Pediatrische neuropsychologie: volledige collegedictaat van alle HC
51 views 1 purchase
Course
Pediatrische Neuropsychologie (P_BPEDNEU)
Institution
Vrije Universiteit Amsterdam (VU)
Alle hoorcolleges (1 t/m 12 inclusief CVI) zijn hierin uitgebreid verwerkt met veel foto's, voorbeelden etc. Bevat informatie over de stof van het boek van Anderson et al. (2018).
HC-aantekeningen pediatrische neuropsychologie
(De stof voor het vak is: Boek + hoorcolleges + aanvullende literatuur + werkgroepen)
HC 1 Cerebrale ontwikkeling
Algemene principes centrale zenuwstelsel (CZS) ontwikkeling.
Wat we weten over de tijd is dat er een verandering heeft plaatsgevonden in de visie op hoe
het brein werkt.
o Wat oudere theorieën geven aan dat het brein meer modulair en gelokaliseerd is:
correlaties 1-op-1 tussen hersengebied en de functie, idee van modulaire
organisatie. Voor een gedeelte klopt dit ook wel, we weten bijvoorbeeld dat taal
best wel gelokaliseerd is en verschillende geheugenfuncties en aandacht weten we
dat bepaalde gebieden hierbij betrokken zijn, maar ook weten we door de komst van
imaging technieken dat het brein ook vooral een connectionistisch model is.
o (Nieuwer) connectionistisch model van het brein: complexe vaardigheden worden
gemedieerd door complexe neurale netwerken die zich over het hele brein
verspreiden. We weten ook dat verschillende hersengebieden en ook die
verschillende verbindingen betrokken zijn bij verschillende functies, dus zowel
morfologie (structuur van het brein) als connectiviteit (verbindingen tussen
hersengebieden) van belang. Dus bijvoorbeeld het idee dat bij de executieve functies
alleen de frontaalkwab bij betrokken is, is achterhaald.
Een andere verandering in de visie op werking van het brein is dat:
o Aan de ene kant werd gedacht dat er sprake is van een aangeboren specialisatie
(dus dat we weten dat er een bepaalde lateralisatie is voor taal).
o Maar er zijn ook ideeën dat gebieden verantwoordelijk kunnen zijn voor meerdere
functies: equipotentieel. Dit gaat over plasticiteit van het brein (komt terug in
college 3). Je ziet op het moment dat mensen hersenschade oplopen dat het
inderdaad zo is voor verschillende functies dat een bepaald gebied wat normaliter
niet verantwoordelijk zou zijn voor EF toch die functie gaat overnemen.
o Wat we vooral weten is dat (meer recente ideeën) het gaat om een interactieve
specialisatie: wanneer er een interactie is tussen aangeboren specialisatie en
omgevingsfactoren die maken dat het brein zich ontwikkelt. Dus het is wel zo dat
van tevoren het genetisch bepaald is dat bepaalde functies worden aangestuurd
vanuit bepaalde delen in het brein, maar ook dat de rijping van het brein afhankelijk
is van wat er gebeurt in de omgeving (rijping neurale netwerken). We weten ook dat
voor de geboorte als je zwanger bent als moeder en je bent aan het roken/drinken,
dat het brein van het kind anders ontwikkeld dan wanneer dat niet het geval is.
, 2
Volwassenen hebben een brein wat ongeveer 1,4 kilo is, bij de geboorte is het brein 400
gram. Het brein wordt vanaf je geboorte tot aan de volwassenheid ongeveer 3 tot 4 keer zo
groot, echter maakt de rest van je lichaam (ledematen bv.) een veel grotere groeispurt door,
dus zo zie je dat je brein al best ver ontwikkeld is zodra je wordt geboren. Heel groot deel
van de ontwikkeling van je brein vindt al plaats voor de geboorte, en dat is waar dit college
over gaat.
Hoe ziet dat brein eruit?
• Het neuron
Het brein bestaat voor een groot gedeelte uit neuronen, en die neuronen middels synapsen
maken verbindingen met andere neuronen en communiceren met elkaar via de
actiepotentialen (dus dat zijn elektrische signalen van 400 km/u) waarbij ofwel een activatie
of inhibitie plaatsvindt van het neuron via de axon naar de postsynaptische cel.
o Neuronen in de CZS
- 86 miljard neuronen
- Tot wel 10.000 synapsen per neuron
- Communicatie via actiepotentialen
- Witte stof: axonen + myeline (eigenlijk alleen myeline, want officieel valt de
axon zelf onder de grijze stof maar grootste gedeelte van axon bestaat uit
witte stof)
- Grijze stof: cellichamen (we noemen het grijze stof, maar in een leven brein is
het eigenlijk roze stof want het wordt flink doorbloedt en ziet het er roze uit)
o Gliacellen in CZS
- 1:10 verhouding neuron-gliacel: er zijn dus meer gliacellen dan neuronen,
maar dat wil niet zeggen dat er over het algemeen meer witte stof is dan
grijze stof, want die gliacellen zijn qua grootte wat kleiner dan de grijze stof
(de neuronen)
Daarnaast bestaat het brein ook uit gliacellen, o.a. voor:
- Aanmaak van witte stof, voeding, herstel bij schade
, 3
Cerebrale ontwikkeling
Er wordt een onderscheid gemaakt tussen hersenontwikkeling voor de geboorte (prenataal)
en ontwikkeling na de geboorte (postnataal).
o Prenataal
- Grofweg gezien zie je dat er prenataal vooral sprake is van structurele
formatie van CZS (= morfologie)
- Dit is vooral genetisch bepaald
- Als je dus verstoringen ziet (zoals een moeder die in aanraking is geweest
met bepaalde stoffen) dan zie je vooral afwijkingen in de morfologie, dus
abnormale cerebrale structuur
o Postnataal
- Vindt er ook een grote ontwikkeling plaats, vooral in de zin van
functionele rijping van CZS (= connectiviteit). Dus op zich zijn de
structuren al aangelegd uiteraard groeit dat nog wel, maar hetgeen dat
ontwikkelt is vooral de functie van het brein en de verbindingen tussen de
verschillende cellen en de verbindingen in termen van de witte stofbanen
die zich dan gaan ontwikkelen.
- Grotere invloed van omgeving en ervaringen en wordt steeds
belangrijker, we weten bijvoorbeeld dat het vormen dan die synapsen
afhankelijk is van de ervaringen die je hebt -> “if you don’t use it, you lose
it” dus de verbindingen die je niet gebruikt sterven af (dat heet
synaptische snoei/pruning). Ook die witte stof ontwikkelt zich onder
invloed van de omgeving en ook dendrieten zijn onder invloed van
omgevingsfactoren.
- Verstoringen: (door bijvoorbeeld hersenletsel of cerebrale infectie etc.)
zie je veelal abnormale ontwikkeling van verbindingen en functionele
neurale netwerken.
Het gaat niet helemaal op, maar dit is grofweg het verschil tussen prenataal en postnataal.
Rijping van het brein
Aantal verschillende processen hierbij,
o Enerzijds hebben we gebieden die zich in een additieve/lineaire ontwikkeling
stadium laten zien
- Toenemende gefaseerde groei
- Bijvoorbeeld toename van myelinisatie (witte stof), die start in bepaalde
delen van het brein al voor de geboorte en die kan doorgaan voor
sommige gebieden zoals het corpus callosum tot je 30e levensjaar en
verder myeliniseren
o Aan de andere kant hebben we een ‘Rise-and-fall’ patroon
- Er is sprake van een initiële overproductie gevolgd door eliminatie
- Dat moment waarbij het overgaat van overproductie naar eliminatie, daar
heb je een soort piek moment en dat noem je de gevoelige perioden /
‘fine-tuning’
- Dat geldt o.a. voor het aantal neuronen prenataal, dus voor de geboorte
zie je een enorme stijging in het aantal neuronen (neurogenese) en op
een gegeven moment is daar een piek en zie je dat het aantal neuronen
, 4
weer afneemt; dat geldt ook voor het aantal synapsen en dendrieten
postnataal (grijze stof).
Dus voor de witte stof geldt additieve/lineaire ontwikkeling, voor de grijze stof (zowel voor
neuronen en synapsen en dendrieten) daar geldt het rise-and-fall patroon. Met name die
synaptische snoei gebeurt onder invloed van de omgeving.
Hier zie je grofweg de ontwikkeling van de witte en de grijze stof, dit is de ontwikkeling van
het totale breinvolume en zie je in rood de ontwikkeling bij meisjes (7 t/m 19 jaar) en blauw
voor jongens. Breinvolume van jongens is groter dan dat van meisjes, mannen zijn ook
groter dus dat is ook in lijn met de grootte van hun lichaam. Bij pijltjes zie je het punt waar
de piek plaatsvindt in de groei, je ziet bij meisjes dat je rond je 11e levensjaar de groei van
het totale breinvolume (plaatje A) dat het dan stopt. Na je 11e levensjaar neemt het volume
dus al af, bij jongens is dit iets trager dan bij meisjes en zie je dat de piek rond je 16 e
plaatsvindt (rise and fall patroon in die totale volume ligt volledig aan grijze stof, witte stof
is additief). Waar ligt dat dan aan? Het gaat hier met name om de synapsen, want die rise-
and-fall patroon van de neuronen zelf is een proces dat zich prenataal plaatsvindt dus dit
gebeurt vooral bij de synapsen. Bij C zie je dus lineaire proces van de witte stof en dat het
alleen maar toeneemt. Bij B zie je dat bij de grijze stof de piek plaatsvindt (later voor
jongens dan meisjes) ongeveer rond 10e levensjaar en dat er dan een afname is in het aantal
synapsen.
Visuele informatieprocessing example (filmpje)
Through the blur of a baby’s first sight, babies instinctively turn towards a face which
strengthens the bond between mother and baby. This first social moment stimulates the
brain of the baby in the tiniest way, because an electrical signal is created which travels
through the synapses along a pathway which is unique to the baby’s mothers face. As the
baby sees another face, her father’s, a different pathway is stimulated in her brain - from
now on she will create many more pathways as she meets new people etc.
- Waaruit blijkt interactie tussen omgeving en cerebrale ontwikkeling?
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller elenax. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $11.87. You're not tied to anything after your purchase.