant- onderneming:
o factuur kan aangewend worden tegen een klant-onderneming
op voorwaarde dat deze de factuur aanvaardde (art. 1348bis
§4 BW).
o Aanvaarding kan stilzwijgend of uitdrukkelijk: vb betalen van
factuur, niet-tijdig protesteren factuur, inboeken van factuur,..
o De klant-onderneming wordt geacht de factuur te protesteren
binnen een redelijke termijn als hij het niet eens is met de
inhoud
- Tegen de klant- consument:
o factuur is geen bewijs, dus best werken met bestelbon of
overeenkomst vooraf
o Ook best protesteren, zoniet ‘omstandig stilzwijgen’ = feitelijk
vermoeden van aanvaarding
!! Nieuw artikel 1348bis BW: regelt bewijsrecht door en
tegen ondernemingen (zie schema BB)
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller aron4562. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.85. You're not tied to anything after your purchase.