17.1 Zwangerschap
Tijdens de eisprong (ovulatie) vindt de uitstoting van een eicel uit de eierstok
(ovarium)plaats
Door het samensmelten van een eicel met een zaadcel (spermatozoön) die wordt
gevormd in de testes, ontstaat een embryo
De bevruchting vindt meestal plaats in de eileider (tuba), vanwaar de bevruchte eicel
zich verplaatst naar de baarmoeder (uterus) en zich daar innestelt in de slijmvlieslaag
(endometrium) die de binnenzijde van de baarmoeder bekleedt.
Dit slijmvlies wordt dik en voedsel gemaakt door de werking van de vrouwelijke
geslachtshormonen progesteron en oestron
Progesteron en oestron worden door de eierstok (ovarium) geproduceerd onder invloed
van de hypofysehormonen follikelstimulerend hormoon (FSH) en luteïniserend hormoon
(LH)
Na de innesteling (nidatie) groeit de bevruchte eicel erg snel d.m.v. celdeling.
Er vormt zich een moederkoek (placenta), die voorziet het groeiende embryo van alle
noodzakelijke voeding.
Na 7 weken gaat het embryo steeds meer lijken op een uitgegroeide baby. We spreken
dan over een foetus
Na ongeveer 9 maanden vermindert de werking van de placenta en komt de bevalling
(partus) op gang
, 17.1.1 Onvruchtbaarheid (infertiliteit)
Oorzaken waardoor er geen bevruchting kan plaats vinden:
De kwaliteit of hoeveelheid van de zaadcellen is onvoldoende (man)
- Oligozoöspermie => te weinig spermatozoa
- Azoöspermie => helemaal geen spermatozoa
Intra-uterien inseminatie
Sperma in de uterus inbrengen om toch een
bevruchting te laten plaats vinden
Intracytoplasmatische
sperma-injectie (ICSI)
Hierbij wordt de spermacel in de eicel geïnjecteerd
Afsluiting van de eileiders (vrouw)
Kan een gevolg zijn van:
- Sterilisatie
- Doorgemaakte ontsteking van de eileiders (salpingitis)
- Chlamydia- of gonokokken infectie => doorgang is verbindweefseld
In-vitrofertilisatie (IVF)
De eicel wordt uit het ovarium geoogst en buiten het
lichaam bevrucht.
De bevruchte eicel wordt teruggeplaatst in de uterus
17.1.2 Factoren
Voor het groeien en het uiteindelijk geboren worden van de baby is een aantal factoren van
belang:
- Erfelijke factor:
Ouders met afwijkingen in de chromosomen, dan kunnen er ziekten of gebreken bij
het kind aan het licht komen
- Groei van het kind:
Is uitwendig te bepalen of door een echoscopie (nauwkeuriger)
Is de vrucht te groot (positieve discongruentie)
Te kleine vrucht (negatieve discongruentie)
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller moniquedewit1. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.80. You're not tied to anything after your purchase.