Bestuursrecht: Rechtsbescherming – video’s week 5
Uitspraak van de bestuursrechter
Inhoud
Termijn, vorm en inhoud uitspraak.........................................................................................................2
Het dictum van de uitspraak en nevendicta.............................................................................................4
Finale geschilbeslechting........................................................................................................................9
De bestuurlijke lus (Afd. 8.2.2a Awb)..................................................................................................13
Introductie Brummen-lijn.....................................................................................................................16
Verdieping Brummen-lijn.....................................................................................................................19
Introductie
Een beroepsprocedure bij de bestuursrechter eindigt met een uitspraak van de rechter. Deze week staat
centraal welke instrumenten de bestuursrechter ter beschikking staan bij het doen van een uitspraak.
Klassiek is de bevoegdheid om het bestreden besluit te vernietigen. Tegenwoordig staan rechterlijke
uitspraakbevoegdheden veelal in het teken van de mogelijkheden van de rechter om het geschil finaal /
definitief te beslechten. Deze week wordt besproken wanneer sprake is van finale geschilbeslechting
en welke instrumenten de bestuursrechter heeft om tot een finale beslechting van het hem voorgelegde
geschil te komen.
,Termijn, vorm en inhoud uitspraak
Deze video gaat over de uitspraak van de bestuursrechter en gaat in op de vraag binnen welke termijn
de uitspraak moet worden gedaan, welke vorm een uitspraak kan hebben en welke criteria er aan de
inhoud van een uitspraak zijn gesteld. Afd. 8.2.6 Awb bevat bepalingen over de uitspraak. In deze
video komen die artikelen aan bod. Het is raadzaam deze bepalingen grondig te bestuderen.
Terminologie
In de Awb wordt het oordeel van een bestuursrechter op het ingestelde beroep aangeduid met de term
‘uitspraak’. Men spreekt dus, anders dan in het civiele recht en in het strafrecht, niet van ‘vonnissen’
of ‘arresten’. De term ‘uitspraak’ wordt zowel gebruikt bij beroep in eerste aanleg als bij hoger beroep.
Sinds de inwerkingtreding van de Wet aanpassing bestuursprocesrecht op 1 januari 2013 kent de Awb
ook de mogelijkheid van een tussenuitspraak als de bestuursrechter de bestuurlijke lus toepast.
Termijn en vorm uitspraak
De bestuursrechter kan schriftelijk of mondeling uitspraak doen.
- In de praktijk blijkt dat schriftelijke uitspraak de hoofdregel is, al is er de afgelopen jaren wel
veel aandacht voor mondelinge uitspraken, vanwege de duidelijkheid, snelheid en efficiëntie
ervan.
Schriftelijk
o Termijn: binnen 6 weken na de sluiting van het onderzoek (art. 8:66 lid 1
Awb). Concreet betekent dit dat de rechter na de sluiting van het onderzoek
ter zitting zes weken heeft om uitspraak te doen. Deze termijn kan overigens
worden verlengd met ten hoogste 6 weken (art. 8:66 lid 2 Awb).
o De termijnstelling voor het doen van een uitspraak is een ‘termijn van orde’.
Op overschrijding daarvan staat geen sanctie. Verder is het goed te beseffen
dat de Awb geen termijn voorschrijft voor de afhandeling van een zaak.
Anders gezegd: er is in zijn algemeenheid niet bepaald hoeveel tijd er mag
verstrijken tussen de ontvangst van een beroepsschrift en de uitspraak.
o In een bijzondere wet kan overigens wél een termijn aan de behandeling van
een zaak zijn gesteld. Een voorbeeld hiervan is een beroepszaak tegen de
vaststelling van een bestemmingsplan. Uit art. 8:2 lid 2 Wet ruimtelijke
ordening volgt dat de ABRvS moet beslissen binnen twaalf maanden na
afloop van de beroepstermijn.
Mondeling
o Termijn: onmiddellijk na de sluiting van het onderzoek ter zitting met
mogelijkheid van verdaging voor ten hoogste een week (art. 8:67 lid 1 Awb).
o Van een mondelinge uitspraak wordt door de griffier een proces-verbaal
opgesteld (art. 8:67 lid 3 Awb).
- Een schriftelijke uitspraak of een proces-verbaal van een mondelinge uitspraak wordt
kosteloos naar partijen gezonden. Dit dient binnen twee weken na de dagtekening te gebeuren.
Ook dit is een termijn van orde: op overschrijding staat wederom geen sanctie.
- De datum van verzending van een uitspraak of proces-verbaal is van cruciaal belang voor de
aanvang van de hoger beroepstermijn (art. 6:8 Awb + schakelbepaling art. 6:24 Awb). Deze
datum geldt als de bekendmaking van de uitspraak aan partijen.
2
,Openbaarheid uitspraak
- Een deel van de uitspraken van de bestuursrechter wordt gepubliceerd op www.rechtspraak.nl.
Er is gepleit voor het openbaar maken van alle uitspraken, maar dat is nog niet het geval.
Het plaatsen van rechtszaken op rechtspraak.nl gebeurt aan de hand van een aantal
selectiecriteria.
o Uitspraken van de hoogste bestuursrechters worden in principe allemaal
gepubliceerd, tenzij de zaak kennelijk ongegrond of kennelijk niet-
ontvankelijk is verklaard, of wanneer alleen gebruik is gemaakt van een
standaardformulering voor het afdoen van de zaak.
o Uitspraken van rechtbanken worden zoveel als mogelijk gepubliceerd voor
zover daarin niet uitsluitend standaardoverwegingen zijn gebruikt.
Uiteraard wordt bij de publicatie op rechtspraak.nl anonimisering toegepast.
- Een ander aspect van de openbaarheid van uitspraken is dat zij in het openbaar worden
uitgesproken.
Dit is in de Awb voor zowel schriftelijke als mondelinge uitspraken dwingend
voorgeschreven:
o Schriftelijk: art. 8:78 Awb
o Mondeling: art. 8:67 lid 5 Awb
Dit betekent niet dat een uitspraak integraal wordt voorgelezen: het voorlezen van de
beslissing (het dictum) volstaat.
Inhoud uitspraak
- Schriftelijke uitspraak (art. 8:77 lid 1 Awb)
Namen partijen
Gronden beslissing (motivering)
o De opbouw hiervan is niet wettelijk voorgeschreven, maar kent vaak wel een
vast stramien. Eerst is er een beschrijving van het procesverloop, vervolgens
volgen de overwegingen van de rechter. Ook hierin is een vaste volgorde:
eerst een bespreking van de bevoegdheid van de rechter en vervolgens de
ontvankelijkheid van het beroep (uiteraard alleen als deze punten een
bespreking behoeven). Vervolgens een omschrijving van het daadwerkelijke
geschil, het wettelijke kader, de standpunten van partijen en de eigenlijke
beoordeling, gevolgd door een conclusie.
Beslissing (dictum)
Na(a)m(en) rechter(s)
Dag waarop de beslissing is uitgesproken
Rechtsmiddelverwijzing
- Mondelinge uitspraak (art. 8:67 lid 2 en 3 Awb)
Gronden beslissing (motivering)
Beslissing (dictum)
Het is overigens wel opvallend dat bijv. een rechtsmiddelverwijzing niet in een proces-verbaal van een
mondelinge uitspraak hoeft te staan – althans, dat is in art. 8:67 Awb niet dwingend voorgeschreven.
3
,Het dictum van de uitspraak en nevendicta
De beslissing van de bestuursrechter op het ingestelde beroep wordt ook wel aangeduid als het
‘dictum’. Deze video gaat over het dictum van de uitspraak en gaat ook in op de zogenoemde
nevendicta.
Het dictum van de uitspraak
- De bestuursrechter kan bij zijn beslissing op het ingestelde beroep kiezen tussen vier
hoofddicta. Deze staan limitatief opgesomd in art. 8:70 Awb.
- De uitspraak strekt tot:
a) onbevoegdverklaring van de bestuursrechter,
b) niet-ontvankelijkverklaring van het beroep,
c) ongegrondverklaring van het beroep,
d) gegrondverklaring van het beroep.
Onbevoegdverklaring van de bestuursrechter
De bestuursrechter verklaart zich onbevoegd als het geschil dat aan de bestuursrechter is voorgelegd
door een andere bestuursrechter moet worden beslecht.
- Eerder in het vak is uitgebreid aandacht besteed aan de regels van de absolute en relatieve
competentie uit Hoofdstuk 8 Awb en de bijbehorende bijlagen.
- Als een beroepsschrift is verzonden naar een onbevoegde bestuursrechter volgt uit art. 6:15
Awb de verplichting om het beroep door te zenden aan de bevoegde instantie. Een
onbevoegdverklaring als dictum zal in de uitspraak daarom niet vaak voorkomen. Een
onbevoegdverklaring wordt alleen uitgesproken in zaken waarin het ‘lastig’ ligt.
- Een recent voorbeeld is het volgende:
Het CBb is onbevoegd om kennis te nemen van besluiten op grond van de AVG. Naar
de letter brengt artikel 4 van de Bevoegdheidsregeling met zich dat tegen een besluit
van de Kamer van Koophandel op grond van de AVG beroep zou kunnen worden
ingesteld bij het CBb. Uit de totstandkomingsgeschiedenis van de Uitvoeringswet
leidt het College echter af dat dit niet de bedoeling van de wetgever is geweest.
“Het College zal zich onbevoegd verklaren en het beroep doorsturen aan de bevoegde
rechtbank, de rechtbank Rotterdam.”
- De bestuursrechter zal zich ook onbevoegd verklaren als het geen voor beroep vatbaar besluit
betreft in de zin van art. 1:3 Awb. Het kan zijn dat degene die beroep tegen de handeling van
het bestuursorgaan heeft ingesteld dan bij de burgerlijke rechter terecht kan. De
bestuursrechter zal dat op grond van art. 8:71 Awb ook in zijn uitspraak moeten vermelden.
Het gevolg van deze beslissing is dat het bestreden besluit in stand blijft.
→ Gevolg onbevoegdverklaring van de bestuursrechter: het bestreden besluit blijft in stand.
Niet-ontvankelijkverklaring van het beroep
Als de bestuursrechter wél bevoegd is, moet hij in bepaalde gevallen het beroep niet-ontvankelijk
verklaren.
- De ontvankelijkheidsvereisten zijn uitgebreid aan de orde geweest in week 2:
1. Men moet bezwaar- of beroepsbevoegdheid hebben;
2. De inhoud van het bezwaar- of beroepschrift moet aan bepaalde eisen voldoen;
3. Het bezwaar of beroep moet binnen de bezwaar- of beroepstermijn zijn ingediend;
4. Men moet de verplichte voorprocedure volgen;
5. Men moet het griffierecht hebben betaald.
4
, - In week 3 werd duidelijk dat een beroep ook gedeeltelijk niet-ontvankelijk kan worden
verklaard als in beroep gronden worden aangevoerd tegen onderdelen van een besluit die
eerder in de voorprocedure niet bestreden zijn.
→ Gevolg niet-ontvankelijkheidsverklaring van het beroep: het bestreden besluit blijft in stand.
Ongegrondverklaring van het beroep
Pas als de appellant de drempels van de bevoegdheid en de ontvankelijkheid genomen heeft, komt hij
in aanmerking voor een inhoudelijk oordeel van zijn beroep.
- Het eerste inhoudelijke oordeel van de bestuursrechter is het dictum van de
ongegrondverklaring van het beroep. De bestuursrechter zal het beroep ongegrond verklaren
als alle beroepsgronden falen en de bestuursrechter ook overigens geen
rechtmatigheidsgebreken heeft ontdekt door middel van de ambtshalve toetsing van de regels
van openbare orde.
- Ook als de rechter wél een gebrek constateert, maar gebruik maakt van de bevoegdheid op
grond van art. 6:22 Awb om dit gebrek te passeren, zal het dictum ongegrondverklaring van
het beroep zijn.
- Voorbeeld:
“De rechtbank is niet gebleken dat er een mandaatbesluit aan het bestreden besluit ten
grondslag ligt, zodat dit besluit onbevoegd is genomen. Dit gebrek kan echter naar het
oordeel van de rechtbank met toepassing van artikel 6:22 van de Awb worden
gepasseerd …”
→ Gevolg ongegrondverklaring van het beroep: het bestreden besluit blijft in stand.
Gegrondverklaring van het beroep
Het laatste dictum dat volgens art. 8:70 Awb mogelijk is, is de gegrondverklaring van het beroep. Wat
zijn de gevolgen van deze beslissing voor het bestreden besluit?
- De rechtbank:
Verklaart het beroep gegrond (8:70 onder d Awb);
Vernietigt het bestreden besluit (8:72 lid 1 Awb).
o Een gegrondverklaring van het beroep brengt dus automatisch gehele of
gedeeltelijke vernietiging van het besluit met zich mee (art. 8:72 lid 1 Awb).
- Uit art. 8:72 lid 2 Awb volgt vervolgens dat vernietiging van een (gedeelte van het) besluit
vernietiging van de rechtsgevolgen van dat besluit met zich meebrengt. Het besluit heeft dus
rechtens nooit als rechtshandeling bestaan. Het besluit verdwijnt met terugwerkende kracht.
- Bij een kale vernietiging, waarbij de bestuursrechter niet de rechtsgevolgen in stand laat of in
de zaak voorziet, zijn partijen terug in de fase waar ze waren voordat het vernietigde besluit
werd genomen. Welke fase dat precies is hangt af van de voorprocedure die is gevolgd:
Als het bestreden besluit een beslissing op bezwaar betreft dient het bestuur opnieuw
op het bezwaar te beslissen.
Als het bestreden besluit een primair besluit is, bijv. een omgevingsvergunning, dan
zal het bestuur opnieuw op de aanvraag van die vergunning moeten beslissen.
- Uit de rest van art. 8:72 Awb volgt wat de bestuursrechter verder nog kan bepalen met
betrekking tot de gevolgen van de vernietiging. Het uitgangspunt hierbij is dat de
bestuursrechter het geschil zoveel mogelijk finaal beslecht. Die opdracht van de
bestuursrechter volgt uit art. 8:41a Awb.
5
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller cjjmm. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.25. You're not tied to anything after your purchase.